Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende zaken

Het is geen toeval dat N-VA-voorzitter Bart De Wever juist Zuhal Demir als mogelijke kroonprinses presenteert

Zuhal Demir is Vlaams minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme.Beeld © Stefaan Temmerman

N-VA-voorzitter Bart De Wever vertrouwt de toekomst van zijn partij toe aan huidig minister Zuhal Demir. Wat zegt dat over de stand van de politiek? 

“De idee dat zij op het allerhoogste schavot zou komen, is niet vergezocht voor mij. Ze zal schrikken als ze dit leest. Het is de eerste keer dat ik dit zeg.” Met die woorden duidde Bart De Wever afgelopen weekend in De Zondag Zuhal Demir aan als de officieuze nummer twee in zijn partij. Helemaal verbazen doet de uitspraak niet. Vlaams minister Demir is zonder meer de coming woman van de N-VA en ze lijkt vooral iemand die de uiteenlopende troepen weet te overbruggen. Ze is communicatief venijnig genoeg om de flank van Theo Francken te bespelen en tegelijk toont ze een ontzuild anti-establishmentsentiment dat aan de oude VU doet denken. Zelfs de niet van veel rechtse overtuigingen te verdenken viroloog Marc Van Ranst heeft haar hoog zitten – kun je nagaan.

Een cadeau is zo’n openlijke aanduiding als erfopvolger niet noodzakelijk. Minstens tot 2024 is er geen vacature, noch om partijvoorzitter noch om minister-president te worden. Als er andere partijgenoten rondlopen met hogere ambities, weten ze nu dat Demir, die nog niet zo lang geleden Antwerpen moest ontvluchten om haar politieke loopbaan levensvatbaar te houden, la femme à battre is. De Wever wees in zijn lange loopbaan als partijleider al vaker mogelijke kroonprinsen aan. Hij had daarbij niet altijd een gelukkige hand. Het leiderschap leek ooit Ben Weyts of Sander Loones te beurt te gaan vallen, maar zij daalden inmiddels weer af in de pikorde. “Er kan (...) nog veel gebeuren”, weet De ­Wever ook zelf.

Het is natuurlijk geen toeval dat de N-VA-voorzitter juist Zuhal Demir als mogelijke kroonprinses presenteert. Demir is in Vlaanderen zowat het boegbeeld geworden van de ‘aandachtspolitiek’, net als Francken vóór haar. Met snel toenemende populariteit bekwaamt ze zich in een soort spektakelpolitiek. Daarbij verwerven politici gezag middels op zichzelf gerichte, polariserende communicatie, veeleer dan met goed bestuur. Een intrigerende omkering doet zich voor: leidde politieke macht vroeger tot aandacht, dan leidt aandacht nu tot politieke macht.

Het parcours van Zuhal Demir als Vlaams minister van Omgeving en Energie is daar een treffende illustratie van. Terwijl een heuse energiecrisis de Vlaming/­Belg steeds meer in de greep krijgt, valt het beleid van de bevoegde minister bescheiden uit. Afgelopen week werden nog wel wat subsidies toegevoegd voor wie een woning wil isoleren of een warmtepomp wil installeren, maar de lastige, ingrijpende beslissingen blijven nog altijd uit. Strengere isolatienormen, versnelde afbouw aardgas bij nieuwbouw, versnelde elektrificatie wagenpark, hervorming elektriciteitsfactuur, nieuwe hoogspanningslijn om stroom uit windenergie vanaf de zee aan te trekken... Het behoort allemaal tot de Vlaamse energieportefeuille en het gebeurt niet of veel te traag. Scoren deed de minister wel met de stuntaankondiging dat ze het subsidievoordeel van grote zonnepaneelparken zou inkorten... als dat idee ooit de rechtbank overleeft.

Facebook en Twitter

Het dondert allemaal niet, want ­Demir krijgt niettemin het predicaat van ‘sterk minister’ opgekleefd. Dat heeft ze vooral te danken aan een harde communicatiestrategie tegen de federale regering en haar met de kernuitstap sukkelende evenknie Tinne Van der Straeten (Groen). Wat van Demir zowat de oppositieleider tegen de regering-De Croo heeft gemaakt. Bij zowat elk federaal regeringsbesluit over energie trekt de Vlaamse minister naar Facebook om het verzet aan te voeren tegen Groen en Ecolo. Haar gezag ontleent ze aan de voortdurende aandacht die dat oplevert.

Dat Demir het strijdperk verlegt naar Facebook of Twitter, is vanzelfsprekend. Sociale media zijn de bakermat van de aandachtseconomie en daaruit voortvloeiende aandachtspolitiek. Wie aandacht weet te trekken, wordt beloond met meer zichtbaarheid. Dat lukt nu eenmaal het beste met polariserende, opruiende boodschappen, die voor veel ‘engagement’ zorgen bij het publiek. Aandachtspolitici en sociale media stimuleren zo elkaar, want wat goed is voor de politicus – aandacht – is ook goed voor het medium zelf, dat lezers/­kijkers zo langer weet te ­‘boeien’.

Of het ook goed is voor de politiek, is een andere vraag. Naast politiek in de klassieke betekenis van bestuur van de publieke zaak is een nieuwe vorm ontstaan: politiek als entertainment. Met aandachtspolitici, het weze Demir of Conner Rousseau (Vooruit) op Instagram, valt er altijd wel wat te beleven. Burgers komen eropaf, niet om zich te in­for­me­ren over het beschaafde meningsverschil genaamd democratie, maar om zich, met de spreekwoordelijke kom popcorn in de hand, te vermaken. Ook journalisten komen eropaf. Soms omdat ze ook lezers/­kijkers moeten aantrekken, maar ook omdat ze dus gezag verlenen aan wie aandacht trekt.

Zo gaat de indruk ontstaan dat aandachtspolitiek succesvolle politiek is. Dat werkt besmettelijk. Partijvoorzitters als Paul Magnette (PS), maar ook Egbert Lachaert (Open Vld) en Joachim Coens (CD&V) proberen de trucs na te volgen van hun collega Georges-Louis Bouchez (MR), aandachtspoliticus bij uitstek. En vanuit partijhoofdkwartieren krijgen (vrouwelijke) politici nu ook de stille wenk “meer zoals Zuhal” te communiceren. Na de ‘bouchéisation’ in Franstalig België zet zich zo ook de ‘zuhalisering’ van de politiek in Vlaanderen door.

Toch is het succes van die spektakelpolitiek vaak dubbelzinnig. De persoonlijke faam van de politicus gaat erop vooruit, maar de conflicten die voortkomen uit de ophef – ook in de eigen partij of eigen coalitie – leiden tegelijk bij vele burgers tot vervreemding en afkeer. Dat klinkt paradoxaal maar is best logisch. Complexe crises zoals we ze nu de ene na de andere meemaken, vergen samenwerking en coördinatie, terwijl sommige politici aandacht wekken met voortdurende polarisatie en provocatie. Popcorn kan lekker zijn, maar als je er je honger echt mee probeert te stillen, riskeer je buikpijn en desillusie. Net zo gaat het in de politiek.