Vluchtelingen trakteren op gebak in Kinrooi: “De kinderen noemen het hier al thuis”
In het Kinrooise Kessenich vond zaterdagmiddag een buurtfeestje plaats om kennis te maken met de Oekraïënse vluchtelingen die in zaal De Borg verblijven. Met Oekraïens gebak, Het Belang van Limburg en af en toe een stevige knuffel werden de eerste contacten gelegd.
“You must take”, zegt Anna (35) terwijl ze Oekraïens gebak aanbiedt. Haar Engels is beperkt maar weigeren is geen optie. Met de hulp van tolk Tatjana vertelt ze dat zij en de andere vrouwen de hele dag in de weer geweest zijn om het feestje voor te bereiden. “Het zijn traditionele Oekraïense gerechten zoals we die thuis voor de kinderen bakken.”
Met 25 zijn de Oekraïners - 17 kinderen en acht volwassenen - die sinds een tiental dagen onderdak hebben gekregen in het voormalige gemeentehuis. “We zijn een gastvrije gemeente en we willen jullie warm onthalen in het mooie Kessenich”, zegt burgemeester Jo Brouns (CD&V). Om zijn woorden kracht bij te zetten wordt een geschenkmand overhandigd aan de nieuwe bewoners van de Kerkstraat.
Zowat de hele buurt is op de afspraak. Hildegarde Winkelmolen (64) en Johan Schonkeren (72) weten de Oekraïense hapjes wel te smaken. “Heel zoet maar ook heel lekker”, zegt Johan. “Concurrentie voor Limburgse vlaai? Nee, dat niet. We blijven chauvinistisch.” (lacht)
Hondje
De contacten verlopen moeizaam, want de taalbarrière is groot. “Toen ze hier de eerste dag waren, was een mevrouw met haar hondje aan het wandelen in de straat”, vertelt Hildegarde. “We verstonden elkaar niet, maar ze vloog me uit dankbaarheid om de hals. ‘Mevrouw, u bent welkom’, heb ik haar dan maar gezegd in het Engels.”
Om de vluchtelingen welkom te heten heeft Het Belang van Limburg in zijn zaterdagkrant De Kern voor een keer ook in het Oekraïens afgedrukt. Anna, een alleenstaande moeder met vier kinderen, leest het voor en waagt zich zelfs even aan de Nederlandse vertaling, tot hilariteit van de rest. “Heel interessant”, zegt Anna over het initiatief. “Zo weten we tenminste op welke plek we zijn terechtgekomen. Want we wisten helemaal niks over België.”
“Wat me vooral opvalt, is dat de mensen hier hun gordijnen openlaten. In Oekraïne doen we zelfs op de twaalfde verdieping van een appartementsgebouw de gordijnen dicht uit schrik dat de buren zouden binnengluren”
Marina, vluchteling uit Oekraïne
Tien dagen na hun aankomst beginnen ze stilaan hun draai te vinden in Kinrooi. “Het voelt een beetje alsof we op bezoek zijn bij familie. De kinderen noemen het hier zelfs al ‘thuis’.” Zelf krijgt ze het moeilijk als ze vertelt over Pavlohrad, de plek waar ze vandaan komt. “We zijn hier heel warm onthaald, maar ik wil zo graag naar huis, naar mijn eigen omgeving.”
Tranen
Marina (44) komt voor de zoveelste keer rond met gebak. Ze is met haar twee kinderen gevlucht uit het oost-Oekraïense Charkov. Op haar gsm toont ze beelden van de ondergrondse metrohalte waar ze negen dagen heeft gescholen, voordat ze met een trein kon vluchten. “De stad is helemaal platgegooid. En Charkov is dan nog een stad die voor 99 procent Russisch spreekt, kun je dat geloven?”, zegt ze. Bij de herinnering stromen de tranen over haar wangen. “We try to help you”, troost Hildegarde terwijl ze een stevige knuffel geeft.
De taal van knuffels en gebak is universeel, maar cultuurverschillen zijn er wel degelijk. Marina is vooral verbaasd over hoe proper en netjes Kinrooi is. “En die huisjes, net poppenhuisjes”, zegt ze. “Wat me vooral opvalt, is dat de mensen hier hun gordijnen openlaten. In Oekraïne doen we zelfs op de twaalfde verdieping van een appartementsgebouw de gordijnen dicht uit schrik dat de buren zouden binnen gluren.” (lacht)
Puinhoop
Lisette probeert met de hulp van een vertaalapp tevergeefs te zeggen dat het gebak erg lekker is. “Ik woon hier vlakbij en heb geholpen met het klaarzetten van bedjes”, vertelt ze. “Iedereen in de buurt is behulpzaam. Mijn kleinkinderen hebben al gevraagd of ze eens mogen komen spelen bij de Oekraïense kinderen. Ze willen zelfs al de taal leren.” (lacht)
LEES OOK. Eerste vluchtelingen komen aan in Heusden-Zolder: “Er heerste veel wantrouwen”
De vluchtelingen blijven minstens drie maanden in De Borg, maar voor Lisette mogen ze gerust langer blijven. “Ze kunnen misschien terugkeren, maar wat gaan ze daar aantreffen? Een puinhoop”, zegt Johan Schonkeren. “Dan blijven ze beter wat langer. Mijn grootouders zijn tijdens de oorlog moeten vluchten naar Nederland. Die waren ook blij dat ze ergens terechtkonden.”