Direct naar artikelinhoud
InterviewAdèle Exarchopoulos

‘De hele polemiek rond ‘La vie d’Adèle’ heeft veel verpest’

Adèle Exarchopoulos: 'Ik had MeToo niet nodig om mijn grenzen aan te geven.'Beeld Samuel Kirszenbaum/modds

Ze ging zonder diploma van school en won op haar 19de een Gouden Palm voor het veelbesproken La vie d’Adèle. Nu kruipt Adèle Exarchopoulos (28) in de huid van een stewardess. ‘Als je in de blikken van anderen leeft, raak je snel de weg kwijt.’

Filmen is wachten, zo wil het cliché. Filmjournalistiek is dat ook: ik heb in mijn leven al tien keer meer tijd gespendeerd aan het wachten op filmsterren dan aan de interviews zelf. Geheel volgens de verwachtingen zit ik dus al drie kwartier op actrice Adèle Exarchopoulos te wachten in een vergaderruimte van een Parijs hotel, wanneer eindelijk de deur openzwaait. Een persattaché spreekt de nogal onverwachte woorden: “Adèle vraagt of je naar haar kamer wil komen”. Wanneer hij de onbegrijpende frons op mijn voorhoofd ziet, verduidelijkt hij: “Ze wil een sigaretje roken, en dat mag in deze ruimte niet.”

Dertig seconden later verwelkomt de Franse filmster me met die diepe, hese stem van haar: “Bonjour! Installe-toi.” Ik kijk rond, en verspreid over de kamer zie ik hoopjes designerkleren, een cateringkarretje met een half opgegeten bord salade, en een bovenmaatse make-uptas, maar nergens een stoel om op te zitten. Exarchopoulos wijst naar haar bed, en terwijl ik op het voeteneind plaatsneem, bedenk ik me dat deze uitnodiging een heel andere bijklank zou hebben als ik een vrouwelijke journaliste was, en zij een machtige acteur. Maar over MeToo gaan we het straks pas hebben, wanneer we terugblikken op Exarchopoulos’ heftige ervaringen op de set van La vie d’Adèle, de film waarmee ze in 2013 in één klap de grootste belofte van de Franse cinema werd.

Droombeeld aan diggelen

Eerst wil ik met haar praten over haar nieuwste rol in het Belgisch-Franse Rien à foutre, een lowbudgetdrama tegen de achtergrond van een budgetluchtvaartmaatschappij. Exarchopoulos speelt Cassandre, een jonge stewardess die hoog boven de wolken de pijn van haar bestaan ontvlucht. Hoppend van de ene vakantiebestemming naar de andere zweeft ze in een betekenisloos vacuüm, even fake als de geforceerde glimlach die ze op haar gezicht tovert terwijl ze belastingvrije flesjes parfum probeert te slijten aan dronken Britten.

De opnames waren net zoals de setting van dit gesprek: rommelig, geïmproviseerd en onorthodox. Precies zoals Exarchopoulos het graag heeft. “Rien à foutre is een fictiefilm, maar we hebben hem bijna als een documentaire gedraaid”, vertelt ze. “We filmden vaak zonder toestemming, indien nodig met een gsm. In Dubai maakten we de politie wijs dat we er voor een trouwfeest waren, in plaats van voor filmopnames. Er was een scenario, maar daar stonden vooral situaties in beschreven, die we op het moment zelf met onze eigen woorden mochten invullen. Regisseurs Julie Lecoustre en Emmanuel Marre deden er alles aan om me zo dicht mogelijk bij de realiteit te brengen, bijvoorbeeld door me te omringen met echt luchtvaartpersoneel. Ik hou enorm van dat soort experimentele shoots, waar veel vrijheid is om te improviseren. Waar ik soms zonder make-up in beeld kom, of gewoon mezelf moet schminken.”

Still uit 'Rien à foutre': 'Als stewardess moet je zo veel mogelijk verkopen, en er is geen greintje empathie of menselijkheid. Het is echt op het randje van de uitbuiting.’Beeld rv

Exarchopoulos neemt het woord “documentaire” niet lichtzinnig in de mond: de scènes waarin ze als stewardess aan het werk is, zijn 100 procent echt. “De vliegtuigscènes hebben we in de lucht gefilmd, niet in een studiodecor, zoals dat normaal gedaan wordt in een film. Ik draaide gewoon mee met de rest van de bemanning. Gelukkig vlogen we vooral tussen Spanje en Engeland, waardoor de passagiers me meestal niet herkenden.” Ter voorbereiding volgde Exarchopoulos een heuse stewardessopleiding: “Iedere ochtend stond ik om 7u op de luchthaven van Le Bourget, om dan vier vluchten per dag af te werken.”

Het was een ontnuchterende ervaring: “Vroeger had ik een soort droombeeld van het beroep van een stewardess, maar die opleiding heeft dat compleet aan diggelen geslagen. Het moeilijkste vond ik dat je, als je de hele dag in de lucht hangt, elk contact met de realiteit en met de mensen op de grond verliest. Als je kind een probleem heeft op school, en jij bent net aan het opstijgen, sta je compleet machteloos. Die onmogelijkheid om in de tegenwoordige tijd te leven was de sleutel tot mijn personage in deze film: je bent overal en nergens tegelijk.” Maar ook de precaire werkomstandigheden stootten Exarchopoulos tegen de borst: “Je staat voortdurend onder druk, je moet zo veel mogelijk zien te verkopen, en er is geen greintje empathie of menselijkheid. Het is echt op het randje van de uitbuiting.”

Gekweld genie

Als beroemde actrice heeft Exarchopoulos vandaag weinig te klagen over haar job. Maar dat had heel anders kunnen lopen. Het had weinig gescheeld of ze was zelf een leven vol inhoudsloze, frustrerende baantjes tegemoetgegaan. Als puber droomde Exarchopoulos ervan om gevangenispsychologe te worden, maar dat kaartenhuisje stortte in elkaar toen ze haar middelbareschooldiploma niet haalde. “Ik had niet echt een bijzondere passie. Ik speelde al wel theater, maar ik besefte toen nog niet dat ik daar mijn beroep van wilde maken. Dus toen ik gebuisd was in mijn laatste jaar middelbare school, bedacht ik het plan om een halfjaar in de horeca te werken, en daarna een halfjaar te  reizen met het geld dat ik verdiend had. En dat telkens te herhalen.” Maar dat was buiten Abdellatif Kechiche, de regisseur van La vie d’Adèle, gerekend: hij zag in Exarchopoulos, die een beetje op goed geluk auditie had gedaan, de ideale actrice om zijn film te dragen. De rest is geschiedenis.

Precies tien jaar geleden – Exarchopoulos was nauwelijks 18 – begonnen de opnames van La vie d’Adèle, een hartverscheurende, maar ook controversiële kroniek van de passionele verliefdheid tussen twee jonge vrouwen. De film ging in mei 2013 in première op het filmfestival van Cannes, en zorgde al meteen voor opschudding: de vele scènes waar Exarchopoulos en haar tegenspeelster Léa Seydoux in de meest acrobatische posities lichaamssappen uitwisselen, waren zodanig expliciet dat Kechiche de Gouden Palm volgens velen al bij voorbaat op zijn buik kon schrijven: de familievriendelijke Steven Spielberg, die dat jaar de jury voorzat, zou het toch nooit aandurven om zo’n film te bekronen? Waarop Spielberg precies dat deed. Om de verrassing compleet te maken, gaf hij de Gouden Palm niet alleen aan Kechiche, maar ook aan Seydoux en Exarchopoulos. Een teken van erkenning voor hun uitzonderlijke acteerprestaties, en een droomstart voor Exarchopoulos’ carrière.

Toch valt ze nadien snel van haar roze wolk. Het succes van La vie d’Adèle raakt hoe langer hoe meer omgeven door een waas van schandaal. Technici klagen over de ellenlange en chaotische draaidagen die Kechiche hen oplegde, feministes stellen de male gaze in de lesbische seksscènes aan de kaak, en in interviews beginnen ook de actrices zelf steeds meer hun ongenoegen te uiten over Kechiches brutale manier van regisseren. In een ophefmakend interview met het Amerikaanse The Daily Beast winden ze er geen doekjes om: ze schetsen een beeld van een slopende opnameperiode met een tirannieke regisseur die niets minder dan volledige overgave van zijn actrices eist. 

'In het begin van mijn carrière zei ik in interviews te ongefilterd mijn gedacht.'Beeld Samuel Kirszenbaum/modds

Ook als dat betekent: tien dagen aan een stuk een lange seksscène opnemen, zonder enige vorm van omkadering of zelfs maar rustige kennismaking. Een ruziescène moet van Kechiche dan weer gepaard gaan met echt fysiek geweld. De actrices beschrijven hoe de regisseur maar blijft roepen dat ze elkaar harder moeten slaan, waarna Exarchopoulos haar hand snijdt aan een glazen deur, begint te huilen, en Kechiche dan ook nog eist dat Seydoux het snot van haar neus likt.

Er ontstaat een reusachtige vete tussen de regisseur en Seydoux, die en plein public wordt uitgevochten via giftige interviews. Kechiche noemt Seydoux een verwend nest, en verwijt haar dat ze de aandacht naar zich toe wil trekken. De spanning met Exarchopoulos loopt minder hoog op: zij blijft merkelijk milder voor Kechiche, die volgens haar “een gekweld genie” is. Ja, de opnames waren hard, vindt ze, maar de kwaliteit van het eindresultaat rechtvaardigde dat. “Het is nu ook niet dat hij ons gemarteld heeft”, probeert ze in 2013 de polemiek enigszins te bedaren.

Oplichterssyndroom

Hoe kijkt ze daar vandaag, tien jaar wijzer, op terug? Hebben de inzichten van de MeToo-beweging haar blik op de feiten veranderd? “Nee”, zegt ze beslist. “Het was zwaar, maar ik heb nergens spijt van. Ik denk dat MeToo veel vrouwen heeft geholpen om te beseffen welke grenzen er bij hen overschreden werden, maar ik heb altijd goed geweten waar de mijne lagen. Daarvoor had ik MeToo niet nodig. En als er toch grenzen overschreden werden bij La vie d’Adèle, was dat mijn eigen keuze.”

Vandaag worden seksscènes steeds vaker in goede banen geleid door een intimiteitscoördinator – een functie die pas in de nasleep van MeToo ontstond. Zo iemand had op de set van La vie d’Adèle goed van pas kunnen komen, werp ik op. Exarchopoulos wuift het weg: “Misschien had het me in bepaalde situaties kunnen helpen, maar ik heb sowieso altijd zelf het initiatief genomen om seksscènes vooraf goed door te praten met de regisseur of de acteur. Als er duidelijke afspraken zijn, kan niemand zich ongemakkelijk voelen. Maar ik snap dat het niet voor iedereen even gemakkelijk is om zijn of haar grenzen aan te geven, dus voor die mensen is zo’n intimiteitscoördinator misschien wel belangrijk.”

“Die rol in La vie d’Adèle was een cadeau”, besluit ze. “Het is de hele polemiek eromheen die voor mij veel verpest heeft. Op den duur werd elk woord verdraaid... Het heeft ervoor gezorgd dat we niet hebben kunnen genieten van het succes van de film. De periode waarin we samen de wereld rondtrokken om de film te promoten, had heerlijk en vreugdevol moeten zijn. Dat hadden we verdiend. Maar in plaats daarvan waren we compleet verdeeld.”

BIO

* geboren in 1993 in Parijs, uit een Griekse vader en een Franse moeder * begon op haar negende met acteren * won, samen met regisseur Abdellatif Kechiche en mede­actrice Léa Seydoux, in 2013 de Gouden Palm in Cannes voor haar rol in La vie d’Adèle * was voorts te zien in onder andere The Last Face, Le fidèle en Mandibules  

Exarchopoulos’ spectaculaire lancering in 2013 is een geschenk, maar wel een dat een bodempje vergif bevat, in de vorm van een oplichterssyndroom. Acteren deed ze al sinds haar achtste op amateurniveau, maar een klassieke opleiding kreeg ze nooit. “Na La vie d’Adèle heb ik me een hele tijd heel onzeker gevoeld op filmsets. Ik kreeg grote rollen toevertrouwd en werkte met bekende acteurs, maar ik had echt het gevoel dat ik nog moest leren acteren. Alsof ik daar niet op mijn plaats zat.” De oplossing bleek uiteindelijk simpel: “Gewoon blijven doorwerken. Mezelf proberen te verbeteren en in vraag stellen. Dat ontspant me en stelt me gerust.”

Vandaag zou het Exarchopoulos aan zelfvertrouwen niet mogen ontbreken: ze krijgt aan de lopende band nieuwe rollen aangeboden, is model voor bekende luxemerken, en ontving begin dit jaar een tweede César-nominatie voor haar rol in het absurde Mandibules. “Ik sta vandaag ergens waar ik nooit gedroomd had te staan”, zegt ze, en het klinkt niet eens als een ingestudeerde Oscarspeech.

‘Gefrustreerde kut’

In de tien jaar sinds haar ontdekking heeft ze veel geleerd, zegt ze: “Vooral dat het me niet goed afgaat om strategisch te denken. Ik heb het wel eens geprobeerd, en het maakt me niet gelukkig.” Ongepolijste authenticiteit is haar leidraad, al heeft ze intussen wel ingezien dat ze die naast de filmset toch soms moet temperen. “In het begin van mijn carrière zei ik in interviews te ongefilterd mijn gedacht. Ik was nog niet volwassen genoeg om te beseffen dat de manier waarop je iets uitdrukt, minstens even belangrijk is als wat je wil zeggen.”

Ze verwijst daarmee naar een wat onbezonnen optreden in de populaire Franse talkshow Le grand journal, uit 2013. Met opgestoken middelvinger richt ze zich daar tot de oerconservatieve politica Christine Boutin, die enkele dagen voordien haar afkeer voor La vie d’Adèle had uitgesproken en homoseksualiteit “een mode” noemde. “Kom eens naar onze film kijken, en je zal begrijpen dat mensen vrij zijn om te kiezen van wie ze houden, gefrustreerde kut!”, slingert Exarchopoulos er zonder nadenken uit. “Mijn boodschap was juist”, blikt ze daar nu op terug, “maar de mensen thuis onthielden alleen de scheldwoorden. Sindsdien let ik toch iets beter op hoe ik dingen formuleer.” (lacht)

Met de roem die bij haar succesvolle acteercarrière komt kijken, heeft ze minder geworsteld. Met dank aan haar twee broers en haar ouders, een verpleegster en een gitaarleraar. “Film is een wereld vol illusies en schone schijn, maar ook vol eenzaamheid. Dat ik daar nooit in verloren gelopen ben, heb ik te danken aan mijn familie. Als ik bij hen thuis kom, ben ik niet meer Adèle Exarchopoulos de actrice, maar gewoon de zus van mijn broers, en de dochter van mijn ouders. We praten thuis nauwelijks over cinema, en dat is maar goed ook. Ik wil dat alles simpel is in mijn leven.”

Still uit 'La vie d'Adèle'.Beeld The Picture Desk

Ook haar zoontje van 4, Ismaël, houdt haar stevig met beide voeten op de grond. “Hij zorgt ervoor dat ik mijn werk niet mee naar huis breng. Ook al ben ik aan het draaien, ik verdwijn nooit helemaal in mijn rol, de realiteit is nooit veraf. Nu ben ik hier een interview aan het geven, maar zometeen ga ik gewoon weer mijn zoon van school halen.”

Broodjes verkopen

Exarchopoulos wordt moeder op haar 23ste. “Ik wilde altijd al jong aan kinderen beginnen”, zegt ze. “Ik had een heel sterk moederinstinct, en wilde ervoor gaan zodra ik het financieel aankon. Voor mij heeft het leven geen zin zonder kind.” Waar de meeste jonge actrices na een monstersucces als La vie d’Adèle hun kinderwens even in de koelkast zouden steken om een paar jaar lang zo hard mogelijk aan hun carrière te timmeren, vond Exarchopoulos het geen enkel probleem om haar steile klim meer dan een jaar lang te onderbreken. “Het leven is voor mij belangrijker dan mijn carrière, daar ga ik niet over liegen. Ik zei het al: strategie is niets voor mij.”

Ook tijdens haar zwangerschap blijft Exarchopoulos verrassend uit de hoek komen: in plaats van rustig achterover te leunen, gaat ze voor 8 euro per uur broodjes verkopen in de tribunes van het Palais Omnisports, het Parijse equivalent van het Sportpaleis, waar haar vader werkt. “Ik zat een hele tijd zonder werk, en ik verveelde me. Dus ik vond dat heel normaal. Aan de blikken van sommige klanten zag ik wel dat zij het misschien niet zo normaal vonden. (lacht) Maar als je in de blikken van andere mensen leeft,  raak je snel de weg kwijt.”

Ik vraag haar of ze niet het gevoel heeft dat ze met 200 kilometer per uur door het leven is geraasd: zonder diploma van school, op haar 19de een Gouden Palm, op haar 23ste een kind. Ze lacht en knikt. “Putain, ja. Ik ben inderdaad een ongeduldig mens. Al heeft het moederschap me wel wat gekalmeerd. Mijn voornaamste doel is nu om de beste versie van mezelf te zijn, en mijn zoon zo goed mogelijk op te voeden.” Dat doet ze in haar eentje, sinds ze vorig jaar brak met de vader van haar kind, rapper Doums. “Ik speel nu de mooiste rol van mijn leven: moeder van mijn zoon.”

Rien à foutre, nu in de bioscoop.