Direct naar artikelinhoud
GetuigenisDie ene patiënt

Een huisarts over de patiënt die zijn leven veranderde: ‘Terwijl de dood naderde, schalde de muziek keihard door het huis’

Een huisarts over de patiënt die zijn leven veranderde: ‘Terwijl de dood naderde, schalde de muziek keihard door het huis’
Beeld Tzenko Stoyanov

Artsen en verpleegkundigen vertellen over de patiënt die hun leven voor altijd veranderde. Deze keer: huisarts Arie Knuistingh Neven.

“Het was een koude winteravond, in het dorp werd geschaatst. Een plaatselijke vereniging had een stuk weiland laten onderlopen, een drank-en-eetstand neergezet en geluidsboxen opgehangen. Tot ’s avonds laat schalde er keiharde muziek over de baan, steeds dezelfde nummers, vooral uit het populaire genre. Vlakbij, in het centrum van het dorp, woonde een van mijn patiënten, een ernstig zieke man die ik regelmatig bezocht.

“Meneer Vermaat was 64 jaar en had kort daarvoor te horen gekregen dat hij longkanker had met uitzaaiingen. Het zag er slecht uit, hij had onmiddellijk besloten dat hij geen behandeling wilde. Zijn leven was moeilijk geweest. Hij leed aan een zeldzame aandoening waarbij zijn ruggenmerg werd aangetast, waardoor hij langzaam de kracht in zijn armen en handen verloor. Zijn werk had hij jaren daarvoor al moeten opgeven. Maar klagen deed hij nooit, ook nu niet. Hij accepteerde wat kwam.

“Die avond naderde de dood. Hij lag in een zorgbed in de woonkamer, te midden van zijn gezin. De kleine arbeiderswoning bood nauwelijks ruimte, de straffe oostenwind joeg de muziek van de ijsbaan zo naar binnen. Het was alsof de luidsprekers in de achterkamer stonden. Niemand zei er iets van, het waren zo’n bescheiden mensen. Maar het kón natuurlijk niet, het hoorde niet, hier lag een man in zijn laatste uren, omringd door lawaai. In een repertoire dat ook nog eens helemaal niet bij dit gezin paste.

“Ik ben de deur uitgegaan en naar de ijsbaan gelopen. Aarzelend, dat wel. Ik was nog niet zo lang huisarts in het dorp en ik kende nog maar weinig mensen. De bestuurders van de vereniging had ik nog niet op mijn spreekuur gezien, ik wist niet hoe ze zouden reageren. Voorzichtig vroeg ik of de muziek wat zachter mocht. Ik herinner me nog wat ik zei: “Vermaat in de Schoolstraat stelt het slecht.” Natuurlijk kenden ze hem, ze wisten wat er aan de hand was. Ik woon in een dorp waar iedereen elkaar kent. Aandringen was niet nodig, de muziek ging onmiddellijk uit. Het was opeens doodstil op de ijsbaan.

“Toen ik weer aan het bed van mijn patiënt stond, vroeg zijn vrouw of ik dat had geregeld. Nee, zei ik, ik heb het alleen maar gevraagd. Een paar uur later, aan het begin van de nacht, overleed meneer Vermaat, in alle rust.

“In de jaren daarna kwamen zijn vrouw en kinderen nog af en toe op mijn spreekuur, maar ze kwamen nooit meer terug op wat er die avond was gebeurd. Totdat ik anderhalf jaar geleden een boek wilde gaan maken over mijn ervaringen als huisarts en ik een van de dochters uit het gezin toevallig tegenkwam. Ik vertelde haar dat het verhaal over de ijsbaan me altijd was bijgebleven en vroeg haar of ik daarover mocht schrijven. Ze bleek zich alles nog te herinneren. Ze vertelde me hoeveel indruk dat gebaar van toen op het gezin had gemaakt en hoezeer ze het hadden gewaardeerd dat het afscheid kalm en rustig was verlopen. De plotse stilte die viel toen de muziek op de ijsbaan werd uitgezet was iedereen bijgebleven.

“Het verhaal over deze patiënt geeft aan hoe groot de betekenis kan zijn van een ogenschijnlijk simpele handeling: ik vroeg alleen maar of de muziek misschien wat zachter kon. De waarde van een klein gebaar, dat is de les die deze patiënt me heeft bijgebracht. Die les leerde ik pas vele jaren later, door de ontmoeting met de dochter. Toen pas besefte ik dat de familie die laatste nacht nooit was vergeten.”

De getuigenissen in deze reeks komen uit het boek Die ene patiënt van journaliste Ellen de Visser.