Direct naar artikelinhoud
NieuwsPolitiek

Groenen likken hun wonden na uitstel van de kernuitstap

Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen).Beeld BELGA

Niemand wil spreken van een nederlaag, maar binnen Groen leidt het uitstel van de kernuitstap wel tot twijfel. ‘Ik begrijp dat een deel van de achterban ontgoocheld is.’

“Wij zullen de geschiedenis ingaan als de partij die de kernuitstap heeft gerealiseerd. Falen is geen optie.” Petra De Sutter, vicepremier voor Groen, zegt het vastberaden als ze halfweg 2021 door De Standaard wordt geïnterviewd. De groenen hebben van de kernuitstap een breekpunt gemaakt bij de onderhandelingen over de Vivaldi-regering. De geplande sluiting van de kerncentrales in 2025 móét volgens hen doorgaan.

Een energiecrisis en een oorlog later is het dan toch anders uitgedraaid. Afgelopen vrijdag besliste de federale regering dan toch dat de twee jongste kerncentrales tien jaar langer open mogen blijven – tenminste, als daarover een akkoord kan worden gesloten met uitbater Engie. Daarnaast komen er twee gasgestookte elektriciteitscentrales bij en wordt er 1,2 miljard euro gepompt in hernieuwbare energie. Die gaat onder meer naar windmolens en een btw-verlaging op zonnepanelen.

“Dit is gewoon goed bestuur”, zo diende partijvoorzitter Meyrem Almaci de critici van antwoord in De zevende dag. “Na twintig jaar non-beleid rond energie doen we voor het eerst een grote opkuis. Bovendien zal dit akkoord ons een heel stuk onafhankelijker maken van dictators.” Gevraagd naar wat er concreet veranderd is tegenover vorig jaar, verwees Almaci naar 24 februari, de dag waarop Rusland Oekraïne binnenviel.

Zware dobber

Toch blijft het uitstel van de kernuitstap een zware dobber. Temeer omdat de prijs die de groenen twee weken geleden op hun toegift kleefden – een forse investering in hernieuwbare energie – niet volgens iedereen wordt binnengehaald. Minister van Energie Tinne Van der Straeten (Groen) legde een wenslijst van 8 miljard euro op tafel. Het werd 1,2 miljard. Dat bedrag is erg relatief als je ziet dat Nederland dit weekend nog 13 miljard euro vrijmaakte voor de energietransitie.

“De grote doorbraak is het niet”, zegt Alex Polfliet, de energie-expert die in 2003 mee aan de wieg van de kernuitstap stond als adviseur van Olivier Deleuze (Ecolo). “Daarvoor is het bedrag te laag en worden er te weinig keuzes gemaakt.” Polfliet vindt het “flauw” dat de groenen geplooid zijn voor de druk van MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en de buitenwereld. “De twee kerncentrales zullen immers weinig veranderen aan onze facturen en onze onafhankelijkheid.”

Het gaat ook om wat er níét wordt beslist, vinden milieuverenigingen zoals Greenpeace en Bond Beter Leefmilieu. De regering raakt bijvoorbeeld niet aan het fiscale gunstregime voor bedrijfswagens en tankkaarten. Dat deze organisaties hun kritiek afgelopen vrijdag al uitstuurden nog voordat ze de tekst van het akkoord hadden gekregen, veroorzaakt binnen Groen weliswaar gemor. Er zal de komende maanden wat masseerwerk nodig tussen de partij en haar groene zuil.

Ontgoocheld

Bij de partijleden zijn de reacties gemengd. “Ik begrijp dat een deel van de achterban ontgoocheld is”, klinkt het onder meer bij oud-minister Magda Aelvoet. “Sommige zaken hebben we niet binnengehaald, daar moeten we niet flauw over doen. Voor mij is het nu belangrijk dat er een concrete planning komt voor die versnelling naar hernieuwbare energie. Daar zal veel van afhangen.”

Op het partijhoofdkwartier valt te horen dat er al van in het begin kritiek zat aan te komen. “Ofwel waren we de groene zotten die ten koste van alles hun zin wilden doordrijven, ofwel waren we diegenen die hun principes verloochenden.” De hoop is nu dat de omvang van de duurzame investeringen langzaam zal doordringen, en dat de partij uiteindelijk beloond zal worden voor haar realpolitik.

Eén ding is volgens insiders nu wel duidelijk: premier Alexander De Croo (Open Vld) zal zelf zijn nek moeten uitsteken in de moeilijke onderhandelingen met Engie. Minister Van der Straeten heeft al genoeg gedaan. “Dat gaan we ook niet nog eens in onze nek draaien.”