Direct naar artikelinhoud
ReportageOorlog in Oekraïne

Roemenië smeekt om bescherming tegen Rusland: ‘Laat ons niet vallen. We zijn nog zo kwetsbaar’

Een Oekraïens meisje zwaait naar een achterblijver op het station van Boekarest als ze verder reist in de richting van Hongarije.Beeld Mihai Barbu

Het oosten van Europa wordt door de oorlog in Oekraïne in het hart geraakt. Vluchtelingen stromen de grens over, en de angst voor de Russische agressie is enorm. In Roemenië hopen ze dat ze dit keer niet de pineut zijn. Verslag uit een land dat bij het Westen wíl horen, maar worstelt met zijn verleden. 

‘Go fuck yourself’ − dat waren vrij vertaald de onverschrokken woorden waarmee dertien Oekraïense soldaten zichzelf een heldenstatus bezorgden, toen een Russisch oorlogsschip hun basis op Slangeneiland wilde innemen.  ‘Krijg de tering’. Voor zover dat nog nodig was, wonnen ze hiermee ook meteen de onvoorwaardelijke sympathie van het Westen.

Wat weinig Europeanen zich bij het zien van de beelden realiseerden, is dat de oorlog zich met die confrontatie al meteen aan de poorten van de EU meldde. Vanaf het Roemeense plaatsje Sulina, aan de monding van de Donau, is het maar 30 kilometer naar het door de Russen bezette puistje in de Zwarte Zee. 

Omdat Sulina alleen met een lange boottocht bereikbaar is, zijn wij afgereisd naar Mamaia, dat iets zuidelijker ligt. Het is rustig op het schelpenstrand, vanochtend. De mist kleurt zowel de hemel als het water grijs, het is moeilijk te zien waar de zee ophoudt en de lucht begint.

Aan de overkant, 300 kilometer verderop, bevindt zich de Krim, in 2014 door Rusland ingenomen. Als je een beetje naar links draait, weet je dat daar Cherson ligt, een stad die door Poetin met veel geweld is ingenomen. Nog iets dichterbij stijgen de iconische trappen van Odessa op uit de zee. 

Het is een vreemd besef dat daar achter de horizon Russische oorlogsschepen patrouilleren. De golven die hier zo kalm het strand op rollen, zijn misschien wel veroorzaakt door een manoeuvre van een marineschip van Poetin. Het is niet eens zo’n gekke metafoor. De oorlog in Oekraïne raakt hier in Roemenië een open zenuw, veel meer nog dan in het westen van Europa en dan in sommige andere Oost-Europese landen.

Roemenië smeekt om bescherming tegen Rusland: ‘Laat ons niet vallen. We zijn nog zo kwetsbaar’
Beeld NurPhoto via Getty Images

Onvoorspelbaar

“Toen Poetin Oekraïne binnenviel, was iedereen in het Westen geschokt”, zegt Elena Calistru. “Hier in Roemenië dachten we alleen maar: zie je wel. Wij zijn opgegroeid met het idee dat Russen onvoorspelbaar zijn, en dat ze nergens voor terugdeinzen. Die informatie hebben we niet uit een boek, maar uit de eerste hand, uit de verhalen van onze opa’s en oma’s. Die hebben in de Tweede Wereldoorlog het geweld meegemaakt, de plunderingen, de verkrachtingen.”

Ze haalt haar eigen familiegeschiedenis aan. “Mijn opa komt uit Moldavië, in de oorlog is hij met zijn broers naar Roemenië gevlucht uit angst voor de Russen. Twee van hen zijn gedood, zijn ouders zijn naar Siberië gestuurd. Zelf bleef hij in Roemenië, waar hij gevangen is gezet door communisten in de allervreselijkste gevangenis die je je kunt voorstellen. Zo zijn er letterlijk duizenden verhalen, misschien wel miljoenen.”

Calistru (36) is activiste. Ze zet zich in voor democratie, burgerschap en goed bestuur, maar de afgelopen maand hielp ze met het vervoer en de opvang van Oekraïners. Roemenië heeft geen enkele ervaring met vluchtelingenopvang, de complete organisatie rust op vrijwilligers. 

Normale werk

Op het treinstation van Boekarest zetten die een opvangcentrum op, waar vluchtelingen eten, rust en hulp bij verder vervoer kregen. Bij de grensposten zorgden ze voor bussen. “Ik voel me soms net een touroperator, maar dat ben ik natuurlijk helemaal niet. Het is goed dat de internationale hulp nu eindelijk op gang komt. Dan kan ik mijn normale werk weer doen.”  

Dat werk doet ze deels in Brussel, waar ze lid is van het Europees Economisch en Sociaal Comité. “Toen Poetin zijn troepen aan de grenzen met Oekraïne opstelde, heb ik mijn collega’s uit het Westen nog gewaarschuwd, maar ik merkte dat het besef er gewoon niet was. Het besef hoe Rusland is, en wat de omvang is van de schok die deze daad teweegbrengt. Het besef ook wat de gevolgen zijn voor het Europese project.”

Precies met die vraag zijn we naar het oosten van Europa getrokken. Sinds Roemenië lid werd van de Navo (2004) en de Europese Unie (2007) is het net als andere voormalige Oostbloklanden officieel een bondgenoot van Belgë. Mocht Poetins agressie een van deze landen bereiken, dan betekent dat vrijwel zeker dat ook wij in een oorlog belanden met de Russen.

Tussen Orlivki (Oekraïne) en Isaccea (Roemenië) varen veerboten vol vluchtelingen al dagenlang af en aan.Beeld Reuters

Maar wie zijn onze bondgenoten precies? En hoe bang zijn ze, hier aan de rand van Europa? Om met die laatste vraag te beginnen: diep van binnen voelen ze zich totaal onveilig. Calistru: “Roemenen kijken met een mengsel van twee gevoelens richting Rusland: angst en haat. Dreiging en geweld door de Russen is voor ons een historisch gegeven, dat zit in ons systeem.” 

Zelfs voor de oorlog had minder dan een op de vijf Roemenen het gevoel dat Russen te vertrouwen zijn, zegt strategisch analist Radu Magdin. Nicolae Tibrigan (34), socioloog aan de universiteit van Boekarest, spreekt van een sterke vorm van ‘russofobie’.  

Door de recente ontwikkelingen is dat alleen maar versterkt. Roemenië deelt honderden kilometers grens met Oekraïne, met name in het noorden. In het zuidoosten van Roemenië, niet ver van Slangeneiland, worden beide landen gescheiden door de Donau. Tussen Orlivki (Oekraïne) en Isaccea (Roemenië) varen veerboten vol vluchtelingen al dagenlang af en aan.  

Nicolae Tibrigan, socioloog en vrijwilliger (links), is samen met het Roemeense parlementslid Stefan-Iulian Lorincz op het station van Boekarest om Oekraïense vluchtelingen op te vangen.Beeld Mihai Barbu

Kinderen, moeders en oma’s stappen met meestal slechts een kleine tas in hun hand van de loopplank af. Het is een miserabel beeld, onwerkelijk ook als je het voor je neus ziet gebeuren. De Roemenen vrezen dat dit pas het begin is. Het land heeft een hechte band met Moldavië, een ander land waar Vladimir Poetin mogelijk zijn oog op laat vallen. En last but not least: in zijn eisen aan het Westen noemde Poetin Roemenië expliciet als een van de landen die uit de Navo zou moeten stappen. 

Daar peinzen de Roemenen niet over, en ook de Navo niet. Na de Russische invasie zijn er juist meer troepen gestationeerd, ook Belgen. De meeste Roemenen danken God op hun blote knieën voor de westerse militaire rugdekking. “Anders zou Roemenië in dezelfde situatie zitten als Oekraïne”, zegt Magdin, in het verleden adviseur van Roemeense en Moldavische staatshoofden. “De geschiedenis van de twintigste eeuw heeft Roemenië overtuigd van het belang van de Navo.”

Normale werk
Beeld Getty Images

Die geschiedenis is nogal roerig, eufemistisch gesteld. Na de Tweede Wereldoorlog, waarin Roemenië aan de zijde van de Duitsers vocht en bepaald geen schone handen hield, kwam het land onder Sovjetinvloed. Vanaf 1967 kreeg het met Nicolae Ceausescu zijn eigen beroemde communistische dictator, misschien wel de wreedste van het hele Oostblok. Met zijn vrouw Elena bouwde hij aan een persoonlijkheidscultus, waarvan de gevolgen in de hoofdstad Boekarest nog steeds zichtbaar zijn.

Anticorruptiepartij

Het bekendste voorbeeld daarvan is het Parlementspaleis, door Ceausescu gebouwd als Huis van het Volk. In Europa is er geen groter gebouw dan dit. Alle materialen die erin verwerkt zijn komen uit Roemenië. Een woonwijk, een stadion en historische kerken moesten er bij de bouw voor wijken. Het is wanstaltig in alles, van binnen en van buiten.

De dictator maakte de ingebruikname van het gebouw niet zelf mee. In 1989, kort na de val van de Berlijnse Muur, werd hij met zijn echtgenote geëxecuteerd door woedende revolutionairen. Uit arren moede besloot de Roemeense overheid halverwege de jaren 90 dat het parlement en de senaat er dan maar in moesten trekken. Daardoor heeft nu in elk geval een kleine 40 procent van het gebouw een functie, het deel dat is opengesteld voor toeristen meegerekend.

Anticorruptiepartij
Beeld EPA

Tibrigan is een van de mensen die er nu hun werkdagen slijten. Behalve socioloog is hij fractieassistent binnen de politieke partij USR, in 2015 opgericht als anticorruptiepartij. “In de winter is het hier niet te harden, zo koud”, zegt hij, terwijl hij door een van de ruim tweeduizend onafzienbaar grote ruimtes loopt. “Aan onderhoud zijn we 2 miljoen euro per maand kwijt.”

Kroonluchters

Aan het plafond hangen kroonluchters zo groot als een auto, de vloerkleden zijn formaatje tennisbaan, minstens. Het feit dat honderden parlementariërs dagelijks hun werk doen in de natte droom van een communistische dictator, toont feilloos aan hoeveel moeite het dit Oost-Europese land kost om zijn verleden af te schudden.

In de lift staat nog steeds een norse mevrouw, wier enige functie is om het knopje in te drukken. Wie toegang wil krijgen tot de algemene ruimtes van het parlement, moet nog steeds een ouderwetse stempel op zijn legitimatiebewijs laten zetten. Er zijn initiatieven om meer te fietsen en beter afval te scheiden, maar geen Roemeen die zijn gedrag erop aanpast. “We willen wel bij het Westen horen”, zegt Tibrigan met een diepe zucht. “Maar het lukt ons gewoon niet zo goed.” 

Kroonluchters
Beeld Reuters

Stefan-Iulian Lorincz, parlementslid voor de USR, zegt dat de Roemenen eigenlijk maar één grotere vijand hebben dan de Russen: Roemenië zelf. “Corruptie is nog steeds overal. Als jij iets wilt bouwen, kun je nog steeds niet zonder zwart geld. Verandering kost hier zoveel tijd.”

Geconfronteerd met die woorden zegt Calistru, al haar leven strijdend tegen corruptie, dat er wel degelijk vooruitgang is. “In het dagelijks leven gaat het echt beter. Bij de politie en in ziekenhuizen is het bijna uitgebannen, echt waar. Maar wat er nog wel is, is systematische corruptie, en dat is misschien nog wel erger. Grote projecten worden verdeeld door politici en bevriende ondernemers.” 

Schitterende steden

Roemenië, dat is eigenlijk twee landen voor de prijs van één. Het is niet moeilijk verliefd te worden op schitterende steden als Timisoara en Cluj-Napoca, Sibiu en Brasov. Die barsten van de jonge, open, talentvolle mensen. Er hangt energie in de lucht, vooruitgang. De infrastructuur wordt ook beter, tussen de meeste steden liggen tegenwoordig zeer behoorlijke wegen. 

Maar je hoeft maar een buitenwijk in te rijden en de lelijkheid en armoede grijpen je naar de keel. Verweerde, slecht onderhouden Oostblokflats ontnemen je het zicht en soms ook bijna de adem. De uitstoot van de eindeloze optocht vuile diesels vindt maar moeilijk een uitweg uit de betonnen jungle.

Op het platteland zijn de dorpjes soms charmant, maar vaak ronduit deplorabel. Boeren rijden er nog met paard en wagen, oude oma’s lopen met kromme ruggen langs onverharde wegen. Jongeren die zich ook maar enigszins bewust waren van hun perspectieven hier, zijn naar het buitenland gegaan. 

Schitterende steden
Beeld Getty Images

Uitzichtloos

“Een kwart van de beroepsbevolking is verdwenen”, zegt Calistru. “In sommige delen van het land, in het oosten en het zuiden vooral, is de situatie echt uitzichtloos. Er is geen toekomst, geen perspectief, niks. Hulporganisaties die geld in projecten willen steken, hebben zelfs moeite om dat kwijt te raken. Er zijn geen initiatieven, het hele maatschappelijke middenveld is verdwenen.”

Hier wonen de mensen, kortom, die niet zo heel veel merken van de zegeningen van Instagram en Coca-Cola. Het maakt dat mensen terugverlangen naar een tijd dat het land een sterke leider had − al was dat dan een dictator. “Het is een soort biologisch proces’’,  zegt Calistru. “Je wacht op betere voorzieningen en op een betere overheid, je wacht, je wacht. En op een gegeven moment ben je het zat.’’

Tibrigan: “Ze hebben niks en zien dat Roemenië niet zo heel veel voorstelt. Ceausescu liet mensen destijds geloven dat Roemenië alles zelf kon, dat we een groot land waren. Met dat idee zijn de mensen in de communistische tijd toch een beetje gehersenspoeld.’’

Bakolie

Het blijkt een vatbare voedingsbodem voor rechts-nationalistische partijen, fake news en desinformatie. Het vertrouwen in de overheid is van oudsher sowieso al laag, zegt Magdin. “Roemenen hebben de laatste weken ook erg irrationeel gereageerd op de ontwikkelingen in Oekraïne. Als de overheid hen gerust probeert te stellen, heeft dat geen enkel effect. Heel veel mensen hebben paspoorten aangevraagd om weg te kunnen komen. Ze hebben excessieve hoeveelheden bakolie gekocht omdat er een gerucht de ronde deed dat die op zou raken.”

Bakolie
Beeld Reuters

Op veel vlakken voldoet Roemenië nog lang niet aan de standaarden die wij in het Westen stellen aan een democratie. Daarin staat het niet alleen. Ook in Polen en Hongarije is sprake van tendensen die de landen ironisch genoeg eerder naar Rusland doen opschuiven dan naar bijvoorbeeld Duitsland of België.

“Dertig jaar is gewoon niet genoeg om een volwaardige democratie neer te zetten”, zegt Calistru. “We zijn nog zo kwetsbaar. Er is meer tijd nodig om te zorgen dat instituties goed werken en om een betrouwbare rechtsstaat op te bouwen. Daar moeten we nog elke dag voor vechten.” 

Veel Roemenen die deze krant sprak, smeken Europa en de VS haast om hen niet te laten vallen. Calistru: "Veel mensen hier vinden nog steeds dat dat na de Tweede Wereldoorlog wel gebeurd is. Terwijl het Westen in vrijheid verder kon, zaten wij met het communisme en met een dictator, en niet zomaar eentje. Dat merk je onderhuids toch ook nog steeds: mensen durven niet 100 procent te geloven dat het Westen ze nu wel helpt.”

Geen dikke vrienden

Ze zien nu ook dat Oekraïne het grotendeels alleen moet zien te redden, en zijn vol bewondering voor hun moed. Een gemeenschappelijke vijand verbroedert, blijkt maar weer. De steun voor de Oekraïners is enorm, terwijl beide landen van nature geen dikke vrienden zijn. Tekenend wat dat betreft is dat de meeste Oekraïners geen moment overwegen om na hun vlucht in Roemenië te blijven. Ze pakken de eerste trein of bus naar het westen of het zuiden, naar Bulgarije of Turkije bijvoorbeeld.  

Ondertussen kijken de Roemenen met angst en beven naar het lot van die andere buurman, Moldavië. De Moldaviërs worden gezien als zustervolk, veel Roemenen vinden dat het weer onderdeel van hun land zou moeten zijn. 700.000 inwoners van Moldavië hebben zelfs een Roemeens paspoort. Stel dat zij te maken krijgen met een Russische aanval: kijkt het Westen dan ook lijdzaam toe?

"Een Russische invasie in Moldavië zou Roemenië echt in de problemen brengen’’, zegt militair analist Magdin. "We moeten dan met de Navo-partners in gesprek om een verder escalerende oorlog te voorkomen, maar tegelijk iets doen voor al die Roemenen daar. Rusland kan door Moldavië binnen te vallen Roemenië en de EU destabiliseren. Stel je voor dat 1 tot 1,5 miljoen Moldaviërs naar Roemenië vluchten. Op dit moment is de kans op zo’n scenario klein, maar we moeten het niet helemaal uitsluiten.”

Kapitale denkfout

Tibrigan is in Moldavië geboren. Hij spreekt ook Russisch, dat leer je daar op school. "Ik hou van de Russische cultuur, van de films, de muziek, de boeken. Ik heb Tsjechov en Dostojevski gelezen. Schitterend.”

Maar volgens de jonge academicus maakt Poetin een kapitale denkfout als hij denkt dat hij en zijn generatiegenoten bij iets als een groot Rusland willen horen. "Onze generatie heeft echt niks met Rusland, en zeker niet met de manier waarop dat land wordt bestuurd. We willen helemaal niet bij hem horen, we willen vrij zijn. Dat kan hij gewoon niet verdragen.’’

In Isaccea, het grensplaatsje aan de Donau, heeft de Oekraïense vluchtelinge Asia een vergelijkbare overdenking. Ze is 33 jaar, en verlaat haar woonplaats Odessa om ergens anders geld te verdienen. "Het schijnt dat Poetin een plaats in de geschiedenisboeken wil, dat hij wil dat mensen als hij dood is bewonderend praten over wat hij heeft achtergelaten. Prima. Maar waarom doet hij dan niet iets waar de wereld iets aan heeft? Iets wat onze wereld mooier maakt?”

In Boekarest neemt Elena Calistru even pauze, na een gloedvol betoog dat al bijna een uur duurt. Ze staart de verte in, is uitgeput. Soms is ze bang dat de oorlog van nu niet een nachtmerrie is, maar juist een terugkeer naar het echte leven. Dat dat wat ze hiervoor kende niet het echte leven was, maar een mooie droom. "Voor onze generatie was het zo vreedzaam, misschien was dat de uitzondering.  Onze geschiedenis draait om oorlogen en onderdrukking. Ik hoop dat we de moed hebben om op te staan tegen de Russische agressie. Maar ik weet het niet.”