25 studies moeten Belgisch windmolenpark in beschermd natuurgebied in Noordzee mogelijk maken

Federaal minister van Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open Vld) bezoekt vandaag een UGent-onderzoek dat de effecten van de hoogspanningskabels op zeedieren in kaart brengt. Want de elektromagnetische straling kan effecten hebben op de ontwikkeling van soorten als de hondshaai, zeekat, Europese kreeft of de pijlinktvis.

 “Het kan gaan om veranderingen in gedrag”, legt maritiem bioloog Steven Degraer uit. “Maar ook in ontwikkelingssnelheid. Misschien gaan ze trager ontwikkelen of zijn ze meer onderhevig aan stress en zien we hogere ademhalingsfrequenties.”

Het is één van de onderzoeken die sinds 2019 worden uitgevoerd. De resultaten zijn belangrijk omdat de federale overheid vorige week beslist heeft om de omslag naar hernieuwbare energie, waaronder offshore-windenergie, te versnellen. Op termijn moet de Belgische windproductie opgekrikt worden van de huidige 2,2 tot 5,4 à 5,8 gw tegen 2030.

“We moeten af van het gas en van de olie”, zegt Van Quickenborne. “Vandaar dat we beslist hebben om de twee jongste kerncentrales open te houden, gecombineerd met veel meer hernieuwbare energie. Dat is het recept voor de toekomst.”

De windparken op zee kunnen met zonnepaneelinstallaties worden aangevuld. “We willen inzetten op drijvende zonnepanelen”, legt Van Quickenborne uit. “Dat bestaat nog nergens ter wereld en wij willen het eerste land zijn die dat doet. De experimenten zijn volop bezig en bepaalde berekeningen voorspellen één Gigawatt extra dankzij die zonnepanelen.”

Bovendien heeft het afbakenen van een zone voor windmolens ook positieve effecten, denken de onderzoekers. Het einde van visvangst of scheepvaart kan de maritieme biotoop ten goede komen. Ook trekken de turbines en onderstructuur zeeleven aan. “Je ziet dat die heel snel gekoloniseerd worden door tal van organismen. Die zorgen ervoor dat je een lokale hotspot van soortenrijkdom krijgt en secundaire productie. Dat trekt op zijn beurt dan weer vissen en vogels aan. Lokaal krijg je dus een verandering die doorgaans als positief wordt beschouwd.”

De federale overheid wil zeker zijn dat natuurgebieden geen hinder ondervinden van de windmolens en wil de bescherming van natuurgebieden op die manier versterken waar mogelijk.

Daarvoor is grondig studiewerk nodig. Maar dat moet opbrengen indien België zijn ambitie wil waarmaken om drie bijkomende zones voor hernieuwbare energie in te richten op de Noordzee. Dat bestaat uit 37 procent natuurgebied, waar energieproducenten niet enkel een klassieke milieuvergunning nodig hebben, maar ook een bijkomende Natura 2000-toelating.

Het EDEN2000-project bundelt 25 afzonderlijke studies die in 2019 zijn opgestart. Ze moeten in 2023 afgerond zijn en vormen zo een leidraad bij de aanbesteding die volgend jaar wordt uitgeschreven. 

Zo mooi is onze natuur: zelfs de trailer van de eerste grote Belgische natuurdocu is al indrukwekkend (+)

Voor subsidies is het te laat, maar een nieuwe gascentrale in Vilvoorde kan nog steeds. Of komt er toch een windmolenpark? (+)