Minister Van Quickenborne wil 60 extra voogden voor niet-begeleide minderjarigen om lange wachtlijst in te korten

Gevluchte minderjarigen die in ons land aankomen zonder ouders hebben in principe recht op een voogd. Dat is iemand die hen sociaal, juridisch en maatschappelijk de weg wijst en bijstaat. Maar er is een groot tekort aan voogden, zeker nu nog eens 200 Oekraïense niet-begeleide jongeren zich in ons land geregistreerd hebben.

"We hebben inderdaad een tekort", geeft minister van Justitie Van Quickenborne toe in "Terzake". "Dat is begonnen in 2015 met de migratiecrisis en daar komt nu de Oekraïnecrisis bij. We hebben een heel grote instroom op dit ogenblik en te weinig voogden." 

Op de wachtlijst staan in totaal zo'n 560 niet-begleide minderjarigen. "Daar zijn een deel Oekraïners bij, maar ook mensen die gevlucht zijn van de oorlog in Afghanistan of Syrië", weet de minister. Zij moeten nu tot 4 maanden wachten voor ze een voogd toegewezen krijgen. En dat is problematisch want geen voogd betekent geen juridische bijstand bij de asielaanvraag, geen school en geen groeipakket. 

"Maar we kunnen dat oplossen", maakt Van Quickenborne zich sterk. "Naast het systeem van de vrijwillige voogd, dat is iemand die naast zijn job de voogdij erbij neemt, is er ook het systeem van de werknemersvoogden. Dat zijn mensen die dat voltijds doen, bijvoorbeeld in opdracht van het Rode Kruis of Caritas", legt hij uit.

"Het voordeel van die voltijdse voogden is dat ze tot 30 jongeren onder hun hoede kunnen nemen. Dus als we het probleem structureel willen aanpakken, moeten we inzetten op meer werknemersvoogden." De minister wil vrijdag aan de kern van de regering vragen om bijkomende middelen, "zodanig dat we tot 60 werknemersvoogden zullen kunnen aanstellen". Op die manier wil hij 1.800 jongeren aan een voogd kunnen koppelen.

"Als je de cijfers nu volgt, hebben we 200 niet-begeleide vluchtelingen op 20.000 Oekraïners", rekent hij. "Stel dat we maal 10 gaan, dan kom je op 2.000 uit. Dan hebben we nog een tekort, maar we kunnen nog andere dingen doen ook. Het is bijvoorbeeld perfect mogelijk om Oekraïners die naar hier komen op te leiden tot vrijwillige voogd."

Zo'n opleiding duurt vijf dagen, maar daarvoor moeten de kandidaten eerst gescreend worden. En de dienst Voogdij heeft te weinig mensen om dat te doen. "Die mensen staan inderdaad voor moeilijke uitdagingen", reageert de minister. "Daarom ben ik van plan om ook meer mensen voor die dienst te vragen." Hij spreekt van 15 extra werkkrachten. 

Van Quickenborne wijst er voorts nog op dat Oekraïners de andere niet-begeleide vluchtelingen niet zullen voorbijsteken. "We hebben vorig jaar 98 vrijwillige voogden kunnen aanstellen. Sommigen zijn al actief, anderen in opleiding, dat loopt goed", verzekert hij. "De echt urgente gevallen, mensen die helemaal nergens terechtkunnen, kunnen we helpen met een voogd. Anderen komen op de wachtlijst te staan en die wordt in volgorde afgewerkt."

Het is dus zaak om de wachtlijst zo snel mogelijk weg te werken. "Het plan dat ik vrijdag voorleg moet worden uitgevoerd. Ik heb heel uitdrukkelijk de steun van het parlement om dat te doen. We kennen het systeem, het gaat nu over capaciteit en snel kunnen schakelen", besluit hij.