Direct naar artikelinhoud
Belangrijk nieuwsOpen brief

Zoon (24) schrijft open brief voor moeder (49) die na verkrachting euthanasie aanvraagt: ‘Ze was die ochtend liever gestorven’

Zoon (24) schrijft open brief voor moeder (49) die na verkrachting euthanasie aanvraagt: ‘Ze was die ochtend liever gestorven’
Beeld Getty Images

‘Hoe dan ook, er bestaan geen woorden voor om deze pijn te beschrijven.’

Vijf jaar geleden werd de Vilvoordse Nathalie Huygens (49) op een erg gewelddadige manier verkracht tijdens het hardlopen. De tol die de vrouw en haar gezin moesten betalen was enorm. Haar zoon, de 24-jarige Wout Van Steenwinkel, vertelt nu in een open brief hoe zwaar de impact van seksueel geweld is op een gezin. Huygens startte onlangs een euthanasieprocedure op als gevolg van haar traumatische ervaring. 

Lees de integrale open brief:

Gegroet, mijn naam is Wout Van Steenwinkel

Ik ben 24 jaar oud en ben de auteur van deze brief. Deze brief is er gekomen om iets van me af te schrijven. Na jaren van heel wat onzekerheid, woede en verdriet kon ik niet langer vanop de zijlijn toekijken. Sta me toe om meteen met de deur in huis te vallen. In 2016 werd mijn mama het slachtoffer van een gruwelijke verkrachting. Nooit had ik durven denken dat dit zo’n grote impact op haar, en bij uitbreiding op ons hele gezin, teweeg zou brengen. Aangezien weinig mensen beseffen welke verregaande gevolgen zo’n verschrikkelijke gebeurtenis met zich mee brengt, wil ik de bewustwording rond seksueel geweld, of althans rond de impact ervan, vergroten. Dat niet alleen. Ik vind dat Justitie anno 2022 meer zou kunnen doen om slachtoffers van seksueel geweld vaker een hart onder de riem te steken. Daarom heb ik deze open brief geschreven. Vooraleer u verder gaat, wil ik u nog even waarschuwen voor de intense inhoud die u gaat lezen. Los daarvan, stel ik het enorm hard op prijs dat u de tijd neemt om mijn brief door te nemen.

***

Word wakker, word wakker, denk ik meermaals. Ik bevind me wellicht in een nare droom en zal elk ogenblik wel wakker worden.

De impact van een verkrachting

03/09/2016. Het noodlot slaat toe. Mijn mama wordt op de meest brutaal/laf mogelijke manier verkracht tijdens haar ochtendloop. Twee dagen later word ik op de hoogte gebracht. Op het ogenblik van de feiten bevind ik me reeds een jaar aan de andere kant van de wereld (sabbatjaar); helemaal alleen, niemand die me troosten kan. Al gauw bekruipt een onwezenlijk gevoel me, snel gevolgd door onzekerheid. ‘Hoe moet het nu verder? Wat zal dit met mama doen? Wat met ons gezin?’ Onzekerheid, verdriet en woede wisselen elkaar af. Gevoelens die nooit meer zullen verdwijnen. De dader is spoorloos. Zo ook de levensvreugde van mijn mama blijkt later. 

Een week later kom ik aan op de luchthaven van Zaventem. Een klein legertje familie en vrienden wacht me op. Er is echter een belangrijke afwezige, mama. Ik verneem dat ze het fysiek en mentaal niet aan kan om mee te komen, dus ze wacht thuis op me. Ik praat kort bij met iedereen die me opgewacht heeft en vertrek dan naar huis. Ik gebruik bewust het woord ‘huis’, want de thuis die ik kende van voor mijn vertrek bestaat niet meer.

Het is zover, ik kom aan in mijn huis en zie mama. Ik herken haar niet. Maandenlang heb ik gefantaseerd hoe het zou voelen om haar terug te zien. Nu is het moment daar en ik voel niets. Het doet mij niets, het doet haar niets. Ik praat kort bij en vlucht naar mijn kamer. Een vlucht die zich nadien op iedere denkbare manier zal verderzetten. Ik huil het uit. Dit is mijn mama niet. Word wakker, word wakker, denk ik meermaals. Ik bevind me wellicht in een nare droom en zal elk ogenblik wel wakker worden. Van zodra ik ontwaak, kan ik het vliegtuig nemen naar mijn echte thuis…

 Helaas zal ik nooit wakker worden. Opnieuw bekruipt een onzeker gevoel me, wederom gevolgd door verdriet en woede. Later zal ik beseffen dat mijn mama die ochtend vermoord is en een nieuwe versie haar lichaam heeft overgenomen. Afscheid van mijn oude mama zal er nooit zijn, gemis daarentegen alsmaar meer.

“Iedere dag kan je laatste zijn, dus geniet van ieder moment”, zei ze steeds. Al besefte ze toen niet dat ze jaren later iedere moment aan het vechten zou zijn om ervoor te zorgen dat iedere dag niet haar laatste zou worden.

De impact op ons gezin

De komende maanden/jaren kan ik kort samenvatten. Kort na mijn terugkomst gaat mama voor de eerste keer in opname in een psychiatrisch ziekenhuis. Een klein legertje psychologen en psychiaters wacht haar op vol goede moed. Wat start als een onschuldige opname draait al snel uit in een proces van lange adem, met tientallen opnames die telkens meerdere weken duren, doorheen de jaren. 

Bijna zes jaar later weten zelfs de meest toegewijde hulpverleners van het land niet meer wat doen. Mama is er te erg aan toe. Opnieuw neemt onzekerheid de bovenhand. En ook nu weer gevolgd door woede en verdriet. Ondertussen is de dader nog steeds spoorloos. Elk spoor loopt dood. Iedere dag dat het onderzoek langer duurt, wordt de kans kleiner dat hij gevat wordt, en wij rechtvaardigheid krijgen. 

U kan het al raden: weeral wint die verschrikkelijke onzekerheid. Kort na de eerste opname van mama in het psychiatrisch ziekenhuis, word ik geconfronteerd met de eerste, en zeker niet de laatste, zelfmoordpoging van mama. Ik weet niet over welke poging ik eerst moet beginnen. Misschien die ene waarbij ze haar heeft opgesloten in de badkamer en ik me, verstijfd van de angst, heb opgesloten in de garage, waarna ik de hulpdiensten heb gebeld. Of die keer toen de politie aan onze deur stond omdat ze bezorgd waren om mama, waarna de politie mijn zus en ik heeft ingeschakeld om de situatie te bedaren. Hoe dan ook, er bestaan geen woorden voor om deze pijn te beschrijven.

Tenslotte komt er een jaar na de vreselijke feiten eindelijk een lichtpuntje. Het monster is gevat.

Mama is voor de verschrikkelijke feiten van die bewuste ochtend altijd een levensgenieter geweest. Ze bracht mijn zus en ik zulke waarden ook bij doorheen onze opvoeding. “Iedere dag kan je laatste zijn, dus geniet van ieder moment”, zei ze steeds. Al besefte ze toen niet dat ze jaren later iedere moment aan het vechten zou zijn om ervoor te zorgen dat iedere dag niet haar laatste zou worden. 

Onlangs kwam daar nog het nieuws bij dat mama haar euthanasieprocedure heeft opgestart. Zo’n euthanasieprocedure is (gelukkig) een proces van lange adem en zelfs dan is het niet zeker dat haar aanvraag geaccepteerd zal worden. Niet wetende of mijn mama binnen dit en pakweg een jaar nog zal leven, leef ik opnieuw met een nieuwe onzekerheid. Misschien wel de meest verschrikkelijke van ze allemaal… Nogmaals bestaan er geen woorden voor om deze pijn te beschrijven. 

Geen enkel kind verdient het om zijn/haar ouder zo te zien lijden. Ik heb de best mogelijke mama die ik me kan inbeelden en zonder de feiten van die bewuste ochtend zou haar levensvreugde nooit zo snel opgebrand zijn. Ze mag die ochtend dan wel overleefd hebben, toch ligt een deel van haar nog steeds op het veld, waar de dader haar levenloos achterliet. De dag waarop mijn mama de strijd opgeeft, is de dag waarop de dader niet enkel de verkrachting van twee vrouwen op zijn geweten heeft, maar ook de dood van een heel straffe madam. 

Terug naar het verleden. De overige gebeurtenissen komen steeds op hetzelfde neer. Enige tijd na de feiten scheiden mama en papa. Het veroorzaakte leed drukt te hard op hun relatie waardoor samenleven niet meer mogelijk is. Nieuwe onzekerheid, nieuw verdriet en uiteraard ook nieuwe woede komen mijn pad op. 

Verder wind ik er ook geen doekjes om dat het mentaal welzijn van mijn zus en ik al jarenlang een dieptepunt aan het bereiken is. Onzekerheid, verdriet, en woede, soit u hebt het ondertussen wel door denk ik. 

Tenslotte komt er een jaar na de vreselijke feiten eindelijk een lichtpuntje. Het monster is gevat. Hij zit al een tijdje voor soortgelijke feiten op zijn ex. “Tijd voor gerechtigheid” denk ik, en ook voor een nieuw hoofdstuk: het juridische luik.

Juridische pijnpunten

Dat lichtpuntje maakte onlangs plaats voor nieuwe onzekerheid. Amper drie jaar nadat de dader in hoger beroep veroordeeld is tot een gevangenisstraf van 15 jaar, dient hij een aanvraag in om zijn straf verder uit te zitten met een enkelband. Tijdens de zitting van de strafuitvoeringsrechtbank vernemen we dat zijn aanvraag voor een enkelband last minute gewijzigd is in een aanvraag tot penitentiair verlof; “wellicht op aandringen van zijn advocate”, wordt ons verteld.

Om alles te verduidelijken, geef ik vlug een korte, chronologische reconstructie mee van de feiten die de dader, Pascal P., gepleegd heeft en hoe de gerechtelijke procedure tot nu toe verlopen is. Dit is relevant voor het vervolg van mijn brief. Op 3 september 2016 wordt Pascal P. na een intense ruzie aan de deur gezet bij zijn toenmalige vriendin. Gefrustreerd, begint hij rond de dwalen in Vilvoorde. Daar komt hij rond de vroege ochtend mijn mama tegen, die op dat ogenblik aan het joggen is. Wanneer ze hem passeert, wordt ze door hem vastgegrepen en op de grond gegooid, waarna hij haar brutaal toetakelt in het gezicht. Vervolgens sleept hij haar mee naar een verdoken plaats waar hij haar verkracht. De rest van de details zal ik u besparen, want die zijn gewoonweg te gruwelijk. 

Tijdens het proces in eerste aanleg werd onder andere gesproken over ‘foltering’, om een idee te geven van de aard van de gruwel… Elk spoor van de dader ontbreekt hierna. Enkele maanden later trekt de dader naar de caravan aan de kust, waar zijn ex zich op dat ogenblik bevindt. Daar aangekomen, dringt hij haar caravan binnen met een bivakmuts op, waarna hij zich bijzonder gewelddadig aan haar vergrijpt. Dit alles in het bijzijn van hun jonge dochtertje. Misselijkmakender dan dit gaat het niet worden… Enige tijd later wordt hij gelukkig gearresteerd. Dankzij de DNA-stalen die toen genomen zijn, wordt hij later ook gelinkt aan het misdrijf van mijn mama.

November 2018. Het strafproces vindt plaats. Ondertussen zit de dader ongeveer anderhalf jaar vast. Tot dan ontkent hij ook al anderhalf jaar lang de gruwelijke feiten die hij op mijn mama gepleegd heeft. Zelfs tijdens het proces in eerste aanleg blijft hij volharden, ondanks het sluitend DNA-bewijs en de moedige, emotionele getuigenis van mijn mama. Uiteindelijk krijgt hij 19 jaar gevangenisstraf toegewezen (15 jaar voor mama, 4 jaar voor zijn ex), met een terbeschikkingstelling van 10 jaar. Het zal u niet verbazen dat hij tegen deze beslissing in beroep gegaan is.

Een jaar later (december 2019) vindt het beroepsproces, zoals ik het zelf noem, plaats. Daar geeft hij, (pas) drie jaar na de feiten, eindelijk zijn schuld toe. Resultaat? Zijn gevangenisstraf wordt aangepast tot een duur van 15 jaar (er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen beide misdrijven, waarna hij de maximumgevangenisstraf krijgt); plus 15 jaar terbeschikkingstelling.

Een gevangenisstraf zal (of eerder kan) nooit in verhouding staan tot het leed dat is aangebracht bij de slachtoffers. Daar ben ik me 100% bewust van. Gelukkig heeft “onze” dader de maximumgevangenisstraf gekregen. In heel wat andere gevallen komen de slachtoffers terug van een kale kermis.

Ondertussen bevinden we ons al jaren in een situatie waarbij mama fysiek nog in leven is, maar mentaal al lang niet meer. Afscheid is er nooit geweest, gemis alsmaar meer.

Hogere straffen

Ik begrijp oprecht niet waarom een verkrachting strafrechtelijk niet gelijkgesteld wordt met moord. Een slachtoffer van seksueel geweld krijgt op het moment van de feiten immers levenslang toegewezen. Het is als het ware een mentale moord op de persoon die je ooit was. Mijn mama heeft ook al vaak toegegeven dat ze die ochtend liever gestorven was. Het is hard om op te biechten, maar soms denk ik dat het ook voor mijn zus en ik makkelijker zou geweest zijn. Dan konden we tenminste rouwen. 

Ik verklaar me nader. Zoals ik eerder al schreef, heb ik sinds de start van mijn sabbatjaar mijn oude mama nooit meer teruggezien. De nieuwe versie is heel confronterend. Telkens wanneer ik mama nu zie, word ik opnieuw herinnerd aan de vreselijke feiten van die ochtend. Ze is fel vermagerd, ziet slecht (haar ogen werden immers tot moes geslagen die ochtend), ze kampt met zelfmoordgedachten, ze geniet niet meer van haar eten (haar gebit werd eveneens verwoest die ochtend), ze proeft en ruikt constant de dader, …

Oorspronkelijk dacht ik dat de tijd alle wonden zou helen, maar nu zelfs haar psychiater en psycholoog ten einde raad zijn, vraag ik me oprecht af of er hoop is voor de toekomst. Daar komt nog eens de euthanasie-aanvraag bij, die haar einde wel heel concreet begint te maken. Ondertussen bevinden we ons al jaren in een situatie waarbij mama fysiek nog in leven is, maar mentaal al lang niet meer. Afscheid is er nooit geweest, gemis alsmaar meer.

Toegegeven, in mijn mama haar plaats zou ik ook niet meer willen leven. Constant herinnerd worden aan wat er die ochtend gebeurd is door je fysieke en mentale letsels, nog maar te zwijgen over het vreselijke trauma… Daar bestaan geen woorden voor. Het woord ‘hel’ lijkt me nog zacht uitgedrukt. 

Laat me echter één ding (opnieuw) duidelijk maken: zonder de verschrikkelijke feiten van die ochtend zou mijn mama haar levensvreugde nooit zo snel opgebrand zijn. De dag dat ze komt te sterven mag er gerust een categorie aan het wetboek worden toegevoegd: uitgestelde moord.

Uiteraard bestaan er verschillende gradaties wat seksueel geweld betreft. De vergelijking met moord gaat wellicht niet altijd op. Daarmee wil ik andere verkrachtingszaken zeker niet minimaliseren. Een verkrachting is immers altijd een zeer ernstig misdrijf. Maar in mijn mama haar geval is er sprake van een verkrachting onder (uitzonderlijk) verzwarende omstandigheden. Gezien het zware leed waar ze tot op vandaag mee kampt en het feit dat ze geen uitweg meer ziet, vind ik dat een vergelijking met moord absoluut terecht is. De brutaliteit waarmee deze dader te werk gegaan is bij twee vrouwen, en de gevolgen die zijn daden teweeg gebracht hebben, lijken me immers perfect onder die noemer te passen. 

De strafrechtelijke gelijkstelling met moord zou twee grote voordelen met zich meebrengen. Enerzijds kunnen er dan hogere straffen opgelegd worden voor dergelijke wanpraktijken. Anderzijds komt een dader dan ook pas later in aanmerking voor een vervroegde vrijlating (en enkelband).

De wet-Lejeune en enkelband

Over die enkelband en de wet Lejeune, die stelt dat een dader na een zekere termijn van zijn straf (hier 1/3) een vervroegde vrijlating kan aanvragen, wil ik het nu even hebben. Gezien het feit dat zo goed als alle gevangenen ooit vrijkomen, lijkt me dit (vaak) een uiterst geschikte maatregel om de re-integratie in de maatschappij te bevorderen. 

Maar u hoort me vast al komen. “Vaak”, dus zeker niet altijd (of toch niet na zo’n korte termijn). Ik citeer mijn mama: “De wetten van justitie zijn misschien te universeel voor strafbare feiten. Zo is de wet-Lejeune begrijpbaar bij lichtere criminele feiten en zorgt het inderdaad voor een betere re-integratie in de maatschappij, evenals de bescherming van de maatschappij. Maar voor een slachtoffer van seksueel geweld, in combinatie met foltering en agressie, tot op de rand van de dood, voelt het opnieuw aan als een slag in het gezicht en een dader die vlotter zijn leven kan herbeginnen dan zijn slachtoffer.” 

Het feit dat Pascal P. na amper 5 jaar gevangenis al kan denken aan een enkelband en vervroegde vrijlating is inderdaad een regelrechte klap in ons gezicht. Hoe kan zo iemand verschrikkelijk, zo snel in aanmerking komen om zijn leven opnieuw op te pikken? Dat staat allesbehalve in verhouding tot het zware leed dat is toegebracht. Meer nog, dan vraag ik me af in hoeverre die rechten effectief een middel zijn om de re-integratie in de maatschappij te bevorderen. Gaat het dan niet eerder om twee middelen om de overbevolking in de gevangenissen op te lossen? 

Bovendien stel ik me ernstige vragen bij de opvolging van vrijgelaten daders en de inschatting van hun kans op herval. Verhalen van daders die hervallen circuleren namelijk regelmatig in de media. Ik vind dat iedereen een tweede kans verdient, maar dat moet wel op een goede manier gebeuren (lees: op een veilige manier voor de maatschappij). Ik leg me neer bij het feit dat Pascal P. ooit weer vrijkomt, maar dat mag niet leiden tot nog meer leed. Wat ik absoluut wil vermijden, is dat hij opnieuw dezelfde schade aanricht bij een vrouw en diens gezin. Daarnaast heeft Pascal P. vanaf het begin een gebrek aan schuldinzicht getoond; wat binnen justitie nochtans een essentiële factor is. Het feit dat hij drie jaar lang de gruwelijke feiten op mijn mama ontkend heeft, zegt volgens mij genoeg. Pas in beroep heeft hij zijn schuld toegegeven. Het resultaat? Vier jaar minder gevangenistijd. Dan stel ik me toch vragen bij de oprechtheid van dat schuldinzicht.

Ik citeer enkele ontmoedigende woorden die mijn mama onlangs uitsprak: “Ik moet eigenlijk al heel lang opnieuw in opname gaan, maar heb er gewoon het geld niet meer voor.”

Het financiële pijnpunt

Vervolgens wil ik het hebben over het financiële, en misschien wel meest schrijnende, pijnpunt. De horror (lees: trauma) waar een slachtoffer van seksueel geweld door moet, is al immens; laat staan dat daar nog eens financiële kopzorgen bijkomen.

Ik citeer enkele ontmoedigende woorden die mijn mama onlangs uitsprak: “Ik moet eigenlijk al heel lang opnieuw in opname gaan, maar heb er gewoon het geld niet meer voor.” En dat omdat haar hospitalisatieverzekering psychiatrische opname weigert te vergoeden; zoals deze vermeld heeft in een speciale clausule op haar naam.

 Ondertussen ontving ze van de dader 60 euro en 2.000 euro van het slachtofferfonds. Ik moet er echter geen tekening bij maken dat dit slechts een peulschil is van de totale kosten die mijn ouders intussen al hebben moeten betalen aan therapieën en dergelijke. Als men daardoor niet meer de noodzakelijke hulp kan krijgen die men nodig heeft dan lijkt me dat een zeer kritieke situatie. Tenslotte wil ik het nog even hebben over het burgerlijk proces; het proces waarin de schade wordt vastgesteld. Dat heeft bijna zes jaar na de feiten nog steeds niet plaatsgevonden.

Om de lichamelijke en mentale schade bij mama vast te stellen moest een gerechtsdeskundige aangesteld worden. Dat bracht een kostenplaatje van 2.000 euro voor de dader met zich mee. De dader gaf echter aan dat hij het bedrag niet kon betalen en wat toen gebeurde, tart mijn wildste verbeelding. De verplichting werd verschoven naar het slachtoffer, mijn mama. Dat is echt schandalig. Het is de wereld op zijn kop. Mijn mama weigerde dit bedrag uiteraard te betalen en daarom werd het burgerlijk proces zo lang uitgesteld. Uiteindelijk kwam het slachtofferfonds opnieuw tussenbeide. Daardoor kan het burgerlijk proces meer dan drie jaar na de veroordeling van de dader binnenkort (eindelijk) plaatsvinden.

***

Destijds kregen wij rechtvaardigheid in de vorm van een straf. Deze straf was een lichtpuntje in de duisternis waar wij al jaren in leven. Jaren later maakt deze rechtvaardigheid opnieuw plaats voor onzekerheid, woede en verdriet. Ik begrijp maar al te goed dat criminelen ook rechten hebben, maar bij sommige van die rechten wordt er precies geen rekening gehouden met de impact op de slachtoffers. In een tijd en maatschappij waarin seksueel geweld ongekende proporties lijkt aan te nemen, hoop ik dat deze zaak de start kan zijn van een ommekeer. Genoeg is genoeg. Het is tijd om een krachtig signaal uit te sturen naar alle huidige en toekomstige slachtoffers, maar ook naar potentiële daders. Men kan niet zomaar de grenzen van vrouwen (of mannen) blijven overschrijden en daar met veel privileges van af komen. Vechten zal ik doen. Tegen de dader, tegen alle mannen (en vrouwen) van zijn soort, tegen het systeem.

Ik dank u voor uw aandacht.

Met vriendelijke groeten

Wout Van Steenwinkel

Denk je aan zelfmoord en heb je nood aan een gesprek, dan kan je terecht bij de Zelfmoordlijn op het nummer 1813 of via www.zelfmoord1813.be.