Te veel “behandeld als kanonnenvlees”: gevreesde Tsjetsjeense elitetroepen alweer naar huis

Uit beelden en analyse van de troepen aan het front wordt momenteel geschat dat er nog hooguit een handvol Kadyrovtsy in Oekraïne zijn. De paramilitairen, genoemd naar de leider van Tsjetsjenië Ramzan Kadyrov, werden van bij de start van de oorlog bij het Russische leger gevoegd. Gevreesd voor hun meedogenloos optreden, liquidaties en ervaring met straatoorlogen moesten ze een sterk wapen zijn om het verzet te breken. Kadyrov volgde zo niet alleen de dwingende vraag om steun van Moskou op. Hij wilde ook een eigen rekening vereffenen. Aan de kant van het Oekraïense leger vechten in twee brigades ook veel Tsjetsjenen mee die gevlucht zijn tijdens de tweede Tsjetsjeense oorlog of voor het terreurbewind van Kadyrov. Hij zou een vervelend steentje in zijn schoen kwijt zijn bij een snelle Russische overwinning.

(Lees verder onder de foto)

Vooruit in de strijd gestuurd

Al in de eerste dagen van het offensief liep het fout. De Kadyrovtsy hadden de speciale opdracht gekregen om in de eerste twee dagen kopstukken van de Oekraïense regering uit te schakelen. Van dat plan kwam niets terecht. Rusland stuurde de Kadyrovtsy ook vooruit in de strijd om de luchthaven van Hostomel, niet ver van Kiev. Zo’n 450 strijders werden er met helikopters aangevoerd, maar moesten zich na hevige gevechten terugtrekken. Enkele dagen later werd een konvooi van de Tsjetsjeense paramilitairen in de buurt van Kiev vernietigd. Honderden strijders van de in totaal 1.200 man sterke krijgsmacht zouden zijn gesneuveld. Ook een van de commandanten van de drie bataljons, Magomed Tushayev, kwam om.

Er zouden momenteel alleen nog geïsoleerde groepen meevechten, onder andere in Marioepol. Na de zware verliezen in de eerste dagen zouden de Kadyrovtsy zich weggetrokken hebben van het front omdat ze zich behandeld voelden als kanonnenvlees. Ze hielden er zich vooral bezig met het filmen van zichzelf als propaganda op sociale media. Waar ze het tot grote onvrede van Moskou altijd hebben over een “oorlog” en niet over “een speciale militaire operatie”.

Lastige klanten voor het leger

De berichten over de terugtrekking komen van de Oekraïense veiligheidsdiensten, maar werden ongewild bevestigd in de Tsjetsjeense hoofdstad Grozny. Daar werd aangekondigd dat een nieuw legioen van 1.000 manschappen ter vervanging zal gestuurd worden, zonder mee te delen wanneer.

Of dat ook zal gebeuren, is niet zeker. De belangrijkste taak van de Kadyrovtsy kwam immers na de gehoopte overwinning: zorgen voor een schrikbewind waarmee ze bezette steden moesten controleren zoals ze ook in eigen land, Syrië en Georgië deden in opdracht van het Russische leger. In de oorlog waartoe Rusland momenteel door het Oekraïens verzet is gedwongen, zijn ze dus niet heel erg nuttig. Voor de Russische legerleiding zijn ze in die omstandigheden vaak zelfs een last. De Kadyrovtsy laten zich door niemand bevelen, behalve door hun eigen commandanten en Kadyrov zelf. De voorbije dagen werd op sociale media soms openlijk gespot met Russische bevelhebbers en leden van de militaire inlichtingendiensten.

Vrijwilligers gezocht

Kadyrov heeft ondanks zijn loyaliteit aan Moskou ook een hoogstpersoonlijke reden om zijn Kadyrovtsy zich niet te diep in de Oekraïense oorlog te laten wagen. Hij kan het zich niet permitteren een groot deel van zijn 12.000 man sterke leger in een ander land te verliezen. Ze zijn nodig om zijn stukje Rusland onder de knoet te houden. Er heerst dan ook een relatieve rust in Tsjetsjenië, die wordt afgedwongen door een schrikbewind. Ook Moskou loopt liever niet het risico dat het vuur in de eigen achtertuin opnieuw oplaait. Om toch nog Tsjetsjenen naar het Oekraïense front te krijgen, is er een rekruteringscampagne gestart. Vrijwilligers die zich voor de strijd aanmelden, krijgen bovenop een soldij van 900 euro per maand een intekenpremie van 2.000 euro en bonussen per geslaagde militaire actie. De reactie zou uiterst lauw zijn. De beloofde duizend man lijkt nog ver weg.