Amerikaanse ex-buitenlandminister Madeleine Albright (84) overleden

Onder president Bill Clinton werd ze in 1993 benoemd tot ambassadeur van de VS bij de Verenigde Naties. Die functie bekleedde ze tot begin 1997 toen ze werd aangesteld als minister van Buitenlandse Zaken. Ze gold toen als één van de machtigste vrouwen ter wereld.

Albright, geboren als Marie Jana Korbel, was van Tsjechoslovaakse afkomst. Haar familie, met joods bloed, vluchtte net voor de Tweede Wereldoorlog naar Londen. Na de oorlog keerde de familie terug naar Praag, om kort daarna naar Belgrado te trekken waar haar vader ambassadeur werd. Op tienjarige leeftijd trok Albright op kostschool naar Zwitserland. Toen de communisten de macht overnamen in Tsjechoslovakije, verhuisde de familie naar de VS. Albright sprak vlot vier talen: Tsjechisch, Servo-Kroatisch, Frans en Engels.

Die talenkennis en achtergrond kwam tijdens haar carrière goed van pas. Tijdens de Bosnische oorlog manifesteerde ze zich bij de VN als “hardliner” en pleitte ze voor de tussenkomst van de NAVO. Ook jaren later, in 1998, verdedigde ze het gebruik van geweld tijdens het Kosovo-conflict. Luchtaanvallen van de NAVO hielpen uiteindelijk bij het verdrijven van de Serviërs uit deze afvallige provincie, Kosovo bedankte haar met een standbeeld in de hoofdstad Pristina. In 2000 bracht ze een officieel bezoek aan Noord-Korea, en ontmoette ze president Kim Jong Il.

 Ze had het meeste spijt over de genocide in Rwanda in 1994 en het mislukken van het vredesoverleg in het Midden-Oosten, zei ze aan het eind van haar loopbaan. 

Na haar politieke carrière gaf ze nog les als professor in Washington DC en richtte ze een eigen consultancybureau op. Ze waarschuwde ook voor het fascismegevaar onder Donald Trump.

“Haar moed en vastberadenheid hebben geholpen om vrede te brengen in de Balkan, één van de meest onstabiele regio’s in de wereld”, zei toenmalig president Barack Obama toen hij Albright in 2012 de presidentiële ‘Medal of Freedom’ schonk.

Toen haar overlijden bekend raakte, werd er door het ministerie van Buitenlandse Zaken gewezen op de voorbeeldrol die zij vervulde als eerste vrouw die het Departement leidde. “Ze heeft letterlijk deuren geopend voor een groot deel van ons personeel”, aldus woordvoerder Ned Price.

“Albright heeft de loop van de geschiedenis helpen veranderen”, reageerde de Amerikaanse president Joe Biden vlak na zijn aankomst in Brussel. “Ze was een immigrante die op de vlucht was voor vervolging. En zoals zovelen voor en na haar was ze een trotse Amerikaanse. Om dit land waar ze van hield nog mooier te maken, brak ze door barrières. Keer op keer.”

Albright was klein van gestalte, maar viel wel op met haar kledingstijl en steeds opvallende broches. Ze had die in alle kleuren en maten, van ballonnen tot dieren, speciaal gekozen om uitdrukking te geven aan haar gemoed of opinie. 

Albright overleed aan de gevolgen van kanker. Ze laat drie dochters na: Anne, Alice en Katherine.