De Vlaemynck had donderdagavond een man die opgepakt was in een onderzoek naar drugshandel in de Brusselse Matonge-wijk, bijgestaan tijdens een zogenaamd Salduz-verhoor door de recherche van de Brusselse lokale politie. Toen diezelfde recherche korte tijd later een huiszoeking bij de verdachte uitvoerde, trof ze daar diens broer aan. In de gsm van die broer zou de politie vervolgens Snapchat-berichten gevonden hebben die afkomstig waren van meester De Vlaemynck en waarin die de broer zou verwittigd hebben van de op handen zijnde huiszoeking.

Vrijdagmiddag werd meester De Vlaemynck in het Portalis-gebouw, waar het Brusselse parket huist, gearresteerd. Hij werd vervolgens verhoord door de Brusselse politie en bracht de nacht in de cel door. Zaterdagvoormiddag werd de strafpleiter voorgeleid bij de onderzoeksrechter. Die stelde hem in verdenking van schending van het beroepsgeheim, van inbreuken op de Salduz-wet, die advocaten verbiedt te communiceren over de informatie die zij bekomen tijdens een Salduz-verhoor bij politie of gerecht, en van medeplichtigheid aan het bezit van verdovende middelen.

Aan de vrijlating zijn voorwaarden verbonden. Zo mag meester De Vlaemynck geen contact meer hebben met andere betrokkenen in hetzelfde dossier en mag hij minstens tijdelijk geen andere cliënten meer bijstaan tijdens Salduz-verhoren bij politie of de onderzoeksrechter.