Bartosz Hadyniak

Hoe de oorlog in Oekraïne wereldwijd honger zal veroorzaken

Als de oorlog in Oekraïne niet snel stopt, zullen er volgend jaar -over de hele wereld- 8 tot 13 miljoen meer mensen honger lijden dan nu. Oekraïne en Rusland zijn namelijk van levensbelang voor de voedselvoorziening in de wereld. Nu de export van granen uit die landen is stilgevallen, dreigt er een tekort en stijgen de prijzen. Het zijn de arme landen die de grootste gevolgen zullen dragen. 

analyse
Stijn Vercruysse
Stijn Vercruysse is expert Afrika voor VRT NWS.

Bekijk hier de "Terzake"-reportage van Stijn Vercruysse:

Videospeler inladen...

Landbouwnaties

Begin jaren 90 -na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie- stelden Rusland en Oekraïne weinig voor op de internationale graanmarkt: samen maakten ze maar 1,5 procent van de globale export van tarwe uit. 

Maar de laatste tien jaar is daar verandering in gekomen.  De Russische president Vladimir Poetin zette in op de export van basisvoedsel - zoals graan - en Oekraïne trok buitenlandse investeerders aan om zijn supervruchtbare grond te helpen bewerken. 

Nu komt bijna 30 procent van de wereldwijd verhandelde tarwe uit Rusland en Oekraïne. Ook voor gerst en maïs zijn beide landen zeer belangrijk, zoals in de grafiek hieronder te zien is.

Deel van de vorige oogst raakt niet weg

Door de oorlog in Oekraïne is de export van granen daar stilgevallen. Gelukkig is het grootste deel van de vorige oogst (van juni en juli 2021) al verscheept, maar een aanzienlijk deel blijft liggen in de opslagplaatsen: 8 miljoen ton tarwe in Rusland en 6 miljoen ton tarwe in Oekraïne.

Dat komt omdat 95 procent van de export verloopt via de havens in het zuiden van Oekraïne, door de Zwarte Zee naar de rest van de wereld (zie kaart hieronder). Die havens zijn nu vernield of gesloten. Rusland exporteert niet meer als gevolg van de sancties. 

Snel alternatieven vinden is moeilijk

Alleen al die 14 miljoen ton tarwe die nu blijft liggen, heeft al onmiddellijk gevolgen voor de voedselvoorziening in de wereld. Egypte, Turkije, Bangladesh en Iran wachten op dit moment op miljoenen tonnen geblokkeerd graan. Meer dan zestig procent van wat ze normaal invoeren, komt uit Oekraïne en Rusland. Ook Tunesië, Jemen, Libië en Pakistan zijn voor meer dan de helft van hun tarwe-invoer afhankelijk van die twee landen. 

Egypte

Egypte is een buitenbeentje. Meer dan 80 procent van de tarwe-import komt uit Rusland en Oekraïne. En tarwe is zeer belangrijk voor de Egyptenaren, want ze eten gigantisch veel brood. 

De Egyptische regering beweert dat ze het nog vier maanden uithouden met de voorraden in eigen land. Wellicht zegt ze dat om geen paniek te veroorzaken. Voedselrellen lagen destijds aan de basis van de Arabische Lente.

De Egyptische regering probeerde onlangs tarwe te zoeken in andere landen, maar dat is niet gelukt. Volgens Monika Tothova van de FAO (Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN) kunnen andere graanproducerende landen het tekort op korte termijn niet opvangen.

Joris Relaes, topman van het ILVO (Instituut van Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek), beaamt. "Voor dit jaar is dat onmogelijk, want de teeltplannen liggen al lang vast en ook niet alle zaden zijn voorradig."

Bluemoose/Wikimedia Commons/CC BY-SA 3.0

De volgende oogst is in gevaar

Op lange termijn kunnen de gevolgen nog veel groter zijn. Neem nu de wintertarwe, veruit de belangrijkste graansoort. Die zal tegen juni - juli klaar zijn om te oogsten. "Maar zal er wel kunnen worden geoogst?", vraagt Joris Relaes (ILVO) zich af. "Wie gaat dat doen als alle boeren meevechten aan het front? Is het niet te gevaarlijk?"

Op de kaart hieronder zie je de belangrijkste teeltgebieden voor tarwe. Daar is de aarde het vruchtbaarst. Het zijn net die gebieden waar het hardst wordt gevochten.

Volgens de FAO zal maar 30 procent van de velden kunnen geoogst of bewerkt worden. En de vraag blijft: zal wat er geoogst is, ooit het land uitgeraken?

Azië en Afrika worden het hardst getroffen

Volgens het FAO (Landbouw en Voedsel-organisatie van de VN) zijn het de landen die de meeste van hun granen uit Oekraïne en Rusland invoeren (en waar die een belangrijk deel van hun dieet uitmaken) die het hardst zullen worden getroffen. Het zijn vooral landen in Afrika en Azië die sterk afhankelijk zijn van de import uit Oekraïne en Rusland, zoals op de kaart hieronder te zien is. Bijna 50 landen halen meer dan 30 procent van hun import uit die twee landen.

Prijzen stijgen

Door het beperktere aanbod nu en de voorspellingen over wat er vanaf komende zomer zal beschikbaar zijn, stijgen de prijzen. "Een vuistregel voor de prijszetting van granen is: als voorraden slinken (en dat was al zo door de coronacrisis) ontstaat er zenuwachtigheid op de internationale markten", legt Joris Relaes uit, "en die is nu totaal".

Begin maart brak de tarweprijs het vorige record van 2008, toen er broodrellen ontstonden in verschillende landen, gevolgd door de Arabische Lente. 

Meer honger

Mensen die nu al meer dan 30 procent van hun gezinsbudget aan voedsel spenderen, zullen de zwaarste gevolgen dragen van de stijgende prijzen. Volgens de FAO zal basisvoedsel zeker 30 procent duurder worden dan nu, en de prijzen zijn nu al erg hoog door de coronacrisis.

De FAO verwacht daarom dat volgend jaar 8 tot 13 miljoen meer mensen  honger zullen lijden. "En dat is een conservatieve schatting", waarschuwt Monika Tothova (FAO), "waarschijnlijk zullen het er meer zijn".

Hulporganisaties in de problemen

Voor hulporganisaties als het Wereldvoedselprogramma (WFP) en Oxfam die voedselhulp geven in crisisgebieden is het voedsel ook duurder geworden. Ook zij kopen hun granen op de internationale markten, en dus voor een groot deel in Oekraïne.

David Beasley, topman van het WFP, gaf onlangs nog aan dat ze de voedselrantsoenen in onder meer Jemen, Tsjaad en Niger hebben moeten halveren. Oxfam vertelde vorige week nog dat ze nu meer geld moeten voorzien voor hun voedselhulp in Oost-Afrika, waar miljoenen mensen slachtoffer zijn van de ergste droogte in 40 jaar. Een ramp bovenop een ramp dus.

Daarbovenop vloeit er ook minder geld naar de humanitaire crisissen omdat Oekraïne de aandacht van de wereld afleidt. Hulporganisaties krijgen maar een fractie van hun benodigde fondsen bijeen.

Volgens de FAO zal de oorlog in Oekraïne trouwens nog jarenlang gevolgen hebben voor de voedselvoorziening in de wereld.

Meest gelezen