Ook GEMS houdt er op 9 april mee op, voorzitter Erika Vlieghe blikt terug: “In het begin te soft geweest”

Dat het Coronacommissariaat – Pedro Facon inclusief – ermee ophoudt, werd begin maart al aangekondigd. Nu blijkt dat ook de “Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19”, kortweg de GEMS, de boeken toedoet.

Voorzitter Erika Vlieghe is blij dat het zover is, al blijft ze de coronacijfers opvolgen. “Het is kunstmatig om te doen alsof corona helemaal voorbij is”, zegt ze in “De afspraak.” “De huidige 10.000 besmettingen per dag zijn een zware onderschatting, want steeds minder mensen laten zich testen. De intensieve zorg blijft dit keer dan wel gespaard, maar er zijn nog steeds veel patiënten in de ziekenhuizen. De druk op de bedden blijft.”

De voorbije twee jaren kreeg Vlieghe het regelmatig flink te verduren door haar voorzichtigheid over de coronamaatregelen en uitspraken als “we moeten stoppen met zo veel te zeuren”. “Ik meen dat nog steeds, al is het goed dat mensen mij er destijds op hebben gewezen dat het toen voor velen heel zwaar was”. 

Met de haat- en dreigmails leerde ze na verloop van tijd lachen. “In het begin kwam dat stevig binnen en vroeg ik me af waar ik in terecht was gekomen, maar het heeft enorm geholpen om er met collega’s binnen de GEES en GEMS over te spreken. Soms schreef iemand naar mij een dreigmail op een seksistische toon, en naar Geert Molenberghs op een agressieve. Soms werden we zelfs aan elkaar gekoppeld. Op den duur maak je daar grapjes over, je moet dat kunnen relativeren.”

Niet de kritiek, maar het gevoel te moeten babysitten gaf haar naar eigen zeggen het meeste stress. “Keer op keer zagen we hoe mensen dachten dat het gedaan was, maar intussen wisten wij dat het weer helemaal uit de hand zou lopen. We waarschuwden dan, maar vonden geen gehoor.” Sterker nog: een van de belangrijkste politici van ons land heeft op exact zo’n moment aan Vlieghe gevraagd waar die doden dan wel waren, want hij zag ze niet. “Het was niet leuk om achteraf toch gelijk te krijgen.”

Vlieghe schroomt niet om ook in eigen boezem te kijken. “De communicatie over de mondmaskers had bijvoorbeeld beter gekund. Ze waren er niet, dus we konden ze niet aan de hele maatschappij aanbieden, maar we hadden dat ook op die manier kunnen communiceren in plaats van te zeggen dat ze geen nut hadden.” 

Achteraf bekeken had Vlieghe nog voor het overwaaien van het coronavirus naar Europa, harder willen doorduwen op restricties voor internationaal reizen. “Daar zijn we als wetenschappelijke community te soft geweest.”

Of de infectiologe in de toekomst terug in haar rol kruipt mocht dat nodig zijn, durft ze vandaag niet te zeggen. “Dat hangt af van het beestje en de context. Hoe dan ook hebben we voorlopig nog genoeg te leren over dit virus. Wat hebben we gedaan, wat hadden we moeten doen, wat kon beter. Er wordt alvast heel hard gewerkt aan het versterken of creëren van extra verdedigingslinies.”