Archieffoto
Oscar Gonzalez/WENN.com

Advocate Jan Fabre op tweede procesdag over beschuldiging 'geen seks, geen solo': "Gebaseerd op roddels"

De advocaten van theatermaker en kunstenaar Jan Fabre wijzen alle beschuldigingen van de hand en vragen de vrijspraak. Fabre wordt aangeklaagd voor pesterijen, geweld en seksueel ongewenst gedrag op de werkvloer. Hij was zelf niet aanwezig in de rechtbank, maar liet aan het einde van de zitting wel een brief voorlezen door zijn advocate. Daarin biedt hij zijn excuses aan aan iedereen die hij een slecht gevoel gegeven heeft en gekwetst heeft. Het vonnis zal bekendgemaakt worden op 29 april. 

Vorige week kwamen de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie aan het woord. Vandaag hebben de advocaten van Fabre zijn verdediging gevoerd. 

Fabre staat terecht voor het vernederen en pesten van verschillende danseressen van zijn dansgezelschap Troubleyn. Hij wordt ook beschuldigd van seksueel grensoverschrijdend gedrag en aanranding. Zelf ontkent hij alle beschuldigingen.

Vorige week eiste het openbaar ministerie een effectieve celstraf van drie jaar voor de kunstenaar. Dat is de maximumstraf voor de feiten van pesterijen, geweld en seksueel ongewenst gedrag op de werkvloer, maar minder dan de vijf jaar cel die hij zou kunnen krijgen voor de andere tenlastelegging, aanranding van de eerbaarheid.

"Ontmenselijkt"

Volgens advocate Eline Tritsmans is het tijd voor nuance. "Deze zaak is volledig ontspoord", zegt ze. "Mijn cliënt is ontmenselijkt." Ze zegt dat ze Fabre niet wil ophemelen. "Hij is geen god en hij waande zich ook geen god. Hij kent zijn gebreken en hij wil eraan werken."

"Fabre heeft mij gezegd dat hij beseft dat hij een arrogante aristocraat is. Of op zijn Antwerps: een echte ambetanterik. Hij heeft een uitgesproken karakter, is impulsief, heeft enorm veel energie en gaat de confrontatie niet uit de weg", zegt ze. "Maar hij is ook een genereus persoon die het beste uit anderen wil halen."

Als er mensen negatieve ervaringen hebben gehad, dan spijt hem dat in het diepste van zijn ziel en biedt hij zijn excuses aan.

Eline Tritsmans, de advocate van Jan Fabre.

"Het gaat hier niet om weerloze minderjarigen, maar om sterke vrouwen die ervoor kiezen radicaal theater te maken", zegt advocaat van de verdediging Eline Tritsmans:

Videospeler inladen...

Ze wijst erop dat veel mensen achter de schermen hem ook zijn blijven steunen. "Er is een statement van meer dan 160 huidige en voormalige medewerkers die een ander beeld schetsen en meer dan 80 individuele getuigenissen, onder eed. Die gaan over een open cultuur, een bruisende cultuur, een creatieve werksfeer. Het is te gemakkelijk om al die mensen de mond te snoeren."

"Hij heeft ongetwijfeld fouten gemaakt in zijn 40 jarige carrière. Uiteraard zijn er problemen geweest. Als er mensen negatieve ervaringen hebben gehad, dan spijt hem dat in het diepste van zijn ziel en biedt hij zijn excuses aan."

"Maar Fabre is geen crimineel die moet worden opgesloten. Een straf van drie jaar effectief voor deze feiten, is niet te begrijpen. Hij heeft geen strafbare feiten gepleegd en is niet strafrechtelijk verantwoordelijk." De verdediging vraagt de vrijspraak. 

"Volgens Jan Fabre en zijn advocaat is deze zaak helemaal ontspoord", zegt justitiereporter Fatma Taspinar voor "Het journaal" in het Justitiepaleis van Antwerpen:

Videospeler inladen...

Wat zegt de verdediging over de werkwijze van Fabre?

De burgerlijke partijen haalden op de eerste procesdag aan dat Jan Fabre een toxische werkomgeving creëert door te roepen, door kwetsende bijnamen te gebruiken en door een zwijgcultuur te installeren. 

Hij zou ook het principe hanteren geen seks, geen solo. Wie geen seks had met Fabre zou professioneel worden gefnuikt. Er was ook sprake van een "semi-geheime fotopraktijk" waarbij hij "pornografische foto's" nam van danseressen en hen daarbij drugs en drank aanbood.

Tritsmans weerlegt deze aantijgingen aan de hand van wat 80 individuele getuigen vertellen over de werksfeer en het werkproces van Fabre. 

Over het roepen: "Jan Fabre ontkent niet dat hij soms roept. Er wordt geroepen omdat het moet. Omdat er afstand is tussen de regisseur en het podium, omdat er vaak veel mensen op het podium staan, soms is er tijdsdruk, is het intens of moet er discipline zijn. Is roepen nodig? Daarover kun je discussiëren, maar is dat strafbaar? Dat lijkt me niet het geval. Er wordt tegen iedereen geroepen. Het gaat niet over één persoon. Als je iemand pest, pik je er iemand uit. Maar als je tegen een hele groep roept, is dat geen pesten of geweld. Dat kan bedreigend overkomen, maar het is geen strafbare handeling."

Over de bijnamen: "Jan Fabre geeft bijnamen aan zijn performers. Dat is grappig bedoeld. Dat is een teken van genegenheid. Daar is nooit iets denigrerends aan. Dat die bijnamen racistisch zouden zijn, heeft hem heel hard geraakt. Dat is een steek in zijn hart. Hij is geen racist en gaat in tegen racistische meningen. Fabre heeft moeite met het onthouden van namen. En daarom geeft hij bijnamen, die vaak geïnspireerd zijn op het uiterlijk van de performer. Hij doet dat zowel bij mannen als vrouwen." 

Over de zwijgcultuur: "Dat er een zwijg- en angstcultuur zou zijn, dat kritiek zou worden afgestraft, dat klopt niet. Dat staat haaks op alle mensen die wij hebben bevraagd. Zij zeggen allemaal dat er een open cultuur is en dat dit de essentie is van Troubleyn. Openheid en respect zijn de basis van zijn artistieke werk. Alle producties komen tot stand op basis van improvisaties. Er is een constant wisselwerking tussen regisseur en performer."

Over het principe geen seks, geen solo: "Die praktijk bestaat absoluut niet. De slogan is bedacht door de schrijvers van de open brief en gebaseerd op roddels. Fabre heeft ontelbaar veel solo's geschreven voor dansers en danseressen die geen seks met hem hebben gehad. Het selectiecriterium was artistieke merites en talent. Hij maakte die keuze ook nooit alleen, maar in samenspraak met assistenten, dramaturgen en andere performers. Fabre heeft wel met een aantal solodanseressen een relatie gehad. Daaruit is de roddel ontstaan, maar die praktijk bestaat dus niet."

Over de fotoshoots: "Ook dat is van de pot gerukt. Fabre deed soms een beroep op performers als model. Misschien had hij dat achteraf gezien beter niet gedaan, maar het feit dat hij dat deed is niet zo eigenaardig. Elke beeldende kunstenaar doet een beroep op modellen. Er wordt veel ophef over gemaakt dat die fotoshoots naakt waren. Maar op het podium stonden de performers ook naakt, zonder schaamte. Die foto's zijn eigenlijk veeleer brave werken in vergelijking met het werk dat tot stand kwam binnen Troubleyn. De foto's waren zeker ook geen geheim. Ze werden gepubliceerd in het magazine Janus. Die lagen ook bij Troubleyn."

"Collectief creatieproces"

Volgens Tritsmans is het proces van Fabre al voor een groot deel in de media gevoerd. "Jan Fabre is gedemoniseerd. Hij zou een machtswellusteling zijn en er zou een zwijgcultuur zijn, maar dat klopt gewoon niet." 

Ze wil dat alles tot de juiste proporties herleid wordt. "Het gaat hier niet om weerloze minderjarigen, maar om sterke vrouwen die opgeleid zijn en ervoor kiezen om radicaal theater te maken met Jan Fabre."

Tritsmans spreekt van een bijzondere Fabriaanse context. Volgens haar moet je die context meenemen om te oordelen over wat normaal is en wat niet. "In Fabre zijn werk staat het menselijke lichaam centraal. Hij gaat intensief op zoek naar wat dat menselijk lichaam is en de sappen die eruit komen: bloed, zweet, sperma en tranen. Het is radicaal, niet conventioneel werk. Het wil taboes doorbreken."

"Op het einde van de zitting namen enkele slachtoffers zelf nog het woord. En Jan Fabre ook, via een brief, voorgelezen door zijn advocate", vertelt Dries Hiroux vanuit de rechtbank in "De wereld vandaag". Herbeluister hier het gesprek:

Ze zegt ook dat het niet klopt dat Fabre geen tegenspraak dulde. "De scènes kwamen steeds in samenspraak tot stand, in een soort collectief creatieproces. Dat was ook open bloot te volgen. De deuren van de repetitieruimtes stonden altijd open." 

"Camera's hebben het werkproces dagen lang gevolgd, maar die beelden, die we hebben aangeboden, zijn nooit bekeken tijdens het onderzoek. Daarom tonen we er nu een stukje van."

Ze beklemtoont ook dat het dansgezelschap Troubleyn een zakelijke leiding had en een raad van bestuur en dat het niet zo was dat Fabre er alles te zeggen had. "Hij was enkel met het artistieke bezig". 

"Nooit klachten ontvangen"

Tot de zaak in 2018 losbarstte, kwam er volgens Tritsmans nooit intern of extern melding van problemen met het gedrag van Jan Fabre bij Troubleyn. "Er zijn nooit klachten geweest, maar toch moest Fabre weten dat zijn gedrag onaanvaardbaar was?", vraagt de advocaat zich af.

Er zijn nooit klachten geweest, maar toch moest Fabre weten dat zijn gedrag onaanvaardbaar was?

Eline Tritsmans, de advocate van Jan Fabre.

Tritsmans somde tijdens de zitting een hele reeks personen of instanties op waar melding kon worden gemaakt van ongewenst gedrag. "Jan Fabre zelf, de raad van bestuur, de preventieadviseur, het ministerie van Cultuur, de stad Antwerpen, de arbeidsinspectie of de politie. Nergens werd er melding gemaakt", zegt ze. 

Pas in april 2018 zou er een eerste mail zijn geweest over een #metoo-ervaring bij Troubleyn. Maar de auteur daarvan zou niet zijn ingegaan op vragen om die toe te lichten. "We zouden het later wél in de krant lezen." 

"Publieke schandpaal"

In 2018 werd een open brief gepubliceerd, waarmee de bal aan het rollen ging. Daarin beschuldigden 20 ex-werknemers van Troubleyn Jan Fabre van grensoverschrijdend gedrag in het dansgezelschap. Ze hebben het over pijnlijke vernederingen, psychologische spelletjes, denigrerende en racistische commentaren, seksisme en machtsmisbruik.

Volgens Tritsmans hebben de vermeende slachtoffers elkaar beïnvloed door ervaringen uit te wisselen. "Door al die negatieve ervaringen samen te brengen, werd alles door één zwarte bril bekeken."

Een overheidsinstelling en minister mogen niet deelnemen aan een publieke schandpaal

Eline Tritsmans, de advocate van Jan Fabre.

Ze zegt dat de brief werd opgesteld door een "activiste" die op zoek was naar verhalen over seksisme in de danswereld. Hij zou ook "gefaciliteerd" geweest zijn door het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en toenmalig Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz zonder verder onderzoek te voeren of Fabre of Troubleyn te contacteren om na te gaan of de inhoud wel klopte. "Een overheidsinstelling en minister mogen niet deelnemen aan een publieke schandpaal", vindt ze.

De brief had tot gevolg dat de ene na de andere voorstelling van Fabre werd afgelast, volgens zijn advocaat omdat zalen "onder druk" werden gezet. "Het bleef niet bij geschreven woorden, er waren zelfs actiegroepen die bij de ingangen van theaters pamfletten gingen uitdelen", zegt advocaat Tritsmans. "Niemand kan dan nog genieten van een voorstelling. Het heeft ook een diepe impact nagelaten op de performers."

"Bewijzen flinterdun"

De verdediging benadrukt ook dat de bewijzen tegen Fabre flinterdun zijn en dat verhalen van de vermeende slachtoffers niet te controleren zijn. "Het gaat om feiten die teruggaan tot 2002 en dat is een probleem", zegt de verdediging. 

"Hoe langer de termijn die verstreken is, hoe moeilijker het is om nog tegenspraak te bieden. Het geheugen van betrokkenen en getuigen laat hen in de steek en de kans dat er nog stukken bewaard zijn die iets kunnen weerleggen wordt steeds kleiner." De verdediging vraagt zich ook af of de vermeende misdrijven niet op zijn minst gedeeltelijk verjaard zijn. 

"Verklaringen zonder verhoor"

Tot slot overloopt de verdediging de verklaringen van de vermeende slachtoffers. Van de meeste opgesomde feiten zou Fabre zich niets meer herinneren, maar als er bepaalde zaken zouden kloppen, zou het nooit kwetsend of objectiverend bedoeld zijn geweest.

Ze stellen dat de schriftelijke verklaringen vaak zonder enig verhoor in het dossier zijn beland en tegenstrijdig zijn of zelfs aantoonbaar onjuist. Een incident in een hotelkamer zou nooit hebben plaatsgevonden en ook van een behandeling als "privémuze" van een van de vermeende slachtoffers zou geen sprake zijn geweest. "Het kasteel waar dat laatste gebeurd zou zijn, was toen een landhuis in volle verbouwing", klinkt het. 

Een opmerking over een fotoshoot waarbij nog een andere fotograaf aanwezig zou zijn geweest, wordt vanuit de zaal ontkennend beantwoord door een van de burgerlijke partijen.

"Geen aanranding van de eerbaarheid"

De advocaten van Jan Fabre ontkennen dat er sprake is geweest van aanranding van de eerbaarheid van een van de burgerlijke partijen. "In een WhatsAppgesprek met een vriendin heeft de vrouw in kwestie het zelf over "us kissing" (wij die kussen, red.), en dus niet over Jan Fabre die haar kuste", klinkt het.

De verdediging wijst erop dat alleen Fabre en het vermeende slachtoffer zelf bij het incident aanwezig waren. Dat er een tongzoen was tussen de vrouw en Fabre wordt niet ontkend. De vrouw zou dat ook kort na de feiten hebben gezegd aan andere medewerkers. "Niemand heeft van haar vernomen dat dat tegen haar zin zou zijn geweest", zegt de verdediging. 

"Pas een jaar later heeft ze aangegeven dat ze zich er niet goed bij zou hebben gevoeld. Jan Fabre heeft zich toen onmiddellijk geëxcuseerd." De twee werkten na de kus trouwens nog samen en Fabre zou haar geen solo hebben afgenomen omdat ze hem zou hebben afgewezen, klinkt het.

Twee slachtoffers nemen het woord

In de replieken vragen de burgerlijke partijen om Fabre te veroordelen. "Dit was grensoverschrijdend gedrag op heel veel fronten en bij veel mensen. De verklaringen zijn betrouwbaar en stemmen overeen. Wij vragen meneer Fabre te veroordelen."

Aan het einde namen nog twee slachtoffers het woord. "Wij vechten voor veiligheid op de werkplaats, niet alleen in de culturele sector, maar overal", zei een vrouw. "We zijn justitie zeer dankbaar dat u ons wil aanhoren." 

Een andere vrouw voegde eraan toe dat aan de slachtoffers gevraagd wordt om te spreken en om melding te maken. "Dat heb ik gedaan. Maar onze verklaringen worden nu teniet gedaan, omdat niemand het gezien zou hebben. Dat is zeer pijnlijk." 

Brief van Jan Fabre

Aan het einde van de zitting las de verdediging nog een brief voor van Jan Fabre. Daarin stelt hij dat het voor dansers niet evident is om in zijn gezelschap opgenomen te worden. Hij zegt dat de dansers die klacht ingediend hebben allemaal sterke karakters zijn met zeer veel talent. "Ik ben als theaterkunstenaar niets zonder hen. Mijn theater en danscreaties zijn geïnspireerd door hun specifieke talenten, karakters en persoonlijkheden."

"Ik heb nooit acteurs en dansers willen kwetsen. Ik bied mijn oprechte verontschuldigingen aan wie zich gekwetst voelt, aan wie zich door mij slecht heeft gevoeld. Ik wens jullie de anarchie van de liefde en schoonheid toe."

De volledige (handgeschreven) brief van Fabre kan je hier lezen.

Meest gelezen