Direct naar artikelinhoud
PortretJean-Luc Mélenchon

Een radicaal-linkse anti-Macron van 70 jaar heeft plots de wind in de zeilen voor de Franse verkiezingen

Jean Luc Melenchon tijdens een verkiezingsrally eerder deze week.Beeld Photo News

Voor de finale van de Franse presidentsverkiezingen stond het scenario al vast: net als vijf jaar geleden zou president Emmanuel Macron het, in april, opnemen tegen Marine Le Pen van Rassemblement National. Maar plots is daar de opmars van Jean-Luc Mélenchon, een radicaal-linkse zeventiger. Wat verklaart zijn succes? 

Van onder het half neergelaten rolluik komt een hoofd naar buiten gestoken. ‘Bent u rijk?’, roept de vrouw naar het gezelschap onder haar raam. ‘Niemand van ons is rijk, mevrouw. Anders zouden we hier niet zijn!’ Nou vooruit, steek dan maar een flyer door het raam. Niet dat ze van plan was te gaan stemmen – ‘Ik ben te slecht ter been. Maar dan heb ik in ieder geval wat te lezen.’

Aan Lille, de Noord-Franse stad die rijk werd met de ooit florerende textielindustrie, heeft Emmanuel Macron mede zijn presidentschap te danken. Bijna 80 procent van de inwoners stemde hier in 2017, bij de vorige Franse presidentsverkiezingen, op hem. Maar in Lille-Sud, een volkswijk aan de rand van de stad, moeten de bewoners niets weten van de ‘président des riches’ – de president van de rijken. De vraag is hier vooral: wie van de andere kandidaten maakt de grootste kans het in de tweede ronde tegen hem op te nemen?

Het antwoord op die vraag leek al tijden vast te liggen: net als vijf jaar geleden zou de strijd om het Franse presidentschap gaan tussen Emmanuel Macron en zijn rivaal Marine Le Pen, leider van Rassemblement National. Natuurlijk, er waren momenten dat een alternatief scenario mogelijk leek. De stormachtige opkomst van Eric Zemmour, de extreemrechtse polemist en voormalig journalist van dagblad Le Figaro, deed vrezen voor een Franse (intellectuele) versie van Donald Trump. En de verkiezing van Valérie Pécresse als kandidaat voor Les Républicains leek ook haar partij even momentum te geven. Maar dat waren slechts varianten op hetzelfde verhaal: de grote finale wordt hoe dan ook gespeeld op rechts. 

En toen was daar eind maart ineens die symbolische grens. De radicaal-linkse leider Jean-Luc Mélenchon, die in de peilingen maandenlang rond de 10 procent had gebungeld, overschreed met zijn gestage opmars voor het eerst de 15 procent. Zo verruilde hij zijn vijfde plaats voor een positie direct achter Le Pen – terwijl Zemmour en Pécresse het nakijken hadden (beiden staan nu op 10,5 procent in de peilingen). 

Hoewel het nog altijd niet waarschijnlijk lijkt dat Macron het eind april in de tweede ronde opneemt tegen een linkse uitdager, is het grote verschil met afgelopen maanden dit: plotseling is het mogelijk. En dat is bijzonder in een campagnetijd waarin (extreem)rechts tot dusver de toon heeft gezet. Wie is Mélenchon, wat is zijn aantrekkingskracht, en wat zegt zijn populariteit over de staat van links in politiek Frankrijk?

‘Jong, knap, en de verrader van de hele linkse intelligentsia: dat is Macron’, vat Gabriel Angué het in Lille-Sud bondig samen. ‘Mélenchon is de anti-Macron.’ Dat wil zeggen: 70 jaar en koersvast, met een klassiek linkse boodschap. Tegen globalisering en tegen ongelijkheid, voor verhoging van het minimumsalaris en de belastingen voor rijken. En, heel belangrijk: ‘Waar Macron de pensioenleeftijd wil verhogen van 62 naar 65 jaar, stelt Mélenchon een verlaging voor naar 60 jaar.’

Angué – rode broek, lange haren in een staart bijeengebonden – is op pad met de verkiezingskaravaan van Mélenchon, die buitenwijken en uithoeken in heel Frankrijk doorkruist om potentiële kiezers naar de stembus te krijgen. ‘Veel mensen die fan zijn van Mélenchons ideeën, zijn geneigd niet te gaan stemmen. Hier gaan we van deur tot deur om ze te overtuigen dat hun stem ertoe doet.’

Hij heeft er speciaal twee weken vrij voor genomen. In het dagelijks leven werkt hij op het ministerie van Gezondheid. ‘Vooral in de pandemie heb ik van dichtbij gezien hoe groot de minachting van de Franse regering is richting de zorg, richting alle gewone Fransen. Frankrijk verdient beter.’

Voor de troepen uit

Mélenchon, de leider van La France Insoumise (Opstandig Frankrijk) is beslist geen nieuwkomer. Vanaf de jaren zeventig klom hij op in de rangen van de Parti Socialiste, waarvoor hij onder meer minister voor Beroepsonderwijs was. In 2008 nam hij afscheid van de partij; de koers was hem niet links genoeg meer. De voormalig leraar en ex-trotskist begon zijn eigen partij, die door de jaren heen herhaaldelijk van naam zou veranderen maar koopkracht en klassenstrijd als prioriteiten behield. 

Daarmee liep hij voor de troepen uit, zou je kunnen zeggen. Wie je het ook vraagt – van kiezers tot experts – het antwoord op waarom links Frankrijk zo naar de marge is verdwenen, luidt steevast: François Hollande, Macrons socialistische voorganger. Hij werd verkozen met een uitgesproken linkse agenda. ‘Mijn vijand is de financiële wereld', was zijn boodschap – Hollande zou de rijksten zwaarder belasten en het sociaal stelsel hervormen. Maar eenmaal president kwam van die belofte vrijwel niets terecht. Zijn beleid was gunstig voor bedrijven, maar de werkloosheid bleef stijgen. Linkse kiezers zagen hem als een verrader. 

Voor de troepen uit
Beeld AFP

Hollandes Parti Socialiste, die meerdere Franse presidenten leverde, is zijn presidentschap nooit meer te boven gekomen. De huidige socialistische presidentskandidaat, de Parijse burgemeester Anne Hidalgo, staat in de meest recente peilingen op 2 procent van de stemmen. In Franse media wordt druk gespeculeerd over de naderende doodsteek. Als Hidalgo in de eerste ronde de 5 procent niet haalt, krijgt de partij de miljoenen euro’s aan campagnekosten zo goed als niet vergoed. Maar ook andere linkse partijen raakten besmet door de vertrouwensbreuk van Hollande – hun marginale positie wordt doorgaans aan hem geweten. 

Dat wil niet zeggen dat Fransen per definitie rechtser zijn geworden. Volgens Vincent Tiberj, onderzoeker aan de universiteit van Bordeaux en  gespecialiseerd in kiezersgedrag en politieke psychologie, zijn Fransen nog altijd zeer gevoelig voor thema’s als herverdeling en sociale gelijkheid. Ook koopkracht en klimaatverandering scoren hoog in de zorgenlijstjes van kiezers. De zwakke positie van linkse partijen is volgens Tiberj dan ook eerder een kwestie van aanbod dan van vraag. 

Heetgebakerd

Over Mélenchon zijn linkse kiezers evenmin onverdeeld enthousiast. Hij is zowel heetgebakerd – ‘mediterraan’, zeggen de vrijwilligers van de karavaan in Lille – als een begaafd spreker, die zijn speeches doorspekt met historische analyses en grote ideologische beschouwingen. Zijn aantrekkingskracht zit meer in zijn verhaal dan in zijn persoonlijkheid, die ook wel als autoritair en egocentrisch wordt getypeerd. 

Bovendien is er die radicale kant, die toch ook linkse kiezers afschrikt. Onlangs nog – de Oekraïense oorlog was al gaande – noemde Mélenchon de Navo een 'nutteloze organisatie die spanningen uitlokt’. Daarnaast schroomt hij niet om Europese regels te negeren als dat beter is voor de Franse 'gezamenlijke toekomst’, en bepleit hij een herziening van de grondwet om de stem van het volk sterker te verankeren – een revolutionair idee waarvan onzeker is waar het toe leidt.

Maar kan Mélenchon Le Pen uit de tweede ronde houden? Net als voor haar wordt dit zijn derde gooi naar het presidentschap. Ook in 2017 zat hij haar op de hielen: Le Pen haalde destijds de tweede ronde met 21,30 procent van de stemmen, tegenover 19,58 voor Mélenchon. Nu gokt hij op het terughalen van een deel van de klassieke arbeiders-achterban, die de afgelopen jaren naar Le Pen is overgestapt. Maar ook Le Pen blijft stijgen in de peilingen en staat intussen op 21,5 procent (tegenover 15 voor Mélenchon).

De vraag is wat andere linkse partijen zullen doen. Anders dan in 2017, toen Macrons programma een combinatie leek van economisch rechts en progressief links, is diens boodschap intussen uitgesproken rechts. Volgens onderzoek van denktank Jean Jaurès is zo’n 40 procent van de kiezers die normaal socialistisch, groen of communistisch stemmen bereid eventueel Mélenchon te stemmen.

Of ‘hun’ kandidaten zich op de valreep achter de radicaal-linkse leider zullen scharen in een poging de krachten te bundelen, valt te bezien. Tot dusver hebben alleen enkele individuele (oud)politici daartoe opgeroepen. Opvallend voorbeeld: Ségolène Royal, voormalig presidentskandidaat voor de Parti Socialiste en de ex-partner van François Hollande. 

Vrede en werk

Maar Lille-Sud kan niet langer wachten. Buurtbewoner Agnès Pinson, die zich bij het campagneteam heeft aangesloten, stemde altijd al links – voorheen Parti Socialiste. ‘Maar toen ik een aantal jaar geleden hier kwam wonen, zag ik pas echt hoe groot de armoede en ongelijkheid is. De daklozen die je ziet als je de metro naar je werk neemt, al die studenten die in coronatijd naar de voedselbank moesten gaan… Dat kan toch niet bestaan in een van de grootste economieën ter wereld?’ 

Het campagneteam van Mélenchon wordt vanavond alvast hartelijk ontvangen. ‘Als je hier woont, stem je op hem!’, roept Khaiali Jamina vanuit haar auto als ze de vrijwilligers voorbij ziet komen. ‘Hij is open naar moslims en spreekt eerlijke taal, daar houd ik van. En kijk al die blije mensen. Dat is wat we zoeken: vrede, een glimlach. En werk.’