"Vranckx en de Nomaden" naar vroegere internaten voor inheemse Amerikanen: "Dood de indiaan, red de mens"

Tussen 1870 en 1970 gingen honderdduizenden kinderen naar internaten voor inheemse Amerikanen. Sommigen deden dat vrijwillig, op zoek naar een uitweg uit de wijdverspreide armoede in reservaten. Maar de meesten werden onder dwang uit hun gemeenschappen gehaald en duizenden kilometers verder in een kostschool geplaatst. Vandaag is het effect van dat beleid nog steeds voelbaar in de gemeenschappen. "Vranckx en de Nomaden" trok ernaar toe.

Augustine Warledo ging naar een internaat voor inheemse kinderen zodra ze zes jaar oud was, in 1948. Net zoals andere kinderen werd ze geïsoleerd van haar familie, taal en cultuur. Binnen de vier muren van de school werd ze gedwongen geassimileerd. De inheemse tradities werden er taboe en de witte onderwijzers en opzichters leidden de school met een superioriteitsgevoel. Wie geen Engels sprak of de militaristische regels niet volgde, kreeg lijfstraffen. “Pas twintig jaar nadat ik de school verliet, durfde ik weer mijn moedertaal te spreken. Ik leerde het nooit aan mijn kinderen - zo diep zat de schaamte voor mijn achtergrond.”

Videospeler inladen...

De controversiële kostscholen hebben diepe wortels in de Amerikaanse geschiedenis. Aan het einde van de negentiende eeuw voerde de regering van de Verenigde Staten oorlog tegen de meeste inheemse volkeren. Die oorlog bleek te duur voor de schatkist van de staat, toonde een studie in 1881. Eén strijder uitschakelen kostte het Amerikaanse leger toen gemiddeld een miljoen dollar aan middelen en manschappen. Maar een kind acht jaar lang onderdompelen in een kostschool die de witte Amerikaanse cultuur propagandeert, zou maar 1.200 dollar kosten.

In 1879 werd er een nieuw internaatsbeleid ingevoerd om inheemse culturen en gemeenschappen systematisch te vernietigen. De filosofie was meedogenloos: "Dood de indiaan, red de mens." In totaal werden er meer dan 367 kostscholen voor inheemse kinderen opgericht, door de Amerikaanse staat of door Christelijke kerkgemeenschappen, die daarvoor door de overheid gesponsord werden.

Uniformen, zware arbeid en goed bewaarde geheimen

Op de campus van de Chilocco Indian Agricultural School is het vandaag muisstil. De imposante, kalkstenen gebouwen boden ooit onderdak aan meer dan 17.000 studenten. Vandaag zijn de houten daken ingestort, de poorten met hangsloten vergrendeld, de muren met verbodsborden beplakt en de ramen ingeslagen. 

“Ik herinner me vooral gelach,” zegt Jim Baker, oud-student van Chilocco die voor de sluiting van de school in 1980 ook enkele jaren opzichter werd. Hij is nostalgisch naar de plek die hem heeft doen opgroeien, maar onderstreept ook de zware leefomstandigheden. 

Tot de jaren 1930 hanteerde de school een strikt militair regime. “Tweeëntwintig keer werd de bugel geblazen,” vertelt Baker. “Leerlingen droegen uniformen van de regering, kregen karige maaltijden en moesten hard werken op het veld of in de garage om de school te onderhouden." 

In de jaren vijftig werd het leven op Chilocco minder strikt, maar de inheemse cultuur werd nog altijd uitgewist. Volgens Baker was de school "een thuis en toevluchtsoord voor sommigen, een tuchthuis en gevangenis voor anderen." Charmain Baker, Jim’s echtgenote, wordt emotioneel wanneer we de oude slaapzalen binnenwandelen. “Het heeft me veertien jaar gekost om dit alles een plaats te geven,” fluistert ze zacht.

Kijk hier naar een fragment uit de reportage. Hieronder gaat het artikel verder.

Videospeler inladen...

Het internaatsbeleid beïnvloedt veel inheemse gemeenschappen nog steeds. “Alcoholisme, verwaarlozing, mishandeling,” noemt Augustine op, “zo gaven oud-studenten hun leven na het internaat vorm. Van je leerkrachten en opzichters kreeg je alleen maar te horen dat je niets waard was, dus dat ga je na een tijdje ook geloven. Nooit toonde iemand dat die me lief had. Ik kon het dus ook nooit aan mijn eigen kinderen overbrengen. Geen enkele keer zei ik: ik hou van jou.”

Het heeft me veertien jaar gekost om dit alles een plaats te geven

Veel oud-studenten praatten nooit met hun familie over hun verleden op de scholen. De laatste jaren wordt het gesprek stilletjes aan voor het eerst gevoerd. Van het eetfestijn bij de Cherokee Nation tot het buurtcentrum van de Ponca Tribe of Oklahoma, als het gesprek ter sprake komt, blijkt iedereen iemand te kennen die uit bed gelicht werd om de daaropvolgende jaren op internaat door te brengen. 

Velen mijmeren over vriendschappen die ze er maakten. Even veel vertellen anekdotes over je mond minutenlang te moeten wassen met een groot stuk zeep, armen vol littekens en brandwonden, urenlang opgesloten zitten in een bezemkast, zelfmoordpogingen en verstoten worden wanneer je weer naar huis keert. Ook seksueel misbruik tierde welig op de scholen, getuigen mensen die graag anoniem blijven. 

“Ik was elf jaar,” vertelt Shadow. “We hadden een mannelijke opzichter, heel groot en streng. Hij was gemeen als we in groep waren, maar nadien zocht hij me op en deed hij lief. Het was de eerste keer dat ik een witte man vriendelijk wist zijn, maar hij eiste wel seks in ruil.” Het misbruik ging jarenlang door. “Op mijn veertiende liet hij me als een baksteen vallen voor een ander meisje. Niemand van mijn familie weet ervan, maar op school was het een publiek geheim.”  

Een officieel onderzoek

Vandaag gaat Augustine samen met haar kleindochter Vanessa (34) op zoek naar de puzzelstukjes in hun familiegeschiedenis. Samen proberen ze deze zwarte pagina in de geschiedenis weer onder de aandacht te brengen, maar ook de band met hun cultuur weer aan te halen. Augustine leert Vanessa nu Mikasuki, de taal die de Seminole Nation of Oklahoma spreekt. Ze bezoeken het Seminole Reservaat en oefenen de traditionele dans die tijdens ceremonies wordt gevoerd.

Kijk hier naar een fragment uit de reportage. Hieronder gaat het artikel verder.

Videospeler inladen...

Het leven van Vanessa, die opgroeide in Chicago, kreeg twee jaar geleden pas deze draai. “Ik was absoluut niet bezig met inheemse cultuur of met activisme. Nu kan ik m’n mond er niet meer over houden. Wegkijken is een privilege dat mijn grootmoeder niet had.” 

Vanessa’s interesse in Augustine’s verhaal werd gewekt door een toespraak van Deb Haaland, de huidige minister van Binnenlandse Zaken in de VS en de eerste inheemse Amerikaanse minister in de geschiedenis van het land. “Ze vermeldde dat haar ouders naar een kostschool gestuurd waren,” herinnert Vanessa zich. “Dus ik belde naar mijn grootmoeder en vroeg haar: zat jij ook niet op internaat? Wat is er daar gebeurd?”

Om een antwoord op die vraag te krijgen, werkt het Amerikaanse ministerie van Binnenlandse Zaken nu aan een rapport over de leefomstandigheden in de scholen. Van de scholen die tot nu toe door de National Native American Boarding School Healing Coalition zijn geïdentificeerd, zijn amper 40% van de archieven gevonden. De verblijfplaats van de rest is onbekend.

We kennen de doodsoorzaak van slechts tien kinderen die hier begraven zijn

Hopelijk beantwoordt het officiële rapport binnenkort het grootste mysterie: hoeveel kinderen overleden er op de kostscholen? Alle inheemse kostscholen hadden een begraafplaats, enkele honderden meters naast de klaslokalen of slaapzalen. “We kennen de doodsoorzaak van slechts tien kinderen die hier begraven zijn,” zegt Charmain Baker in Chilocco. “Ik word misselijk als ik eraan denk hoe de anderen misschien zijn gestorven.”

Kijk hier naar een fragment uit de reportage. Hieronder gaat het artikel verder.

Videospeler inladen...

Op basis van archiefmateriaal heeft de oud-studentenvereniging van Chilocco een lijst opgesteld met 67 namen van kinderen die hier begraven liggen. Maar een bodemradar heeft 125 verzakkingen geïdentificeerd, die nu als graven gemarkeerd zijn. Onlangs vond een vrijwilliger die de grasvlaktes op de campus onderhoudt nog drie nieuwe graven. Toch waarschuwt Jim voor massahysterie. Volgens hem maakten ziekte en ongelukken deel uit van het leven op internaat.

Waar zijn ze?

In de VS had elke kostschool voor inheemse kinderen zijn eigen begraafplaats. "Dat zegt al veel," meent Vanessa. “Het is onvoorstelbaar dat een school vandaag een begraafplaats naast de deur aanlegt met de verwachting dat een percentage van de leerlingen die er komen, zullen sterven.” Chilocco is dan ook niet de enige school waarvan de grafstenen wenkbrauwen doen optrekken. 

De begraafplaats van de Carlisle Indian School opende slechts vier maanden na de opening van de school, toen de stoffelijke resten van twee pas overleden leerlingen er werden bijgezet. Tussen 1880 en 1918 werden minstens 186 personen bijgezet op deze begraafplaats. 

Uit overheidsdocumenten blijkt dat nog eens minstens 500 studenten stierven en elders werden begraven. Tenminste één kinderkerkhof behoort tot de Riverside Indian School. Door een gebrek aan gegevens weet niemand met zekerheid hoeveel kinderen hier zijn begraven sinds de opening van de school in 1871, noch waar alle graven zich bevinden.

De hoogste schatting van het dodental komt van het Dartmouth College. Volgens wetenschapper Preston McBride zijn liefst 40.000 inheemse Amerikaanse kinderen mogelijk gestorven aan de slechte verzorging van deze door de overheid gerunde kostscholen door ongelukken, besmettelijke ziekten en mishandeling. 

Volgens de hoogste schatting zijn liefst 40.000 kinderen mogelijk gestorven in Amerikaanse internaten

Ondanks de onenigheid binnen de inheemse gemeenschappen over de manier waarop het verleden moet worden benaderd, lijkt iedereen het erover eens dat de eerste stap documentatie is. De nood aan antwoorden inspireerde al nationale protesten, raplyrics, kunstinstallaties en landbezettingen. Het nieuwe rapport van het ministerie was voor velen een lichtpunt, maar de beloofde deadline is dit weekend verjaard. “Onze analyse zal de basis vormen voor toekomstige inspanningen om die inheemse volkeren en de families van de gestorven kinderen te eren,” zegt het ministerie in een reactie per e-mail. “We delen deze informatie zo snel mogelijk”. 

Op het terrein horen we gemengde reacties. “Wij zijn alvast nooit gecontacteerd,” zegt Jim Baker. 

Meest gelezen