Direct naar artikelinhoud
AnalyseBart Eeckhout

Een kopie van de crisisjaren 70 komt wel erg dichtbij, met een energieschok, economische onzekerheid en regering verlamd door onmin

PS-kopstukken Paul Magnette en Elio Di Rupo lachen nog in 2020, maar gaan nu zware tijden tegemoet. De partij verkent peiling na peiling historische dieptes rond de 20 procent.Beeld BELGA

Geen enkele partij zit zo nerveus in de federale regering als de PS van Paul Magnette. Een blik op Wallonië leert waarom. Hoofdcommentator Bart Eeckhout analyseert de politieke week.

Komt de bouw van nooddorpen voor de opvang van Oekraïense vluchtelingen in Vlaanderen maar langzaam op gang, dan lijkt het erop dat er in Wallonië helemaal geen extra noodhuisvesting gaan komen. Te gevoelig, zei de Naamse burgemeester Maxime Prévot (les Engagés, ex-cdH) aan de VRT. “Er zijn slachtoffers van de overstromingen die nog steeds geen bevredigende oplossing hebben voor hun huisvesting. Die zullen dat moeilijk begrijpen.” 

Net zoals bij de catastrofale watersnood van afgelopen zomer speelt ook nu mee dat het Waalse gewest en de Franse gemeenschap simpelweg geen geld hebben om de nood te lenigen. Het is niet de enige keer in deze crisistijd dat de regering-Di Rupo zwijgt. Wordt in Vlaanderen (terecht) gemopperd over de aarzelende inspanning van de Vlaamse regering om de energieschok te verlichten, dan doet de Waalse gewoonweg niets. Niet omdat ze niet wil, maar omdat ze niet kan. 

Bart Eeckhout.Beeld dm

Et si la Wallonie tombait en faillite”, zo luidde eind januari de onheilspellende titel van een  dossier in de Franstalige krant La Libre Belgique. Het Waalse gewest kreunt onder een enorme schuldenlast. Eind dit jaar zou de schuld 33 miljard bedragen. Dat is meer dan het dubbele van de situatie in 2010, maar vooral ook meer dan het dubbele van de inkomsten: voor elke euro die het gewest ontvangt, geeft het er dus twee uit. Bij ongewijzigd beleid stijgt de schuld tegen 2030 door naar 48 miljard. Dit zijn beramingen die nog niet eens rekening houden met de mogelijke economische gevolgen van wat in Oekraïne en Moskou gebeurt. 

Driedubbele wurgkoord

Natuurlijk zijn die cijfers de spiegel van een regio in precaire staat. De verklaring is complexer dan in de vernederende Vlaams-nationalistische diagnoses over luie Walen aan het overheidsinfuus. In een exporteconomie is het lastig rechtkrabbelen zonder rechtstreekse toegang tot een grote zee- of luchthaven. Dan nog blijven de povere resultaten de politieke erfenis en verantwoordelijkheid van de eeuwig grootste partij in het gewest: de Parti Socialiste. Liefst 15 procent van de jonge Walen tussen 18 en 25 zit noch op school, noch in een opleiding, noch in een job. Dat kan je moeilijk aan de geografie of de industriële geschiedenis blijven wijten.  

Het magere rapport hangt inmiddels als een driedubbele wurgkoord rond de nek van de PS, die met Elio Di Rupo nog altijd de minister-president van het Waalse Gewest levert. Het valt moeilijk te ontkennen dat het beleid van de voorbije decennia onvoldoende gewerkt heeft. Symbool van dat teleurstellende bestuur is het onvermogen om Waals gewest en Franstalige gemeenschap te fuseren, wat leidt tot een inefficiënte, stroperige administratief beleidsdoolhof. Het tweede wurgkoord is dat de schuldopstapeling nu al de ruimte opvreet om nieuw beleid te voeren. 

Het derde koord is het sombere vooruitzicht van de impact van de aangepaste Financieringswet. Vanaf 2024 wordt er jaarlijks 60 miljoen extra weggeknipt uit de federale dotatie voor Wallonië. Bij de vorming van zijn federale regering, in 2011, stemde Elio Di Rupo in met dat onderdeel van de zesde staatshervorming, in de verwachting dat Wallonië er tegen 2024 wel beter voor zou staan. Dat wil maar niet lukken. De kans is reëel dat Franstalig België in 2024 toch weer moet bedelen om een herfinanciering, in ruil voor een verdere splitsing van het land. 

Dat is het gedroomde scenario van N-VA (en CD&V), maar zo ver zijn we nog niet. Tot overmaat van ramp voor de PS (maar dus eigenlijk ook van de N-VA) teert de radicaal-linkse PTB-PVDA in op het PS-electoraat. De verschuiving gaat snel: in 2014 was de PS nog goed voor 30 procent, de PTB voor een kleine 6 procent. Te oordelen naar de jongste peilingen zou dat verschil in 2024 weleens bijna volledig verdampt kunnen zijn. De PS verkent peiling na peiling historische dieptes rond de 20 procent, de PTB zit daar niet eens zo ver meer onder.   

Kopie van de crisisjaren 70

Die hertekening heeft een grote impact. Met de PS als dominante partij verdwijnt ook de vanzelfsprekende partner voor de staatshervorming à la belge: gesplitste bevoegdheden voor Vlaanderen in ruil voor geld voor Franstalig België. Ook nu al valt de schaduw van donkerrood over het regeringswerk. Binnen de PS leeft de overtuiging dat de partij, als grootste in de coalitie, het premierschap te makkelijk uit handen heeft gegeven en daar te weinig voor in de plaats krijgt. Pogingen om de bonte schuit alsnog naar links te trekken, bijvoorbeeld in de pensioenhervorming, mislukten faliekant. 

Geen partij zit zo nerveus in de regering- De Croo als de PS. Wanneer een akkoord dient gesloten te worden binnen de Vivaldi-club blijkt PS-vicepremier Pierre-Yves Dermagne telkens weer geen millimeter bewegingsruimte te krijgen van zijn partijhoofdkwartier. Tijdens de onderhandelingen moet de vice met de telefoon foto’s maken  van de teksten en doorsturen naar voorzitter Paul Magnette - zo diep zit de vrees een akkoord te sluiten dat slecht uitpakt bij de achterban. 

Dat is ook voor premier De Croo slecht nieuws. Met zorgen over energiefacturen, een op hol geslagen inflatie en een verhittend sociaal klimaat heeft de regering nu vooral koelbloedigheid van doen. Is de PS daartoe in staat? 

De oorlog in Oekraïne heeft het vage ideetje bij sommige PS’ers om de fout goed te maken door in 2023 vervroegde verkiezingen uit te lokken weer gesmoord: wie nu politieke avonturen waagt, tekent het eigen doodsvonnis. Maar blijven zitten zonder helder links profiel in Vivaldi, betekent voor de Franstalige socialisten ook een voorspelbare nederlaag . En zo komt een kopie van de crisisjaren 70 wel erg dichtbij, met behalve een energieschok, economische onzekerheid ook een regering die verlamd is door onmin.