Copyright Haben Blondeel

Klimaatopwarming maakt bosgrond rijker, maar nieuwe bomen groeien moeilijker, blijkt uit onderzoek in proefbos UGent

De Gentse universiteit heeft de eerste resultaten binnen van een onderzoek dat de impact van de klimaatopwarming op de bodembegroeiing van bossen in kaart brengt. De universiteit gebruikt daarvoor een proefbos dat op de grens van Melle en Oosterzele ligt. Uit het onderzoek blijkt dat toediening van bijkomende stikstof voorlopig weinig effect heeft, maar dat licht en warmte wél een duidelijke impact hebben.

De Gentse universiteit wil te weten komen wat de gevolgen van de klimaatopwarming kunnen zijn voor bossen. Het onderzoek vindt plaats in het Aalmoeseneiebos: een bos van 30 hectare groot dat al honderden jaren op de grens van Gont­rode (Melle) en Lands­kouter (Oosterzele) ligt. Het bos werd in 1970 door de Gentse universiteit aangekocht. 

Openluchtlaboratorium

Een afgebakende zone van twee hectare wordt sinds 1990 gebruikt als een soort openluchtlaboratorium: met een 35 meter hoge meettoren, kabels, sensoren en camera's. Naast de bomen wordt ook de bodemvegetatie of kruidlaag onderzocht: planten in serres worden blootgesteld aan een temperatuur van 1 à 1,5 graden meer, krijgen extra licht met tl-lampen en worden besproeid met een extra dosis stikstof.

Copyright Haben Blondeel

Stikstof, licht en warmte

"We leren er over het klimaat, over de effecten van stikstof die uit de atmosfeer op het bos neerkomt en over de impact van de hoeveelheid licht", legt bio-ingenieur Kris Verheyen uit. Vooral de effecten op de "kruidlaag" krijgen de aandacht: het gaat over de planten op de bosbodem zelf tot ongeveer 1,5 meter hoog. Uit het onderzoek zijn nu duidelijke resultaten naar boven gekomen: "De planten in de kruidlaag reageren heel sterk op extra licht en op extra warmte. Die beginnen sterker te groeien en ze produceren veel meer biomassa in vergelijking met planten waarbij we de extra warmte en licht niet toedienen."

De plantjes reageren duidelijk heel sterk op extra licht en op extra warmte
Bio-ingenieur Kris Verheyen van de Gentse universiteit

Naast warmte en licht is ook het effect van stikstof afkomstig van industrie en landbouw onderzocht. "Het extra toedienen van stikstof op die plantjes heeft voorlopig weinig effect. We verklaren dat door het feit dat het daar sowieso al een omgeving is waar er veel stikstof uit de atmosfeer naar beneden valt. Een extra hoeveelheid heeft dus voorlopig geen effect."

Copyright Haben Blondeel

Goed en slecht nieuws

Conclusie: bijkomende stikstof heeft weinig effect omdat er daar sowieso al veel stikstof is, maar extra licht en warmte gecreëerd door de klimaatopwarming hebben wel een duidelijk effect: de planten groeien sterker en produceren veel meer biomassa. Maar is dat nu een goeie zaak of niet?

Er is wel meer voeding voor het bos, maar nieuwe plantjes groeien wel moeilijker
Bio-ingenieur Kris Verheyen van de Gentse universiteit

"Dat kan je van verschillende kanten bekijken. Voor nieuwe zaailingen van bomen die tussen de plantjes op de bodem willen groeien is dat niet zo'n goed nieuws: die hebben het moeilijker om erdoor te groeien waardoor het bos zich misschien moeilijker zal verjongen. Maar voor de voedingscyclus in een bos is dat wél goed nieuws: de kruidlaag produceert een kwaliteitsvol strooisel dat veel makkelijker afbreekt. Daardoor zijn de voedingsstoffen sneller opnieuw beschikbaar voor de planten en de bomen." Met andere woorden: meer voeding, maar nieuwe plantjes groeien er moeilijker door. 

Een bos zal anders functioneren

Het belangrijkste van het onderzoek is dat er een duidelijke verandering optreedt door de klimaatopwarming en dat het bos van de toekomst daardoor anders zal functioneren. Het experiment dat de universiteit voert is dan nog eens voorzichtig: de plantjes worden blootgesteld aan een beetje meer warmte van 1 à 1,5 graden Celsius meer, maar dat zal erger worden, zegt Verheyen: "Het huidige traject van CO2-uitstoot, zal voor 3, 4 à 5 graden meer zorgen."

Het huidige traject van CO2-uitstoot, zal voor 3,4 à 5 graden meer zorgen
Bio-ingenieur Kris Verheyen van de Gentse universiteit

Maar met de resultaten kan het bosbeheer wel anders aangepakt worden in de toekomst. "We kunnen leren hoeveel licht er wel of niet in een bos moet komen. Als we bomen gaan kappen, gaan er gaten ontstaan en meer licht. Omgekeerd zal bijvoorbeeld het gebruik van sterk schaduwwerpende boomsoorten een donkerder milieu creëren op de bosbodem. Op die manier kunnen we via het bosbeheer de effecten van klimaatverandering verzachten, of omgekeerd, net versnellen", zegt Verheyen nog.

Meest gelezen