België werkt volop aan aangepast noodplan voor gas

 ©  AFP

Overheid en bedrijven vergaderden donderdag over een noodplan met drie alarmfases. Het gas afschakelen is geen optie, minder gas verbruiken wel.

Nico Tanghe

Er zijn vandaag geen fysieke gastekorten. Aangezien België slechts voor zo’n 6 procent afhankelijk is van Russisch gas, is de kans ook miniem dat ons land volledig zonder gas valt. Maar net als onze buurlanden bereidt ons land zich voor op het ergste.

Als Poetin toch de gaskraan dichtdraait en als er daardoor grote gasbevoorradingsproblemen ontstaan in onze buurlanden, kan die gascrisis overslaan op België. Hoe? Bij tekorten in één EU-lidstaat is in de nationale noodplannen een Europees solidariteitsmechanisme voorzien. In noodsituaties kan daardoor een buurland als Duitsland ons land verplichten een offerte te doen om extra gas te leveren.

   • Analyse: Europa kan snel de aanvoer van Russisch gas met een derde verminderen

De Vivaldi-regering wil daarop voorbereid zijn. Op het kabinet van minister van energie Tinne Van der Straeten (Groen) werden donderdag zo’n 200 bedrijfsleiders en energie-experts ingelicht over de grote lijnen van een bestaand noodplan, dat in juni werd aangescherpt en ingediend bij de Europese Commissie. ‘De bedoeling is dit noodplan nu samen te verfijnen. Er moet altijd een minimum aan gastoevoer zijn’, aldus Olivier Van der Maren, energie-expert van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).

Ondergrondse reserves

Anders dan bij de afschakelplannen voor elektriciteit – waarbij verschillende zones van het land beurtelings enkele uren zonder stroom worden gezet – is het voor aardgas niet de bedoeling dat de toevoer echt stilvalt, want dat kan risicovol zijn. Denk maar aan grote industriële bedrijven die ­gevaarlijke stoffen gebruiken of aan glasbedrijven die moeten voorkomen dat hun oven stilvalt.

Het gas volledig afschakelen is in het noodplan daarom niet voorzien. Wel zijn er die drie fases waarin er maatregelen worden genomen om het gasverbruik (fors) te verminderen. In de waarschuwingsfase (fase 1) en in de alarmfase (fase 2) blijft de gasmarkt functioneren, maar controleren de overheid en net­beheerder Fluxys nauwgezet de spelers én de gasstromen van en naar de buurlanden.

Pas in noodfase 3 kan worden overgegaan tot (gedeeltelijke) ­afschakelingen. Klanten kunnen dan gevraagd worden om hun gasverbruik te verminderen of te stoppen. Grote industriële verbruikers die geen gevaarlijke goederen gebruiken (niet-Sevesobedrijven) komen als eerste aan de beurt. Daarna komen de gasgestookte elektriciteitscentrales die niet nodig zijn om het licht te laten branden en de Sevesobedrijven. Als dat nog niet volstaat, kan de overheid beslissen de ondergrondse gasreserves in Loenhout vrij te geven. Daarna komen kmo’s en scholen in het vizier en als laatste moeten de gezinnen en de ziekenhuizen gas minderen.