Aantal kaakoperaties bij jongeren op tien jaar tijd bijna verdubbeld

Jongeren van wie de boven- en ondertanden niet mooi op elkaar aansluiten, en bij wie die over- of onderbeet niet voldoende kan worden opgelost met een gewone beugel, worden door de orthodontist steeds vaker doorverwezen naar een kaakchirurg. Op tien jaar tijd is het aantal kaakoperaties dan ook bijna verdubbeld: van 8.759 in 2011 naar 15.163 in 2019. Enkel in 2020 was er een terugval in het aantal operaties, maar dat is te verklaren door de coronapandemie. De algemene trend blijft stijgend, en dat is vooral te danken aan verbeterde operatietechnieken, klinkt het. 

Sinds de eerste kaakcorrecties in ons land werden uitgevoerd in de jaren ‘80 is er dan ook een enorme evolutie gebeurd, legt Kristof Hendrickx, kaakchirurg in het AZ Nikolaas in Sint-Niklaas, uit. “Op dit ogenblik plannen wij alle ingrepen ook digitaal, waardoor die op voorhand driedimensionaal worden gepland en dus heel voorspelbaar zijn geworden.”

Vandaag is de ingreep dus vrij eenvoudig en zonder veel risico, al houden patiënten er wel twee weken lang gezwollen kaken aan over. De eerste zes weken na de operatie kan ook enkel zachte voeding worden gegeten. Na de operatie zit het proces er bovendien nog niet op, en volgt een nabehandeling bij de orthodontist die gemiddeld negen maanden duurt.