Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenAuteurs

‘Dat seks meteen grote passie is, klopt gewoon niet. Het is iets invasiefs’: deze 9 schrijvers blikken terug op hun eerste liefde

Auteurs Delphine Lecompte, Bart Moeyaert en Lize Spit.Beeld Thomas Sweertvaegher, Susanne Kronholm, daniil lavrovski

De Boekenweek staat dit jaar in het teken van de eerste liefde. In de literatuur is de liefde in al haar euforische en pijnlijke facetten vaak zelf een hoofdpersonage. Wij spraken met negen schrijvers over hun eerste liefde. ‘Hij zei dat hij van Pamela Anderson hield.’

en

Delphine Lecompte (44)

‘Ik was onuitstaanbaar en obsessief tijdens die eerste verliefdheid’

Delphine Lecompte (44)
Beeld Thomas Sweertvaegher

“Mijn eerste liefde? Dan denk ik toch meteen aan Maxime, een jongen met wie ik op de kunstacademie zat. Iedereen dweepte er met Slavische, moeilijke kunstenaars. Maxime niet: hij was pro-Amerikaans, had vulgaire smaken en kwam ervoor uit dat hij van Pamela Anderson hield. Die tegendraadsheid sprak me meteen aan. We zijn uiteindelijk een relatie begonnen, en hebben ook wel wat gefoefeld. Maar misschien vond ik die eerste idyllische liefde juist zo mooi omdat ze toch eerder op kameraadschap dan op lust gebaseerd was.

“Tegelijk was die eerste verliefdheid confronterend, omdat ik meteen voelde dat er geen grip op de liefde te krijgen valt. Ik werd er obsessief, onuitstaanbaar en bezitterig van. Ik wilde dat Maxime méér van me zou houden, maar zo’n emotionele boekhouding bijhouden werkt natuurlijk averechts. Toen we later met drank en drugs begonnen te experimenteren, en Maxime ook een beetje met zijn biseksualiteit, werd het al helemaal pijnlijk.

“Gemakkelijker is de liefde sindsdien niet geworden. Ik ben er nooit in geslaagd om een gelijkwaardige verhouding met iemand op te bouwen. Soms wens ik dat ik nooit nog moet beminnen: als ik niet constant verliefd werd, zou ik veel meer tijd hebben om te schrijven. Maar dan zou ik wel mijn interessantste thema verliezen; de liefde is immers zo’n dankbaar onderwerp. Al het mooie en het nobele van de mens komt erin samen, maar ook het meest toxische en moordzuchtige dat we te bieden hebben.

“Ik neem mezelf ook altijd voor om de zwakte die verliefdheid is niet meer toe te laten, en gewoon te kiezen voor de poëzie en chihuahua’s. (schaterlacht) Maar het seksuele zou ik toch niet kunnen missen. En ook de verknochtheid die ontstaat wanneer je de eerste fase van verliefdheid bent doorgekomen, vind ik mooi. Wanneer de liefde niet meer zo destructief en onstuimig is, en je een soort geheimtaal ontwikkelt met elkaar.

“Nu heb ik al even een relatie met de voormalige vrachtwagenchauffeur. Maar als ik later op mijn leven zal terugkijken, zal het toch de oude kruisboogschutter zijn die de grootste stempel op mij heeft gedrukt. Hij is nu al twintig jaar in mijn leven, en heeft alles meegemaakt: de alcoholvergiftiging, de agressie en de waanzin. Hij wordt dan ook nog eens regelmatig door het slijk gehaald in mijn Humo-columns… Maar zijn devotie voor mij is zo groot dat hij me telkens weer blijft vergeven. Misschien vind ik dat wel het grootste en mooiste teken van liefde.”

Favoriete boek over de liefde: “De dood in Venetië van Thomas Mann, een boek over de ziekelijke hartstocht van een geriatrische zielenpoot. Een verlangen dat uiteindelijk ook zijn ondergang betekent. De beste liefdesverhalen zijn toch altijd de verdoemde, de tragische, de gekwelde en de destructieve.”

Bart Moeyaert (57)

‘Ik heb ondertussen wel geleerd hoe rauw en moeilijk de liefde kan zijn’

Bart Moeyaert (57)
Beeld © Stefaan Temmerman

“Mijn eerste lief, dat moet Tania geweest zijn, een meisje dat bij me in de buurt woonde. Ik was dertien en zat zelf op een jongensschool, dus onze prille liefde speelde zich vooral buiten de schoolmuren af. Met haar heb ik echt zitten oefenen hoe je dat nu precies doet: kussen. Ik wist toen nog niet goed of ik op meisjes of op jongens viel. Het is ook pas jaren later, toen ik achttien was, dat ik mijn eerste ervaring met een jongen had. Dat herinner ik me natuurlijk als veel intenser.

“Ontdekken dat ik op jongens viel, dat was heftig. Al was ik er ook meteen tamelijk resoluut in. Als mijn ouders toen hadden gezegd: we willen je nooit meer zien – wat trouwens een tijdje gebeurd is – dan was dat maar zo. Ik denk dat dat hele proces van beseffen dat ik op jongens val al deels in gang was gezet toen ik met Tania stond te kussen op de Vesten van Brugge. (lacht)

“Mijn debuut, Duet met valse noten, is gebaseerd op een vriendinnetje dat ik had verzonnen in mijn dagboek. Ook dat was een soort experimenteren: ik voerde op papier hele dialogen met dat vriendinnetje, en wist helemaal hoe ze eruitzag en hoe ze klonk. Een romanticus ben ik dus zeker wel, maar niet op het naïeve af. Ik heb ondertussen wel geleerd hoe rauw en moeilijk de liefde kan zijn. Daarvoor ben ik zelf vaak genoeg met mijn hoofd tegen de muur gelopen.

“Mijn geloof in de eeuwige liefde is daardoor niet aangetast. Ik denk dat ik die ook gevonden heb, al lijkt de liefde van nu nauwelijks nog op die eerste verliefdheid. Ondertussen weet ik dat er sleur kan binnensluipen in een relatie, maar ik weet ook dat je ervoor kunt zorgen dat het leven samen verrassend blijft, en dat het vooral belangrijk is dat je jezelf kunt zijn bij elkaar. Ik zie nu in dat liefde meer draait om elkaar aanvaarden en respecteren dan om pure hartstocht.

“Ik ben in mijn werk al mijn hele leven bezig ben met hoe relaties werken. Ik blijf er volgens mij naar terugkeren omdat ik de liefde zelf altijd zo moeilijk heb gevonden, en dat soms nog steeds vind. Maar dat maakt het juist zo’n interessante materie. Mensen tonen zich op hun puurst in de liefde, maar ook op hun leugenachtigst en op hun kwetsbaarst. Er zitten zo veel schakeringen in. Als schrijver is dat geweldig materiaal.

Favoriete boek over de liefde:Kalme chaos van Sandro Veronesi. Daarin verliest een man zijn vrouw, waarop hij besluit om dan maar verstikkend goed voor zijn dochtertje te zorgen. In de liefde gaat het eerder over loslaten dan over vasthouden.”

Kristien Hemmerechts (66)

‘Seks na je vijftigste of zestigste voelt zoveel vrijer’

Kristien Hemmerechts (66)
Beeld Thomas Nolf

“Ik vind dat zo’n vreemd begrip, de eerste liefde. Mensen stellen liefde vaak gelijk aan het seksuele, maar dat is helemaal niet hetzelfde. Liefde is zoveel meer en breder dan de seksuele gevoelens die je hebt voor een bepaalde persoon. Ervan uitgaan dat de eerste liefde per se over een potentieel seksuele partner moet gaan, is zo’n pre-conceived idee over relaties. Zeer bevreemdend. Mag ik dat zeggen?

“Ik heb een boek geschreven over Herman de Coninck, Taal zonder mij, en dan zeggen mensen me: hij was je grote liefde. En dan ben ik geneigd om te zeggen: ah ja, is dat zo? Mensen labelen zo graag. Ik zie de filmbeelden wel voor me hoor, de bloemblaadjes en het romantische ideaalbeeld. Maar de romantische liefde is niet noodzakelijk de realiteit.

“Mijn eerste liefde moet mijn moeder zijn geweest. Ik heb ooit in een tekst al het goede dat ik me over haar kon herinneren opgeschreven. Je kunt makkelijk over de liefde schrijven zonder dat het klef wordt, door het heel concreet te houden bijvoorbeeld.

“Ik heb me nooit voorgenomen: nu ga ik eens over de liefde schrijven. Want wat is liefde? Dat is ongrijpbaar. Mij intrigeert hoe mensen met elkaar omgaan, dat onderzoek ik in mijn werk. Helaas gaan mensen niet altijd liefdevol met elkaar om.

“Als ik dan toch een eerste liefde zou moeten benoemen, zou ik zeggen, een vakantieliefje op een zeilkamp van Bloso – nu Sport Vlaanderen – in Nieuwpoort. Dat was allemaal heel onschuldig, verder dan wat kussen ging dat niet.

“Mijn eerste seksuele ervaringen zijn wel een directe drijfveer geweest om te schrijven. Seks was voor mij geen evidentie. We praten over een andere tijd, de voorlichting was zeer beperkt, er was geen internet, je stortte je ergens in zonder te weten wat het was. Het orgasme, wanneer zou ik daarover geleerd hebben? En de mannen destijds wisten ook van toeten noch blazen, hoor. Ik herinner me vooral nog heel goed hoe raar ik het vond dat mannen plots aan me wilden zitten. Wat gebeurt er nu? Dat vind je terug in mijn boeken.

“Het idee dat seks meteen grote passie is, klopt gewoon niet. Het is iets invasiefs, zeker voor een vrouw, en een zoektocht. Ik geef nu toevallig binnenkort een workshop over schrijven over seks voor oudere vrouwen, en daardoor heb ik erover nagedacht: als oudere vrouw heb je meer ervaring, je kent je lichaam ook veel beter, je kunt meer genieten. Seks na je vijftigste of zestigste voelt zoveel vrijer.”

Favoriete boek over de liefde: “Ik word enorm ontroerd door goedheid. Dat is óók liefde. Maar ik zou begot niet weten wat daarover mijn favoriete boek zou zijn. Is het raar als ik dan maar Taal zonder mij, mijn eigen boek, antwoord?”

Christophe Vekeman (49)

‘Dat tragische moment zal ik op mijn sterfbed nog voor me zien’

‘Dat tragische moment zal ik op mijn sterfbed nog voor me zien’
Beeld Wannes Nimmegeers

“Ik had al enkele seksuele ervaringen met meisjes achter de rug voor ik voor het eerst verliefd werd. Dat moet zo ongeveer rond mijn zestiende geweest zijn, toen ik voor een meisje viel dat regelmatig hetzelfde jeugdcafé frequenteerde als ikzelf. Vreemd genoeg voelde ik me tot haar niet echt fysiek aangetrokken, maar wel vond ik meteen dat er een grote zorgzaamheid in haar stem zat. Dat sprak me enorm aan. In mijn jonge jaren was ik vooral op zoek naar een soort troost die meisjes me konden bieden. Er zat toch een aangeboren zielenpijn in mij die moest worden verzacht... Ja, je bent een dichter of je bent het niet. (lacht)

“Ik heb gedurende enige tijd gemeend dat zij daar ook toe in staat was. Maar ik herinner me één buitengewoon tragisch moment toen ik tussen twee cafékussen door zei dat ik een gedicht voor haar had geschreven en ze – ik zal het op mijn sterfbed nog voor me zien – met haar ogen rolde. In die periode geloofde ik nog dat de macht van het woord oneindig was, en dat je met mooie gedichten elk meisje voor je kon winnen. Daar ben ik snel van moeten terugkeren.

“Toch is de liefde, net als het schrijven over de liefde, altijd een drijvende kracht gebleven in mijn leven. Mijn liefdespoëzie schrijf ik uit noodzaak. Ik kan nog altijd in de ban raken van liefdesgevoelens die ook op literaire wijze hun weg naar buiten zoeken. Een gedicht is daar de uitgelezen plek voor: je kunt er een explosie van liefde op een gebalde, onverminderd enthousiaste manier formuleren. En omdat het zich allemaal op één pagina afspeelt, hoeven er ook geen nuances bij.

“Ik ben al twintig jaar samen met dezelfde vrouw, en zeven jaar geleden zijn we ook getrouwd. In Las Vegas, tot overmaat van romantiek. Bijna alle liefdesgedichten die lezers van me kennen, zijn aan haar gericht. Het grote kenmerk van liefde is voor mij toch een soort van vanzelfsprekendheid, een zekere moeiteloosheid. Niet dat ik de liefde op zich vanzelfsprekend vind, want die blijft toch echt een wonder. Maar de liefde is in mijn relatie absoluut geen werkwoord: wij vinden het allebei maar normaal dat we liever bij elkaar zijn dan bij iemand anders.

“Het is natuurlijk ook weer niet zo dat de liefde hier van ’s ochtends tot ’s avonds op gierende wijze door het huis waait. Er wordt hier ook wel gewoon geleefd. Maar de romantische dichter, die woont toch nog altijd in mij en wordt godzijdank nog steeds à volonté gevoed. Ik denk ook niet dat ik op een andere manier zou kunnen leven.”

Favoriete boek over de liefde: “Het eerste wat in me opkomt, zijn De Oostakkerse gedichten van Hugo Claus. Weliswaar is dat geen bundel die je als buitengewoon liefdevol zou kunnen omschrijven, maar er worden wel diepgravende dingen in geschreven over seks. En dat is in de liefde toch ook niet onbelangrijk.”

Hind Eljadid (28)

‘Mijn ex en ik lieten elkaar los zodat de ander kon groeien’

Hind Eljadid (28)
Beeld Daniil Lavrovski

“Ik ben een hopeloze romanticus. Ik blijf rotsvast geloven in die ene persoon die alles is. Je weet wel, het hele plaatje zoals in de films. Ik ben dan ook verslingerd aan boeken en films over de liefde. Maar zelf ben ik helemaal geen liefdesschrijver. Ik schrijf heel zelden liefdesgedichten. Al heb ik niet zo lang geleden een nieuwe liefde leren kennen en ik heb er  toch een voor haar geschreven. Megamelig, vond ik dat. (lacht) Ik was ook ontzettend verlegen om het voor te lezen. Dus nee, dit gedicht zal ik nooit voordragen, dat zal privé blijven.

“Op een bepaalde manier is liefde wel een rode draad in mijn werk. Mijn werk is normaal gezien heel maatschappijkritisch, dat gaat over mensen in precaire situaties. Daar gaat ook veel liefde van uit. Er is een supermooi gezegde dat we binnen de islam hoog in het vaandel dragen, namelijk: ‘Is die vorm van liefde niet het puurst, het bidden voor een vreemde?’ En voor mij zit daar een grote waarheid in: de liefde die je voelt voor iemand die je niet kent, dat is misschien wel de puurste liefde. Wanneer iemand sterft, gaat iedereen naar de moskee om samen het doodsgebed te zeggen en de ziel naar het paradijs te sturen, ook mensen die de overledene totaal niet kennen. Je vindt dat ook terug in de gezamenlijke empathie die we voelen voor de burgers in Oekraïne, voor Black Lives Matter. Liefde zit overal.

“Bij ‘de eerste liefde’ denken mensen heel snel aan de puppyliefde van je eerste liefje, maar ik heb zoveel eerste liefdes. De allereerste is die van je ouders, die onvoorwaardelijk zou moeten zijn. Er is je eerste échte romantische liefde, de grote passie die ik voel voor mijn werk ook. Om nog maar te zwijgen van de gigantische golf van liefde die ik voelde toen ik tien jaar geleden voor het eerst mama werd, van mijn dochter. Dat was nog een totaal ander soort liefde, héél intens, en dat is ze nog steeds.

“Toen ik scheidde van mijn ex-vrouw, was dat ook een grote daad van liefde: we lieten elkaar los zodat de ander weer kon groeien. In het gemis na het overlijden van mijn mama zit ook zo veel liefde. Ik heb een boek over haar geschreven en dat was bikkelhard en deed veel pijn. Maar die leegte die je niet meer gevuld krijgt, wat is dat anders dan liefde?

“We verheerlijken dat eerste liefje, maar er zijn zo veel vormen van liefde in onze levens, dat we dikke gelukzakken zijn. We moeten het alleen willen zien en beseffen.”

Favoriete boek over de liefde: “Alle moeders wenen dezelfde tranen van Sophie Pirson en Fatima Ezzarhouni. De eerste is mama van een dochter die gewond geraakte bij de aanslagen van 22 maart 2016, de andere is moeder van een Syriëstrijder. Twee mensen die elkaar nooit hadden moeten vinden en die overlopen van liefde en begrip voor elkaar. Ik heb gehuild van de eerste paragraaf tot de laatste bladzijde.”

Lize Spit (33)

‘Mijn tweede lief was mijn eerste echte liefde’

‘Mijn tweede lief was mijn eerste echte liefde’
Beeld Daniil Lavrovski

“Als ik het over mijn eerste liefde heb, is dat altijd mijn eerste échte liefde. De kalverliefdes tel ik niet mee. Ik heb daar zelfs niet zoveel herinneringen aan, dus ik zou er zelfs niet over kunnen schrijven. Ik ben sinds mijn dertiende in totaal amper twee maanden niet in een relatie geweest. Ik had een lange relatie van mijn 13de tot bijna 18, vervolgens van mijn 18de tot 31ste en nu heb ik sinds drie jaar opnieuw een relatie. Mijn eerste echte liefde was dus eigenlijk mijn tweede lief en hoe graag ik mijn huidig lief ook zie, hoezeer ik ook met hem wil trouwen, sinds de breuk met mijn vorig lief zal mijn kijk op de liefde voor altijd anders zijn.

“Het is als een glas dat valt en dat je wel weer kunt lijmen, maar die barst gaat er wel voor altijd zitten. Dat je zo’n overweldigende liefde kunt verliezen, dat verandert je leven en is dus bij uitstek geschikt voor literatuur. Misschien komt daar zelfs de mooiste literatuur uit voort. Over zo’n eerste intense relatie gaat mijn tweede boek, Ik ben er niet, in feite.

“Je denkt dat je opnieuw kunt beginnen, vanaf een soort nulpunt. Maar dat viel dik tegen, vond ik zelf, zo nieuw werd ik helemaal niet. Het begin van een relatie en het einde ervan zijn de grootste leermomenten. Het begin omdat je je tegenover een ander moet verhouden, het einde omdat je je weer tegenover jezelf moet gaan verhouden. Je bent na verloop van tijd zo verweven geraakt, dat je weer moet gaan zoeken: wie ben ik? Maar dan blijkt dat heel veel van de ander onderdeel is geworden van jou.”

Favoriete boek over de liefde: “O, Ik heb enorm genoten van Drift van Bregje Hofstede, met wie ik een wisselcolumn heb in deze krant. Dat boek gaat over een liefdesbreuk en daar heb ik heel veel aan gehad. Daarnaast Engeland is gesloten van Rob van Essen, dat gaat over een eerste liefde, en toen ik dat las voelde ik echt jaloezie voor het meisje voor wie de schrijver uit het boek valt. Ook een aanrader: Liefde, als dat het is, van Marijke Schermer.

Marc de Bel (67)

‘De eerste aardbei is al 45 jaar lang voor mijn vrouw’

‘De eerste aardbei is al 45 jaar lang voor mijn vrouw’
Beeld © Stefaan Temmerman

“Sommige mensen hebben koffie nodig, pakken pillen, drugs, alcohol om de inspiratie te vinden. Ik heb dat allemaal niet nodig. Ik heb mijn Mieze. Mie, mijn eerste liefde, mijn grote liefde, mijn vrouw sinds meer dan vijftig jaar. Zij is mijn muze.

“Vraag mij dus of mijn eerste liefde belangrijk geweest is in mijn leven en of dat doorgewerkt heeft in mijn werk, en mijn antwoord is ja, voor de volle 100 procent. Ik haal heel mijn levensenergie uit onze liefde. Ik besef dat dat verschrikkelijk Nicole & Hugo-achtig klinkt, maar het is zo. (lacht) Lees Blinker en alle romantiek die in die jongen schuilt: dat ben ik.

“Wat is liefde? Onbewust altijd eerst aan de ander denken, dat is voor mij liefde. Wij telen al 45 jaar onze groenten en fruit zelf, en de eerste aardbei, die is altijd voor de ander. Vind ik ze, dan is ze voor Mie. Vindt zij ze, dan krijg ik ze. Nooit zullen we die zelf opeten. Het spreekt voor zich dat ik altijd een beetje talm met ze te gaan zoeken. (schatert)

“In het Kruisems zeggen ze: ‘Man en wijf, één lijf’. Dat zijn wij. Alles doen wij samen. Het is een van de uitspraken die ik van mijn schoonvader, een boer met gezond verstand die enkel prachtig dialect sprak, heb meegekregen. Hij droeg op ons trouwfeest tegen het ochtendgloren aan ook een gedicht voor dat ik altijd heb onthouden. ‘De Bel, ge hebt mijn jongste gepakt. G’hebt ze, houd ze. Piept ze, smout ze.’

“Vertaald in het algemeen Nederlands: je hebt nu de jongste van mijn vijf dochters, hou haar, en als er iets met haar scheelt, verzorg haar dan. Zorg dragen voor elkaar, dat is de essentie. En dat stralen we ook uit naar onze vier kinderen en twaalf kleinkinderen.

“Toch geloven wij niet in het instituut huwelijk. We zijn getrouwd omdat onze godsvruchtige ouders een leven in zonde niet overleefd hadden, want ook die zagen we graag. Maar wij zijn altijd van het idee geweest: als de ander zich kan verbeteren, dan moet hij of zij dat vooral doen. De mens is van nature niet monogaam. En wat ze zeggen in de kerk: wat God verbonden heeft, zal de mens niet scheiden. Wat een onzin is dát. Maar desondanks zijn wij dus nog samen. Is dat geluk? Misschien wel.

“Ik wist het in ieder geval vanaf het eerste moment dat ik haar zag: in de kerk, nota bene, waar ik als ketter kwam om met mijn maten vuile moppen te vertellen. Zij zat met haar ouders een paar banken voor ons, ze draaide zich om en de eerste keer dat onze blikken kruisten: wauw. Dat was het. Ik heb het vijf minuten voor u belde nog tegen haar gezegd: ik ben nu nog zotter van jou dan ooit.”

Favoriete boek over de liefde: “Ik lees al dertig jaar geen fictie meer. Dus ik zal u een liefdesgedicht meegeven dat ik zelf schreef op mijn twaalfde: ‘Telkens als ik jou zie, raak ik op slag van slag – en alles kwijt. Mezelf, mijn adem, het noorden, de tijd – maar vooral mijn kluts. I love you so muts.’”

Stella Bergsma (51)

‘Mag een feminist nu ook al niet meer naar een man verlangen?’

‘Mag een feminist nu ook al niet meer naar een man verlangen?’
Beeld RV

“De eerste jongen op wie ik ooit verliefd werd, vond ik vooral heel knap. Ik was niet de enige: zo goed als elk ander meisje op school zat achter hem aan. Toen ik later verkering met hem kreeg, was ik dus vooral trots dat ik diegene was die hem had kunnen strikken. Maar ik wist ook niet goed wat ik nu precies moest met die relatie. Ik was in die tijd toch wat emotioneel afgesloten. Na een halfjaar is die relatie stukgelopen, juist omdát er zo weinig in gebeurde.

“Ik heb pas later, na ellenlange therapie, geleerd hoe ik de liefde echt toe kon laten. Pas toen ik op mijn zevenentwintigste mijn huidige partner leerde kennen, was ik klaar voor de liefde. Met mijn huidige partner kon ik het meteen goed vinden. We studeerden allebei filosofie, en hebben eerst nog een tijd gecorrespondeerd met elkaar. Dat deed je nog in die tijd. (lacht) Hij stuurde me brieven waar ik telkens hardop om moest lachen. Ik ben verliefd geworden op zijn woorden.

“Mijn man en ik zijn ondertussen al vierentwintig jaar samen. Ik zou zeggen dat liefde kunst is: het is iets wat je samen maakt. Je kunt het wel voelen voor iemand, maar het is toch een creatie, iets wat je elke dag opnieuw vormgeeft. Wat ik het belangrijkste vind, is dat we samen ontzettend kunnen lachen. Ik vind hem heel geestig, en ik vind mezelf ook geestig, dus we maken samen veel plezier. Natuurlijk geloof ik dus in de eeuwigdurende liefde. Wij gaan nooit uit elkaar.

“Ook in mijn schrijven is de liefde vaak aanwezig. Mijn romandebuut Pussy Album heb ik eigenlijk volledig voor mijn man geschreven. Ook in het boek waaraan ik nu werk, speelt de liefde weer een belangrijke rol. Liefde is voor mensen toch de motivatie om uit bed te komen. Na het verschijnen van Pussy Album schreef een recensent ‘dat ik wel feministisch ben, maar dat het in dit boek toch allemaal draait om het verlangen naar één man.’ Blijkbaar is dat niet onafhankelijk genoeg. Wat een onzin. Mag een feminist nu ook al niet meer naar een man verlangen?

“Tijdens het schrijven probeer ik wel alle clichés over de liefde te vermijden, want het wordt snel slijmerig. Alles is ook al een keer gezegd over de liefde. Toch vind ik dat in Pussy Album wel wat waardevolle dingen over de liefde beschreven staan. Maar ik heb vooral geprobeerd om dat met ritme en poëzie op te lossen. Ook in mijn nieuwe boek probeer ik een nieuwe wending te geven aan de liefde. Hóé ik dat ga doen, dat moet ik nog uitzoeken.”

Favoriete boek over de liefde: “We Need to Talk About Kevin van Lionel Shriver. Het is een kil boek, over de gecompliceerde relatie tussen een moeder en haar tienerzoon. Hun liefde heeft me heel erg ontroerd, juist omdat ze zo vreselijk ingewikkeld is, en eigenlijk bijna niet bestaat. Maar toch is ze er: ze glipt door de kleine kiertjes heen.”

Maarten Inghels (34)

‘Het was een hard en wreed kortverhaal’

‘Het was een hard en wreed kortverhaal’
Beeld Illias Teirlinck

“Ik was vijftien toen ik mijn eerste grote liefde leerde kennen. Onze relatie was meteen heel meeslepend, en later ook allesverwoestend. Op zo’n leeftijd is de liefde natuurlijk altijd intens: je blikveld is nog zo nauw dat elk detail en elke oogopslag van betekenis lijkt te zijn.

“Onze liefde voor literatuur was een grote verbindende factor. Ze was iemand die net als ik veel las, en die ook schreef. Ze was dan ook nog eens een van mijn eerste lezers toen ik later een theaterstuk én mijn eerste roman schreef, die godzijdank nooit het daglicht heeft gezien. Toen ze het uitmaakte, was dat dus bijzonder pijnlijk. Zeker omdat we nog een paar keer geprobeerd hebben om de draad weer op te pikken. Dat is weliswaar niet gelukt.

“Terwijl ik met haar samen was, heb ik veel gedichten geschreven. En in 2008, toen de relatie al even voorbij was, ook een kortverhaal waarvan ik het hoofdpersonage losjes op haar gebaseerd had. Ik heb het vanochtend nog eens opnieuw gelezen, en ik was geschrokken door de toon. Het was een bijna wraakzuchtig, hard en wreed verhaal.

“Dat eerste kortverhaal heeft wel tot mijn entree in de letteren geleid. Mijn tweede grote liefde heb ik later ook verwerkt in mijn debuutroman. Ik gebruik sowieso veel van mijn persoonlijke leven als grondstof.

“Mijn kijk op de liefde is in de loop van de jaren ook wel wat veranderd, merk ik. In het verleden heb ik een aantal stormachtige liefdes gekend, maar die zijn vooral heel erg opslorpend en belastend voor je gemoed. Ik heb ontdekt dat ik eigenlijk heel veel tijd en aandacht nodig heb voor mijn werk, en dat ik daarnaast vooral op zoek ben naar een soort rust en stabiliteit.”

Favoriete boek over de liefde: “Drift van Bregje Hofstede heeft me erg gecharmeerd. Het is een verhaal over een grote liefde die stukloopt, en laat zien hoe je uit de scherven die overblijven je éígen verhaal moet opmaken.”