Direct naar artikelinhoud
AchtergrondPolitiek

Hele wereld bewondert Vlaams beleid voor kinderrechten, maar dat dreigt nu onder druk te komen

Kinderrechtencommissaris Caroline Vrijens opent een tentoonstelling over kinderrechten in Ruisbroek. Ze was meteen ook de eerste bezoeker.Beeld Bart Kerckhoven

Van heinde en verre kijken experts kinderrechten jaloers naar Vlaanderen. De reden is onze aparte, onafhankelijke Kinderrechtencommissaris die daarover waakt. Al heerst er vandaag ongerustheid achter de schermen: blijft het commissariaat wel bestaan als aparte instelling?

Over het nieuwe, nog op te richten Vlaamse Mensenrechteninstituut (VMRI) is al veel inkt gevloeid. Van de Vlaamse uittrede uit Unia tot de negatieve adviezen van negen adviesraden over de oprichting: allemaal haalden ze de voorpagina’s en vaak veroorzaakten ze veel commotie.

Wat tot nu toe minder aan bod kwam, is dat de Vlaamse regering ook bekijkt of andere mensenrechteninstituten zoals het Kinderrechtencommissariaat en het Vlaams Vredesinstituut moeten opgaan in het nieuwe VMRI. Vlaams minister van Samenleven Bart Somers (Open Vld) bestelde daarover een studie bij consultancybureau EY. Ook professor mensen- en kinderrechten Wouter Vandenhole (UAntwerpen) zou eraan meewerken.

Volgens het kabinet-Somers wordt de studie eind mei opgeleverd. Dan zal een beslissing gemaakt worden over een mogelijke inkanteling. Hoewel het kabinet zegt niet te willen vooruitlopen op de studie. Somers liet eerder optekenen zich ervoor te engageren “geen afbreuk te doen aan het mandaat en de bevoegdheden” van die instellingen. Al is het wel de bedoeling van de Vlaamse regering om “op lange termijn het landschap in Vlaanderen te vereenvoudigen door inzake de Vlaamse bevoegdheden te evolueren naar één aanspreek- en referentiepunt voor de burger rond mensenrechten”. Dat staat te lezen in het oprichtingsdecreet voor het VMRI.

Bezorgdheid

Maar een volledige inkanteling? Daarvoor is het afwachten wat het onderzoek zegt. Toch is er achter de schermen nu al bezorgdheid over de uitkomst, zeker wat betreft het Kinderrechtencommissariaat.

De Vlaamse Jeugdraad bijvoorbeeld zegt in haar recent advies voor de regering expliciet dat “zo’n inkanteling afbreuk zou doen aan het vooropstellen van het belang van het kind”.  “Gelukkig zien we een positieve evolutie in de teksten: die inkanteling hoeft geen vaststaand feit te zijn en wordt nu voorlopig verder ‘onderzocht’. Maar dat kan onze grote bezorgdheid niet volledig wegnemen.” 

Ook oud-Kinderrechtencommissaris Ankie Vandekerckhove is “absoluut geen voorstander”. “Het is niet voor niets dat de Verenigde Naties kinderrechten in een apart Verdrag heeft ondergebracht.” Meer zelfs: het VN-Kinderrechtencomité pleit voor een onafhankelijk Kinderrechteninstituut.

Het is waar alle tegenstanders van zo’n inkanteling op wijzen: het dreigt de autonomie en onafhankelijkheid van het Kinderrechtencommissariaat weg te nemen. “Puur inhoudelijk zie je gewoon dat de rechtspositie van kinderen heel vaak vergeten wordt”, zegt professor kinderrechten Wendy De Bondt (UGent). “Kijk naar de coronacrisis: in de eerste reeks maatregelen was er weinig aandacht voor de impact op kinderen en jongeren. 

“Je ziet toch dat het niet slecht is dat iemand altijd op die nagel blijft kloppen. Ik ben een beetje bang dat de specifieke focus die kinderrechten vragen, zou verwateren in een grotere instelling. Ook de specifieke competentie die nodig is om op een correcte manier met kinderen te praten en hen op een effectieve manier te laten participeren, wordt vaak onderschat.”

Wat het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat écht uniek maakt, is dat huidig commissaris Caroline Vrijens en haar team ook zelf onderzoeken mogen opstarten en adviezen opstellen als zij zelf vinden dat het nodig is - dus niet enkel wanneer het parlement of de regering daarom vraagt.

Die onafhankelijke positie - ingebed in het parlement, niet afhankelijk van de regering - wordt in de rest van de wereld aanzien als een voorbeeld. Komende maand bijvoorbeeld passeert een delegatie uit IJsland op het Vlaamse Kinderrechtencommissariaat als onderdeel van een studiereis.

Vrijens zelf zegt het onderzoek af te werken, al erkent ze wel dat ze zich zorgen maakt.

Politiek

Critici van een inkanteling verwijzen vaak naar de situatie in Frankrijk, waar de Défenseur des droits de l’enfant in 2011 opging in een grotere instelling. Sindsdien is de functie volgens verschillende experts veel minder zichtbaar geworden.

Ook in de politiek zijn er bezorgdheden, in de eerste plaats bij de oppositie in het Vlaams Parlement. “We zijn heel bang dat de unieke focus op de rechten van kinderen zal verwateren in een groter mensenrechteninstituut en dat de toegankelijkheid voor kinderen en jongeren zal dalen”, zeggen Paola Travella en Jordy Sabels, covoorzitters van Jong Groen. Ook Vooruit zegt zich zorgen te maken. “Het Kinderrechtencommissariaat levert vandaag zeer goed werk, dat mag in ieder geval niet worden gehypothekeerd door de plannen van Somers”, zegt Vlaams Parlementslid Hannelore Goeman.

Die zorgen zijn er ook binnen de meerderheid. Vlaams Parlementslid Orry Van de Wauwer (CD&V) klopt al maanden op dezelfde nagel. “Het Kinderrechtencommissariaat is een para-parlementaire instelling, eigenlijk heeft de Vlaamse regering hier geen recht van spreken over”, zegt hij aan de telefoon. Ook hij wijst naar het Franse voorbeeld om te wijzen op het gevaar van minder zichtbaarheid voor kinderrechten bij een inkanteling. Al wil hij ook het onderzoek afwachten. “Maar daarin gaan wel heel sterke argumenten moeten staan om mij te overtuigen.”