De aanval van Trump op de globalisering

Misschien heeft de verkiezing van Trump alvast toch een positief effect gehad. Er is nu ook volop aandacht voor de minder prettige gevolgen van de globalisering. Het ideologische discours dat vrijhandel alle problemen zou oplossen, heeft een gevoelige slag gekregen.
analyse
Analyse
Copyright 2017 The Associated Press. All rights reserved.

Jan Balliauw is diplomatiek redacteur bij VRT Nieuws
 

Op het eerste gezicht lijkt alles in het Palais des Nations in Genève zijn gewone gang te gaan. Zwarte limousines rijden af en aan en zetten (meestal) mannen in pak af voor de jaarlijkse ‘high level’ bijeenkomst van de Mensenrechtenraad van de VN. Ministers en permanente vertegenwoordigers mogen uitstappen aan de deur van het gebouw, mindere goden moeten even wandelen. Het VN-hoofdkwartier in New York mag dan wel groter zijn dan Genève, en in Brussel hebben meer landen ambassades, maar ik denk dat nergens ter wereld zoveel internationale bijeenkomsten worden georganiseerd als in Genève. Zo werd in de stad tot vorige vrijdag opnieuw geprobeerd een oplossing te vinden voor Syrië. Zwitserland is neutraal en dat maakt van Genève een ideale plaats voor onderhandelingen.

Onder de ogenschijnlijke normaliteit van het diplomatiek protocol schuilt evenwel een grote nervositeit. De diplomaten hier zijn het noorden kwijt sinds Donald Trump president van de VS is geworden. Het wil niet zeggen dat zij allemaal Trump een slechte keuze vinden. Dat soort oordelen laten diplomaten meestal over aan anderen: politici, analisten, journalisten. Ze zijn nerveus omdat ze niet weten waar de nieuwe Amerikaanse administratie naartoe wil. ‘Diplomaten houden niet van instabiliteit en onzekerheid’, zegt me een doorgewinterde Belgische diplomaat met enkele jaren Genève op de teller. De vraag ‘Waar is de VS?’ komt geregeld naar boven in de gesprekken in de wandelgangen. Het raderwerk van de internationale diplomatie kan niet goed functioneren als het machtigste land ter wereld passief toekijkt. En dat wordt in Genève meteen gevoeld. Zo zijn er twijfels over het Amerikaanse engagement voor de VN-Mensenrechtenraad. De VS is nu lid, maar in Washington vinden vele Republikeinen dat het orgaan te veel gericht is op veroordelingen van Israël. Het gerucht gaat dat de Amerikanen zich zouden willen terugtrekken, maar niemand weet het zeker. Zelfs de Amerikaanse vertegenwoordiging in Genève tast in het duister, hoor ik in de wandelgangen. Net zoals in vele Amerikaanse diplomatieke vertegenwoordigingen is de permanente vertegenwoordiger op bevel van Trump moeten vertrekken in januari, en een nieuwe is er nog niet.

De aandacht van Trump richt zich evenwel niet meteen op de relatief onschadelijke Mensenrechtenraad. Hij heeft eerder de Wereldhandelsorganisatie (WTO) op het oog. De nieuwe Amerikaanse president wil af van multilaterale handelsakkoorden want ‘die zijn slecht voor Amerika’. Een van zijn eerste daden als president was het opzeggen van het TPP-handelsakkoord. Trump wil ook de handen vrij hebben om landen naar eigen goeddunken te ‘straffen’ met extra invoerrechten. Hij kijkt daarbij in de eerste plaats naar China. De goedkope Chinese producten zijn hem al lang een doorn in het oog. De verhuizing van de productie van die goederen naar China heeft volgens het trumpisme veel Amerikaanse banen gekost.

Invoerrechten opleggen kan evenwel niet zomaar. De regels van de WTO verhinderen dat. En de 164 lidstaten tellende WTO is geen internationale organisatie zonder tanden. Centraal binnen de WTO staat het zogenaamde ‘Dispute Settlement’-mechanisme. Een land dat zich benadeeld voelt, kan een soort rechtszaak aanspannen binnen de WTO tegen een ander land en de lidstaten hebben er zich toe verbonden de uitspraken van de WTO ook uit te voeren. Als de VS invoerrechten zou opleggen aan China, kan Peking een procedure beginnen binnen de WTO en zal het die volgens de meeste specialisten ook met vlag en wimpel winnen. Trump noemde de WTO tijdens zijn campagne alvast een catastrofe. En niet voor niets publiceerde het kantoor van de Amerikaanse handelsvertegenwoordiger deze week nog een aanklacht tegen de WTO. De Verenigde Staten zijn volgens dat document niet automatisch gebonden door uitspraken van de WTO, wat meteen de deur openzet voor nieuwe handelsoorlogen. Als een land een uitspraak niet uitvoert, mag het benadeelde land sancties opleggen aan het veroordeelde land.

Zijn WTO-collega Azevedo legt meer de nadruk op de voordelen van vrije handel maar ook hij beseft dat die meer inclusief moet zijn: ‘Gewoon de grenzen opengooien is niet voldoende, je moet de werknemers voorbereiden op de nieuwe situatie en je moet een veiligheidsnet hebben voor de mensen die hun baan verliezen door de vrije handel. Op zich is die vrije handel een positieve kracht, maar daar hebben de mensen die alleen maar de negatieve gevolgen ondervinden, natuurlijk geen boodschap aan.’ Azevedo geeft wel een duidelijke waarschuwing dat protectionisme, het sluiten van de grenzen, geen oplossing is. ‘Het zijn juiste de armere mensen in een land die het meest te lijden hebben onder protectionisme omdat de prijzen van basisgoederen zoals voedsel, en elektronica, dan stijgen. Hun uitgaven voor die categorieën van goederen zijn relatief hoger dan voor de betere middenklasse. Studies van de WTO tonen aan dat de lagere inkomens 63 procent koopkracht inleveren als je de grenzen dichtgooit.’ Azevedo voegt er fijntjes aan toe dat je met protectionisme de problemen van de lagere inkomens dus nog vergroot, terwijl het juist verkocht wordt als een oplossing voor hun problemen.

‘Elephant in the room’

De meeste studies hebben inmiddels ook aangetoond dat banen niet verloren gaan door globalisering maar door innovatie en automatisering. 8 op de 10 banen sneuvelen zo. Maar dat doet de ‘elephant in the room’ niet verdwijnen.

Twee specialisten van de Wereldbank kwamen tot hun inmiddels beruchte olifant-grafiek (zie hieronder) bij de bestudering van de gevolgen van de globalisering. Globaal gezien is de wereld erop vooruitgegaan, maar die vooruitgang is niet evenredig verspreid. De inwoners van de opkomende industrielanden zoals China hebben het meest geprofiteerd van de globalisering, net als de rijken in de ontwikkelde landen. Maar de middenklasse in de industrielanden heeft weinig tot niet geprofiteerd van die vooruitgang. De lagere middenklasse is er zelfs op achteruitgegaan. De ‘olifant-grafiek’ wordt vaak gebruikt om de dynamiek achter de steun voor populistische en protectionistische politici zoals Trump te verklaren.

Misschien heeft de verkiezing van Trump alvast toch een positief effect gehad. Er is nu ook volop aandacht voor de minder prettige gevolgen van de globalisering. Het ideologische discours dat vrijhandel alle problemen zou oplossen, heeft een gevoelige slag gekregen. Dat opent eindelijk mogelijkheden om de reële effecten van de vrijhandel te bestuderen en daar waar nodig te corrigeren. Maar ook daarvoor heeft de internationale gemeenschap de Verenigde Staten nodig als een actieve deelnemer aan het proces, niet als een passieve toeschouwer. En voorlopig lijkt de VS onder het presidentschap van Trump niet bij machte om opnieuw een leidende rol in de wereld op te nemen.

Meest gelezen