De virtuele realiteit biedt enorm veel mogelijkheden voor het onderwijs, en meer specifiek in de technische en beroepsscholen. Financieel is het voor scholen een zware investering om de nieuwste en meest geavanceerde machines aan te kopen. Daarnaast is het in een schoolomgeving ook niet altijd mogelijk om bepaalde situaties of technieken in te oefenen. Denk bijvoorbeeld aan het bekabelen van een hoogspanningscabine of lassen onder water.

In een gesimuleerde omgeving kunnen leerlingen allerlei vaardigheden oefenen zonder beperkingen. Ze maken kennis met de allernieuwste technieken en mogen ook fouten maken zonder dat ze het risico lopen een dure installatie naar de knoppen te helpen.

Actieplan

Met een ambitieus actieplan en een investering van 6,5 miljoen euro wil Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) die virtuele realiteit uitrollen in alle Vlaamse technische en beroepsscholen. Vanaf volgend schooljaar (2022-2023) moeten de scholen er al mee aan de slag kunnen gaan.

De vijf regionale technologische centra zullen instaan voor de aankoop van hardware zoals VR-brillen, waar scholen kosteloos gebruik van kunnen maken.

Om scholen mee te krijgen in het verhaal, doet Weyts een beroep op Thomas More. De Antwerpse hogeschool begeleidde al verschillende scholen en bedrijven om met virtuele realiteit aan de slag te gaan. Nu wordt die werking op grote schaal uitgerold.

Leerkansen

“Het is niet zo dat de virtuele realiteit de praktijk vervangt”, benadrukt projectleider Carl Boel, onderzoeker van het expertisecentrum Creative & Innovative Business bij Thomas More. “Dat is ook de bedoeling niet. Het is een aanvulling die meer leerkansen biedt. Het is aan ons om vakleerkrachten te ondersteunen en hiermee aan de slag te gaan.”

Daarvoor zal Thomas More samenwerken met andere hogescholen. “Het is een ambitieus project”, zegt Boel. “Maar tegelijkertijd een goed en doordacht plan. Om dit mogelijk te maken, is zo’n totaalaanpak ook nodig. Dat is de garantie voor het succes. Gewoon VR-brillen kopen en aan scholen geven, zou niets uithalen. Ook relevante en goede software is van belang. We zullen de bestaande software inventariseren en beoordelen op hun kwaliteit. Daarnaast komt er ook nog een oproep vanuit Vlaanderen om nieuwe software te ontwikkelen, op maat van de scholen. We nemen zo veel mogelijk uit handen van de leerkrachten, zodat zij zich kunnen focussen op het lesgeven.”

De doelstelling is om honderd scholen mee in het project te trekken. “Dat is het minimum, maar we gaan daar ver boven gaan”, zegt Boel.

Vlaams minister Ben Weyts (N-VA) benadrukt het belang van dit actieplan. “Het geeft onze jongeren een voorsprong op de arbeidsmarkt van de toekomst”, zegt Weyts. “De mogelijke toepassingen zijn letterlijk eindeloos. Uit een bevraging van Thomas More en de UGent blijkt dat driekwart van de leerkrachten staat te popelen om aan de slag te gaan met VR. Wij willen hier echt een voortrekkersrol opnemen.”