Nederlander Dylan van Baarle soleert naar zege in Parijs-Roubaix na veelbewogen editie vol lekke banden en valpartijen

Dylan van Baarle volgt Sonny Colbrelli op de erelijst van Parijs-Roubaix op. De stijlrijke Nederlander pakte in de snelste Helleklassieker aller tijden uit met een solo van een kleine twintig kilometer. Daarmee bekroonde Van Baarle het overwicht van Ineos-Grenadiers dat met Michal Kwiatkowki (Amstel Gold Race) en Magnus Sheffield (Brabantse Pijl) drie topkoersen op rij won. De haver ging naar het beste paard. Met ‘helper’ Wout van Aert finishte een landgenoot tweede in een doldwaze Parijs-Roubaix. Het was anders wel zonde dat Yves Lampaert door een applaudisserende toeschouwer van een eventuele podiumplaats werd gehaald op zeven kilometer van het einde. Op dat moment was Van Baarle, die Nederland na de solo van Niki Terpstra zeven jaar geleden een nieuwe zege schonk, al van de hel naar de zevende hemel gefietst.

Hoe kwam de zege tot stand?

De 29-jarige in Monaco wonende Nederlander gooide zijn kaarten op tafel op de viersterrenstrook van Camphin-en-Pévèle. Mohoric en Lampaert moesten lijdzaam toezien hoe hij meter na meter weg reed. Van Aert, Küng en Devriendt zouden uiteindelijk nog met Mohoric voor de tweede plaats spurten.

Dat na een vreemde Parijs-Roubaix waarin lange tijd de anarchie heerste en alleen Ineos-Grenadiers lijn probeerde te krijgen in deze ‘vluchterskoers’ die doorlopend ontregeld werd door Matej Mohoric.

De winnaar van Milaan-Sanremo stak ‘la Reine des Classiques’ al op honderd kilometer van het einde in de fik. Toch begon het pas echt serieus te worden toen we op een kleine 50 kilometer van het einde een elitegroep kregen met Mathieu van der Poel, Wout van Aert, Jasper Stuyven, Adrien Petit, Yves Lampaert, Florian Sénéchal, Matteo Trentin, Taco van der Hoorn, Stefan Küng, Guillaume van Keirsbulck, Ben Turner en Dylan van Baarle. Met ook nog Mohoric, Laurent Pichon en dé revelatie van deze Parijs-Roubaix onder de Belgen, Tom Devriendt kwamen al op dik 40 km van het einde slechts vijftien renners in aanmerking voor de kassei.

We kregen een fantastische finale waarin Van Baarle op dik 19 km solo ging op de vieze strook van Camphin-en-Pévèle. Mohoric en Lampaert hadden geen verhaal tegen de smooth rijdende Nederlander. Van Aert reageerde nog met Küng en uit de achtergrond kwam Mahieu van der Poel gestoven die voorbij Jasper Stuyven ging, maar de twee eeuwige tegenstanders kwamen te laat om ook maar één moment in aanmerking te komen voor de zege.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Wat deden de Belgen?

Met Wout van Aert (2de), Tom Devriendt (4de), Jasper Stuyven (7de) en Yves Lampaert (10de) hadden we in de Vélodrôme André-Pétrieux vier landgenoten in de eerste tien van de 119de editie.

Yves Lampaert reed een geruisloze Parijs-Roubaix, maar kwam naar voren op het ideale moment. Samen met Matej Mohoric schoof hij weg uit een elitegroep op 29,4 km van het einde en kwam een kilometer verder bij Tom Devriendt die overgebleven was van een vlucht die al voor het Bos van Wallers begon. Wat later zou Dylan van Baarle daar ook bij aansluiten. De ‘weg naar Roubaix’ werd hem uiteindelijk versperd door een veel te enthousiaste toeschouwer die Lampaert met de elleboog raakte.

Jasper Stuyven had de pech dat hij net voor de moordende strook van Camphin-en-Pévèle lek reed in een droge klassieker waarin er ongelofelijk veel platte banden werden genoteerd.

Wout van Aert ontbond zijn duivels een eerste keer op de vreselijke strook van Mons-en-Pévèle (45,5 km). Hij kreeg Mathieu van der Poel en Stefan Küng met zich mee. Nadat hij de schifting voerde reed de Herentalsenaar evenwel op een kleine 40 kilometer van het einde opnieuw lek. Hij kwam opnieuw voorin en op 32 kilometer van de finish ging de Belgische kampioen opnieuw maar Küng counterde. Toen Lampaert met Mohoric vertrok, reageerden Van Aert noch Van der Poel. Hij deed dat wel op 22,4 km van het einde samen met Küng, richting Stuyven die wat eerder was ontsnapt. Het verschil was amper een halve minuut.

En zeggen dat Wout van Aert bij de passage van het Bos van Wallers nog achterin het peloton bengelde. Dat kwam omdat hij met de fiets van Timo Roosen deze passage moest nemen nadat hij mechanische pech kende. Onmiddellijk na het Bos wisselde hij van fiets om op strook 18 van Wallers naar Hélesmes opnieuw aan te sluiten bij het vierde peloton. Op 83 km van de finish zat hij opnieuw in de buurt van Mathieu van der Poel en o.a. Kasper Asgreen. Méér zelfs, op 75 km van het einde draaide hij soepel achter de rug van Nathan Van Hooydonck mee voorin het peloton.

Thomas Devriendt was dé openbaring van deze editie. De 30-jarige West-Vlaming van Intermarché – Wanty Gobert zat even voorbij halfweg al in een kopgroep van vijf, samen met Matej Mohoric, Davide Ballerini, Laurent Pichon en Casper Pedersen die het Bos van Wallers indook. Op 50 km van het einde was de West-Vlaming van Intermarché – Wanty Gobert nog de enige die de werken van Matej Mohoric van nabij kon aanschouwen voorin de wedstrijd. Tot de Sloveen van Bahrain Victorious op dik 37 km van het einde voorin met een lekke band wegviel en Devriendt helemaal alleen als leider de kasseistrook van Templeuve in ging met een voorsprong van een halve minuut. Op 19,1 km, bij de versnelling van Dylan van Baarle zag Tom Devriendt sterretjes en moest de drie laten rijden.

Jens Reynders gaf zijn visitekaartje af voor de wereld. Op sector 24 ging de Limburger van Sport Vlaanderen-Baloise voor een solo die gestopt werd op 117 km van de finish toen hij voorin lek reed. De voorwacht van het peloton zoefde hem voorbij. Het was niet het dagje van Florian Vermeersch die de eerste koershelft de feiten moest ondergaan. Tot overmaat van ramp reed hij in korte tijd twee keer lek. De tweede keer op de zone van Saulzoir na amper 130 km. Samen met Mads Pedersen bengelde hij op 110 km van het einde 1’50” achter de kop van de wedstrijd, maar nog voor het Bos van Wallers sloot hij – samen met Tim Merlier – opnieuw in het peloton aan.

Philippe Gilbert daarentegen, mét rugnummer 1, liet zich in de eerste groep mee glijden in zijn allerlaatste Parijs-Roubaix uit zijn carrière en moest vaststellen dat er in het Bos van Wallers een tweede ‘Hel van het Noorden’ begon.

Tim Merlier probeerde samen met Matteo Trentin op 66 km van het einde de tegenaanval op gang te brengen, maar zo had Ineos-Grenadiers het niet begrepen.

Wie reed zich in de kijker?

De hele ploeg van Ineos-Grenadiers pleegde een verrassingsaanval achter de drie leiders Laurent Pichon, Owen Doull en Aleksandr Riabushenko die al het eerste koersuur in de aanval trokken. Op dat moment dat de groep in twee delen scheurde, waren er slechts 47 km afgelegd. 73 renners zaten in het eerste gedeelte. De grootste slachtoffers van de coup waren Wout van Aert, Mathieu van der Poel, Mads Pedersen, Stefan Küng en Kasper Asgreen die zich hadden laten verrassen. Het zou 110 kilometer lang duren vooraleer mensen als Van Aert en Van der Poel de Ganna’s van deze wereld zouden terugzien.

Eenmaal op de kasseien regende het valpartijen, waarbij Anthony Turgis (opgave na 110 km), Magnus Sheffield, Kasper Asgreen, Silvan Dillier en Mads Pedersen de grootste namen waren. Heel Ineos-Grenadiers zette zich prominent voorin om af te stoppen toen Filippo Ganna een mechanisch defect had op de stenen van Viesly en werd gedepanneerd door wegkapitein Luke Rowe.

Na de derde van de dertig stroken was de voorsprong daardoor ineens maar dertig seconden meer, maar eenmaal Ganna zijn plaats weer had ingenomen voorin, ging het opnieuw vooruit. Toch was het zijn dagje niet want op 120 km van het einde stond hij alweer met een lekke achterband langs de kant van de weg op de strook van Verchain-Maugré naar Quarénaing. En daarna was het de beurt aan Dylan van Baarle die in Denain achteraan lek stond.

Toen de voorsprong nog voor het Bos van Wallers opliep tot dik anderhalve minuut zette Mathieu van der Poel – na Trek-Segafredo – zijn ploeg op kop in de zone voor het Bos van Wallers. Het was de eerste keer dat de voorsprong onder de minuut dook. Dat na een dolle eerste koershelft waarbij de koplopers na drie uur wedstrijd flirtten met een gemiddelde van 46,9 km.

Dan was er Niki Terpstra die de wereld eraan herinnerde dat hij acht jaar geleden solo won. Hij ging voor de groep uit rijden en kreeg een dertigtal renners met zich mee. Het was allemaal maar voorspel.

Op 100 km van het einde zaten Van Aert en Van der Poel opnieuw in koers toen ze de eerste groep met Ineos-Grenadiers net voor de stenen van Haveluy bij de lurven hadden. Reden nog voorop: Tom Devriendt, Matej Mohoric, Davide Ballerini, Laurent Pichon en Casper Pedersen, terwijl Connor Swift en Nils Politt op driekwart minuut volgden. De favorieten zelf zaten daar op 1’10”.

In het Bos van Wallers zelf verloren we Davide Ballerini die achteraan lek reed, waardoor Quick Step Alpha Vinyl de riante positie van de eerste vier koersuur zomaar uit handen moest geven. Het peloton kwam met een achterstand van van 2’21 seconden op de vier leiders uit het Bos. Snel daarna verloren we voorin ook de Deen Casper Pedersen in een Roubaix.

Op de strook na het Bos schoof Ineos-Grenadiers onder impuls van Kwiatkowski opnieuw naar voren in de grote groep, maar dan besloten de helpers van Jumbo-Visma die in de buurt zaten van Mathieu van der Poel te wachten op Wout van Aert die op dat moment in een vierde pelotonnetje zat.

Situatie op 75 km van de finish: drie leiders met Mohoric, Devriendt en Pichon terwijl Swift, Bissegger, Pedersen en Ballerini tussen de kop en het peloton reed. Daar zette Ineos-Grenadiers zich opnieuw aan de leiding van de grote groep met Ganna, Van Baarle en Kwiatkowski.

Op de kasseizone van Orchies (58,6 km van de finih) gaf Van Aert opdracht aan Van Hooydonck om plankgas te geven. Waardoor er meteen een kwart van de voorsprong van Mohoric & Co af ging. Op dat moment verloor Kwiatkowski voeling met deze groep. De finale begon op 56 km van het einde met de achtervolgers Van Aert, Trentin, Stuyven, Küng en de koppeltjes Van der Poel-Van Keirsbulck, Lampaert-Sénéchal, Van Baarle-Turner, Van der Hoorn-Petit. En snel daarna schoof de ploegleiderstandem Bogaerts-Hammond dan Van Baarle naar voren. De voorsprong van het trio slonk als sneeuw voor de zon.

Verder nog iets dat u moet weten?

Thomas Davy van Groupama-FDJ was de eerste van de ontelbare reeks renners die tegen de grond sloeg. Dat gebeurde al na 16 kilometer in een zonnige editie waarin Van Baarle het snelheidsrecord (45,792km/u) van Greg Van Avermaet die hij vijf jaar geleden neerzette, verbrak.

Top 10:

1. Dylan van Baarle (Ned/Ineos Grenadiers) de 257 km in 5u37:00

(gem. 45,792 km/u)

2. Wout van Aert op 1:47

3. Stefan Küng (Zwi)

4. Tom Devriendt

5. Matej Mohoric (Sln)

6 . Adrien Petit (Fra) 2:27

7. Jasper Stuyven

8. Laurent Pichon (Fra)

9. Mathieu van der Poel (Ned) 2:34

10. Yves Lampaert

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Wegwielrennen