Direct naar artikelinhoud
InterviewMarjan De Mey

Belgische kunstenaar en wetenschapper ontwikkelden samen ‘geluksbacterie’: ‘Dit is de toekomst, al laten de regels het nog niet toe’

De geluksbacterie in een petrischaaltje.Beeld Ellen Claes

De Antwerpse kunstenaar Matthijs De Block heeft met UGent-professor Marjan De Mey een bacterie ontwikkeld die het gelukshormoon serotonine aanmaakt. ‘The Greater Gut’ is vanaf volgend weekend te zien op Design Fest Gent. En misschien kan ze binnenkort mensen gelukkig maken. 

Een bacterie die serotonine produceert, hoe werkt dat?

Marjan De Mey: “In de industriële biotechnologie gebruiken we bacteriën als een fabriekje dat we allerlei materialen of chemische producten laten produceren. We hebben op vraag van Matthijs gezocht naar een plant die al serotonine maakt, met de bedoeling de specifieke genetische informatie uit de plant over te brengen in de bacterie.

“In een gesloten vat, een reactor, laten we die bacterie groeien tot biomassa. Terwijl ze groeit, maakt ze die serotonine. Dat is een proces dat vergelijkbaar is met het gistingsproces bij alcohol. We hebben die DNA-stukjes toegevoegd aan een E. coli-bacterie, die sowieso al in de menselijke darm voorkomt. We hebben die bacterie dus omgevormd tot een kleine levende geluksfabriek, die leeft in onze darmen.

“Er bestaan al pillen met probiotische organismen om je gezonder te laten voelen. Je zou daar een pil kunnen tussenstoppen die dat gelukshormoon aanmaakt.”

Laat de geluksbacterie maar komen. Ideaal voor wie te weinig serotonine aanmaakt, toch?

(lacht) “Er zijn toch nog enkele bezwaren. We zouden bijvoorbeeld nog moeten bestuderen hoelang het daarna in je darmen blijft. Moet je dan maandelijks een pil nemen, of wekelijks? 

“Wetenschappelijk zou het steek houden om dit te ontwikkelen, maar de Europese regelgeving laat dit nog niet toe. De probiotica die nu op de markt zijn, zijn niet genetisch gewijzigd. Die van ons wel.”

Hebben jullie dan de bekende crispr-technologie gebruikt?

“Nee, we hebben met plasmiden gewerkt, mobiele stukjes DNA, die je heel snel kunt transfereren van de ene cel naar de andere. Als je het voor echt wilt doen, zal het toch met crispr-cas9 moeten. En dat is in Europa strikt geregeld.

“Toch denk ik dat het de toekomst is. Daarom vind ik zo’n project met kunstenaars of designers belangrijk. Matthijs wil het debat over genetische modificatie op gang brengen, en het najagen van verlangens en de plaats van geluk in onze maatschappij bespreekbaar maken.  

“Normaal zijn dergelijke kolonies in onze petrischaaltjes wit of beige, maar hij wou dat het micro-organisme rood zou kleuren. Rood staat symbool voor geluk en liefde, maar ook voor gevaar. Die dualiteit wou hij zo symboliseren. We hebben verschillende eiwitten moeten proberen, want hij wou het perfecte rood vinden. Dat maakt het werk ook toegankelijker, waardoor het weer meer mensen kan aanspreken.”

In De Tijd vroeg hij zich af hoever we willen gaan in het spelen voor God in een petrischaaltje.

“Exact. Kijk, het probleem met crispr en ggo is dat je snel in een emotioneel debat terechtkomt. Het is heel moeilijk om een neutrale ruimte te maken, waarin we naar elkaar kunnen luisteren. Met dit soort initiatieven hopen we dat toch te doen. We kunnen met biotechnologie zoveel toepassingen aanreiken, maar als het niet aanvaard wordt, heb je een oplossing die nooit gaat dienen. 

“En zoals met alle technologieën kun je deze ook misbruiken. In 2020 produceerde een Chinese wetenschapper genetisch gemodificeerde baby’s. Hij kreeg daarvoor een celstraf van drie jaar. Het is dus de vraag hoever kan je gaan, en dan moet je als samenleving daar goed en nuchter over nadenken.”

Bent u nog met soortgelijk onderzoek bezig voor andere toepassingen?

“Een goed voorbeeld is ons onderzoek naar soja. Om die subtropische soja goed te laten groeien in onze contreien, hebben we bacteriën nodig die in knobbeltjes op de wortels groeien en die stikstof gaan vastzetten. Deze moleculen kennen ook andere toepassingen, bijvoorbeeld als biopesticide, als antitumor of voor botregeneratie.”