Proces over Belgisch luik van aanslagen in Parijs gaat vandaag van start

Op 13 november 2015 pleegden drie commando’s van negen mannen aanslagen op verschillende plaatsen in de Franse hoofdstad. Op 22 maart 2016 sloeg de terreurcel achter die aanslagen ook toe op de luchthaven van Zaventem en in de metro in Brussel. Bij de aanslagen in Parijs vielen 130 doden, bij die in België kwamen 32 mensen om het leven. 

Meteen na de aanslagen in Parijs ging een grootscheeps gerechtelijk onderzoek van start, zowel in Frankrijk als in België. Verschillende verdachten werden geïdentificeerd en opgepakt. De belangrijkste onder hen zijn inmiddels overgeleverd aan de Franse justitie en zullen daar terechtstaan voor hun rol in de aanslagen. Het Belgische federaal parket vervolgt nog veertien andere personen die eveneens bij de voorbereiding van de aanslagen betrokken waren, zonder noodzakelijk te weten dat er een aanslag werd voorbereid. 

Het gaat om Sammy Djedou, Youssef en Ayoub Bazarouj, Abid Aberkan, Ibrahim Abrini, Mohamed Rabhioui, Soufiane Al Aroub, Abdoullah Courkzine, Smaïl Farisi, Youssef El Ajmi, Zakaria Jaffal, Rafik El Hassani, Lazez A. en Meryem E.B. Elf van hen worden door het federaal parket beschouwd als deelnemers aan de activiteiten van een terreurgroep. 

De Belgische Syriëstrijder Sammy Djedou wordt gezien als leidinggevend figuur van een terreurgroep. Hij vertrok in 2013 naar Syrië en zou daar onder de naam ‘Abou Moussab’ een hoge functie vervuld hebben bij de terreurgroep Islamitische Staat (IS). Djedou zou in nauw contact hebben gestaan met Oussama Atar, die beschouwd wordt als een spilfiguur achter de aanslagen in Parijs en Brussel. Djedou kwam naar alle waarschijnlijkheid in december 2016 om het leven bij een droneaanval op Raqqa, maar zijn overlijden werd nooit officieel vastgesteld.

Ook Youssef Bazarouj — die in juli 2014 naar Syrië trok — zou daar om het leven gekomen zijn, maar wordt nog steeds vervolgd. Hij zou de rechterhand geweest zijn van Abdelhamid Abaaoud en Oussama Atar, centrale figuren in de aanslagen van 13 november. Youssef Bazarouj zou net als hen een cruciale rol gespeeld hebben bij de voorbereiding van de aanslagen. 

Herbekijk: dit gebeurde er op 13 november 2015 in Parijs

Zijn broer Ayoub zou vanuit België Facebook- en WhatsApp-accounts hebben gemaakt via dewelke Youssef Bazarouj kon communiceren. Bovendien zou hij Salah Abdeslam geholpen hebben om uit de handen van het gerecht te blijven. Zo zou hij in contact gestaan hebben met Abid Aberkan, in wiens woning Abdeslam op 18 maart 2016 uiteindelijk werd opgepakt.

Ibrahim Abrini is de jongere broer van Mohamed Abrini — ook wel bekend als ‘de man met het hoedje’ — die momenteel in Parijs terechtstaat voor zijn rol in de aanslagen van 13 november. Mohamed Rabhioui en Soufiane Al Aroub zijn twee kennissen van Abrini.

Nog op de lijst staan Abdoullah Courkzine, Smaïl Farisi en Youssef El Ajmi. Courkzine stond na de aanslagen van 13 november in contact met Hasna Ait Boulahcen, de nicht van Abdelhamid Abaaoud, tot zowel Abaaoud als Ait Boulahcen op 18 november om het leven kwam tijdens een politie-interventie in Saint-Denis. Farisi en El Ajmi duiken ook op in het onderzoek naar de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel en Zaventem, omdat Farisi zijn flat had uitgeleend aan de broers El Bakraoui, spilfiguren van die aanslagen, en El Ajmi vaak in die flat kwam. Zakaria Jaffal en Rafik El Hassani zouden ten slotte ook hebben deelgenomen aan de activiteiten van de terreurgroep. Lazez A. wordt dan weer vervolgd voor inbreuken op de wapenwetgeving. Meryem E.B. staat terecht omdat ze voor valse documenten zou hebben gezorgd.