Noord-Korea en Maleisië gijzelen elkaars onderdanen
Kim Jong-nam, de halfbroer van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, werd drie weken geleden op de luchthaven van Kuala Lumpur door twee jonge vrouwen met zenuwgas vermoord. De vrouwen, uit Vietnam en Indonesië, zijn in beschuldiging gesteld, maar de Maleisische autoriteiten vermoeden dat er ook Noord-Koreanen betrokken zijn bij het moordcomplot. Twee of drie van hen zouden zich verschuilen in de Noord-Koreaanse ambassade in Kuala Lumpur. De Maleisische politie vindt dat niet kunnen en beweert dat Noord-Korea het onderzoek tegenwerkt.
De Noord-Koreaanse reactie op deze beschuldigingen liet niet lang op zich wachten. Pyongyang liet weten dat Maleisische onderdanen het land niet meer uit mogen. Daarop is de Maleisische premier in woede ontstoken. "Dit is een aanfluiting van alle internationale wetten en diplomatieke normen, onze burgers worden gebruikt als gijzelaars", zei hij. Op zijn beurt heeft Maleisië de Noord-Koreaanse ambassade in Kuala Lumpur met linten laten afsluiten. "Desnoods staan we hier vijf jaar, uiteindelijk zal er wel iemand naar buiten moeten komen", zegt de overheid.
Goede relaties
In de praktijk zijn er niet veel Maleisiërs die in Noord-Korea wonen. Naar verluidt gaat het maar om elf mensen. Omgekeerd zitten er wel meer Noord-Koreanen in Maleisië, een van de enige landen in de regio dat behoorlijke betrekkingen onderhoudt met het communistische land. Noord-Koreanen gebruiken Maleisië wel eens als uitvalsbasis voor zaken, Kim Jong-nam zelf ook.
Noord-Koreanen mochten tot nu toe ook zonder visum naar Maleisië reizen, maar die gunstmaatregel is intussen ook ingetrokken. Het is nu wachten wat China, de enige echte bondgenoot van Noord-Korea in de regio, zal doen.