Direct naar artikelinhoud
InterviewFred Abrahams

Human Rights Watch over oorlogsmisdaden Rusland: ‘Het bewijs van onnoemelijke wreedheid is overweldigend’

Fred Abrahams van Human Rights Watch. // Een man wordt begraven op de begraafplaats van Boetsja. Zijn naam was Mychailo Romanioek, hij was 58 en werd doodgeschoten op zijn fiets door de Russische bezetters.Beeld rv/AFP

‘Erger dan de hel’, zo omschrijft een burger de Russische gruweldaden tegen Oekraïners in een nieuw rapport van Human Rights Watch. ‘Het bewijs van onnoemelijke en opzettelijke wreedheid is overweldigend’, zegt Fred Abrahams, mede-programmadirecteur bij de ngo.

In het net gepubliceerde rapport over wat Russische soldaten aanrichtten in het stadje Boetsja nabij de Oekraïense hoofdstad Kiev staan gecheckte getuigenissen over standrechtelijke executies, martelingen, ontvoeringen en moorden. 

Iryna, 48, werd samen met haar man Oleh en haar vader Volodymyr thuis onder schot genomen. Ze smeekten om hen niet neer te schieten. De Russische soldaten namen Oleh mee. Iryna vond hem nadien dood terug in de binnentuin. “Er pompte nog bloed uit zijn linkeroor, de rechterkant van zijn gezicht was weg. De soldaten keken toe alsof het een theaterstuk was”, vertelt ze. 

Ook Vasily, de man van Tanja, 57, werd meegenomen. Zijn lijk is twee weken later gevonden met sporen van marteling. Op 5 april vond het team van Human Rights Watch vijf neergeschoten doden in de slaapzaal van een kinderkamp. Ze droegen gewone kleren. Hun handen waren op hun rug gebonden, wat wijst op een executie.

“Het voelt alsof de dood overal is. Bijna iedere straathoek is een misdaadscène”, getuigt onderzoeker Richard Weir in het rapport. “Ons bewijsmateriaal toont dat de Russische troepen de levens van burgers en de oorlogswetten misprijzen.”

Het zijn maar snapshots, benadrukt ook Fred Abrahams, assistent-programmadirecteur bij de ngo. “Boetsja heeft terecht alle krantenkoppen gehaald, maar het is slechts een van de plekken waar burgers dit soort wreedheden meemaken.” De Amerikaan coördineert het werk van onderzoekers op het terrein en vervoegt hen binnenkort.

Waar zien jullie gelijkaardige aanvallen op burgers als in Boetsja?

Fred Abrahams: “Wij deden onderzoek in de regio’s rond de steden Kiev, Charkiv en Tsjernihiv en zien daar hetzelfde. In de stadjes waar de Russen zich tijdelijk baseren, is er veel face-to-face geweld tussen troepen en burgers, inclusief ontvoeringen en martelingen. 

“Een Russische soldaat verkrachtte en verwondde een vrouw van 31 herhaaldelijk in Malaja Rohan, een dorpje bij Charkiv. Ook een standrechtelijke executie van zes mannen in een dorpje nabij Tsjernihiv is gedocumenteerd. Velen getuigen dat Russische soldaten hun voeding, brandstof en kledij plunderen. Daarnaast sterven erg veel burgers doordat hun stad of dorp met zeer zware wapens wordt aangevallen. Bij zo’n aanval in Tsjernihiv vielen in één keer 47 doden.”

Wat weten jullie over Marioepol?

“Veel te weinig. De situatie moet er extreem zijn, maar we kunnen niets aantonen omdat niemand er binnen kan. Zelfs het Rode Kruis krijgt geen toegang. We vrezen een zeer hoog aantal burgerdoden.”

Kunnen jullie bevestigen dat het Russische leger seksueel geweld als oorlogswapen inzet, zoals het rapport van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en ook lokale ngo’s melden?

“Het is zeker dat er heel wat vrouwen verkracht worden. Wij hebben nu één bevestigde verkrachting gedocumenteerd op basis van interviews met het slachtoffer. Informatie over meer gevallen zijn we aan het checken. Dat vergt tijd, omdat slachtoffers het lastig vinden over zoiets te getuigen en omdat wij dit enkel doen als we hen ook kunnen helpen met doorverwijzingen naar lokale ngo’s die medische, juridische of humanitaire hulp bieden.”

Hoe moeilijk is het om bewijsmateriaal van oorlogsmisdaden te verzamelen?

“Het is doenbaar als je op het terrein kunt. De Russen stoppen hun daden niet weg en de slachtoffers willen meewerken aan gerechtigheid.  Ook reporters, andere ngo’s, gespecialiseerde onderzoekers uit allerlei landen en de Oekraïense openbaar aanklager doen dit werk. 

“Het bewijs van onnoemelijke en opzettelijke wreedheid tegenover burgers is overdonderend. Maar in een rechtszaal moet je wel een specifieke dader aanwijzen. Er is gelukkig een juridisch principe waarbij de top van het commando verantwoordelijk kan worden gesteld als die wist van misdaden en er niets aan deed. 

“In dit geval is dat Poetin. Hij weet van de wandaden en opent duidelijk geen onderzoek. Integendeel, hij geeft zijn soldaten militaire beloningen. Omdat meerdere regeringen en instanties nu sterk inzetten op de zoektocht naar daders op het terrein, denk ik wel dat ook van hen namen bekend zullen worden. Die mensen dan berechten is moeilijk, maar we moeten het proberen. Er wordt in ieder geval veel moeite voor gedaan, wat in andere conflicten die we nu vergeten, zoals in Jemen en Afghanistan, niet het geval is.”

Kun je het geweld tegen burgers helpen te stoppen door de Russische soldaten erop te wijzen dat ze vervolgd kunnen worden?

“Mogelijk. Het Internationale Rode Kruiscomité (ICRC) zet daarop in. Zij publiceren makkelijk te begrijpen folders waarin in alle relevante talen staat wat oorlogsmisdaden zijn en wie vervolgd kan worden. In sommige oorlogen licht het Rode Kruis strijders rechtstreeks in en het kan ook via digitale weg. Maar de grote uitdaging nu is de Russische soldaten bereiken en door de censuur breken.”

Wat weten jullie over illegale wapens, zoals clusterbommen en chemische wapens?

“Van chemische wapens hebben we geen bewijzen. Wel stellen we vast dat het Russische leger veel clusterbommen gebruikt, ook tegen burgerdoelwitten. Ondertussen zijn er voor het eerst geloofwaardige meldingen over clustermunitie die het Oekraïense leger zou hebben ingezet. Het Russische leger doet dat veel massaler en gaat veel verder, maar ook het Oekraïense leger moet zich aan de oorlogswetten houden.”