Procureurs-generaal slaan alarm over “catastrofale toestand federale gerechtelijke politie”

De brief van het college van procureurs-generaal is gericht aan de voorzitter van de commissie Justitie, Kristien van Vaerenbergh (N-VA), en die van de commissie Binnenlandse Zaken, Ortwin Depoorter (Vlaams ­Belang). In de brief stelt Ignacio de la Serna, de procureur-generaal van Bergen en voorzitter van het college, dat de toestand bij de federale gerechtelijke politie “dramatisch” is. 

De ­gerechtelijke autoriteiten zijn volgens hem genoodzaakt om moeilijke keuzes te ­maken over welke zaken ze nog ­zullen onderzoeken en vervolgen. Volgens de voorzitter van het college van procureurs-generaal is het op dit moment onmogelijk om het ­nationale veiligheidsplan uit te voeren. Hij verwijst ook naar het interview van Marc De Mesmaeker, de commissaris-generaal van de federale politie, eerder deze maand in ‘De Standaard’. Hij stelde dat het “vijf voor twaalf was voor de federale politie”.

De la Serna voegt eraan toe dat hij de eerste minister, de minister van Justitie en de minister van Binnenlandse Zaken op de Nationale Veiligheidsraad van 1 december vorig jaar op de hoogte bracht van de situatie. Hij schrijft ook dat de minister van Justitie, Vincent Van Quickenborne (Open VLD), de vraag tot herfinanciering van de federale gerechtelijke politie telkens heeft gesteund en door­gegeven aan de minister van Binnenlandse Zaken, Annelies Verlinden (CD&V).