"Francken zit nog maar halverwege de wedstrijd"

Er is nog altijd geen definitief uitsluitsel of landen verplicht kunnen worden om humanitaire visa te geven. De uitspraak van het Europees Hof van Justitie gaat enkel over het Europees recht. "We zitten nog maar halverwege de wedstrijd", zegt professor migratierecht Dirk Vanheule (UAntwerpen).

Het Europees hof van Justitie heeft geoordeeld dat onder Europees recht de lidstaten niet verplicht zijn om een humanitair visum af te geven aan asielzoekers. "Het is een technische uitspraak. Het Hof zegt dat een aanvraag voor een visum om meer dan drie maanden in een EU-lidstaat te blijven om daar asiel te bekomen niet onder de Visumcode valt", licht professor Vanheule toe.

Een humanitair visum valt dus niet onder het Europees recht, en dus kan er ook moeilijk een verplichting onder dat recht bestaan. Maar er zijn natuurlijk ook nog andere rechtsordes. Zo heb je de de nationale Grondwet, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en internationale regels. "We hebben nog altijd geen antwoord bekomen of er ergens op basis van mensenrechtelijke beginselen een verplichting bestaat om een visum af te geven", aldus Vanheule.

"Hof heeft zich terughoudend opgesteld"

Onder mensenrechten zou er dus wel degelijk een recht op humanitair visum kunnen bestaan. Een waarschuwing die de advocaat-generaal bij het Hof vorige maand al meegaf in zijn advies, waarin hij van oordeel was dat er wél een verplichting is om mensen op te vangen wanneer het risico bestaat dat ze gaan gefolterd worden. Dat advies hebben de rechters nu - relatief uitzonderlijk - niet gevolgd.

"Ik denk dat het Hof zich heeft gehouden aan tekstuele argumenten. Ze zien in de Visumcode niets staan over een visum voor meer dan drie maanden. Bovendien bestaat er momenteel een discussie tussen enerzijds het Europees Parlement dat vindt dat die visa wel in die Code staan en anderzijds de Europese Commissie en de Raad van Ministers die van oordeel zijn dat die bepalingen niet van toepassing zijn op humanitaire visa. Het Hof is daarom terughoudend geweest", analyseert professor Vanheule.

"Halverwege de wedstrijd"

De zaak bij het Europees Hof van Justitie nu draaide rond een visum voor een Syrisch gezin uit Aleppo. Maar er loopt nog een andere gelijkaardige zaak rond een ander Syrisch gezin. En die zaak is opgebouwd rond het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).

"Dat brengt ons bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens dat een totaal andere instelling is", zegt professor Vanheule. "Dat Hof doet uitspraak over het EVRM en dat verdrag met de Europese rechten en vrijheden moet je altijd toepassen."

In de zaak van het andere Syrische gezin - die eerder al tot een politieke rel leidde na kritiek van de N-VA op de "wereldvreemde rechters" - is er nog altijd geen finale uitspraak of die mensen al dan niet recht hebben op een humanitair visum. "Je zou kunnen zeggen dat we hier nog maar halverwege de wedstrijd zitten", drukt professor Vanheule het uit. "Mogelijk komt er dus nog een vervolg voor dat Europees Hof voor de Rechten van de Mens."

Meest gelezen