Direct naar artikelinhoud
R.I.P.Arno

Oh la la la: afscheid van Arno in acht songs

Oh la la la: afscheid van Arno in acht songs
Beeld RV

Arno a quitté la scène. Zo’n honderd jaar te vroeg, maar gelukkig laat hij ook heel wat muziek achter die de eeuwigheid wel kan trotseren. Een verhaal van Arno in acht songs.

‘Lonesome Zorro’

‘Lonesome Zorro’.Beeld rv

Voor al wie de puberteit een gruweltijd was, stak Arno je een hart onder de riem met ‘Lonesome Zorro’: “You’ve got the will, boy / You’ve got the power, now.” Hintjens was een gids in het eenzame duister. En toen zijn voorlaatste uur geslagen had, leken die woorden nog zoveel meer waard. De versie die op zijn laatste soloplaat Vivre staat, is van een onwaarschijnlijke, hondsbedroefde schoonheid. “Die song gaat over mensen die ’s nachts leven,” vertelde Arno daar later over, “vampieren van de nacht die wanhopig op zoek gaan naar iets wat ze nooit zullen vinden. Ik heb ook zo'n periode gekend: zwaar gezopen, verschrikkelijk. Er zijn nog steeds mensen in mijn buurt die hetzelfde doen, maar ik hoop dat het mij niet meer zal overkomen.”

‘Oh la la la’

‘Oh la la la’.Beeld rv

We hadden net zo graag ‘Een boeket met pisseblommen’ of ‘À eux je montre mon derrière’ in deze lijst gezwierd. Of misschien zelfs een obscure song van Freckleface, waar Arno mondharmonica bij speelde, dan wel een heerlijke song van de supergroep Charles et les Lulus. Maar uiteraard kan je niet om de grootste belpophit van le plus beau heen. Met T.C. Matic tekende Arno voor witte Europese rock met verbeten zang, gitaren die door je gehoor snijden en splijten én een verrassend sexy elektrodisco-vibe. In het weekblad Télémoustique verschijnt bij de release van ‘Oh la la la’ een redelijk belabberde recensie, waarin gesteld wordt dat T.C. Matic instrumentaal het meest coherent klinkt. “De zanger blijft een handicap.” Niet dat Arno een minuut maalt om die woorden: “Zingen is voor de vogeltjes”, gelooft hij sindsdien. Zijn snerpende stem voelt vandaag nog steeds aan als een mes dat door je ingewanden woelt. En tegelijk is de song zo aanstekelijk als de neten. In april 1981 klimt de song naar de top van de Belgische hitlijsten, waarmee ze andere classics als ‘In the Air Tonight’ van Phil Collins of ‘Kids in America’ van Kim Wilde verdringt. De reden voor dat succes volgens Arno? “Oh la la la zijn zowat de eerste woorden van elk kind. Het is supersimpel en blijft in je hoofd hangen.” Niemand die kan tornen aan die logica.

‘Putain putain’

‘Putain putain’.Beeld rv

Niet eens Arno, maar Jean-Marie Aerts gaat in deze classic met de pluimen lopen. Of is het met de veren? Aerts speelt die legendarisch kaduke riff immers met de ijzeren veren op de achterkant van zijn Matic-Stratocaster. Ongehoord en ongeëvenaard. Mogen we in een koninklijk besluit afspreken dat ‘Putain putain’ de allerbeste riff in de Belgische geschiedenis heet? Los daarvan laat Hintjens zich ook van zijn sterkste kant zien.“Putain putain, c’est vachement bien / Nous sommes quand même tous des Européens”, bedenkt hij, terwijl hij de gigantische bollen van het Atomium aanschouwt. Een Belg, laat staan een Vlaming zijn, lijkt hem ineens zo nietig. The European Cowboy is dan geboren. Voor de Vivre-versie maakte Arno de tekst overigens actueel, met een verwijzing naar de brexit: “Bye-bye Brexit / We're still going to eat fish and chips, don’t you worry.” Wanneer Hintjens een lange neus maakt naar de leiders van het land, doet hij dat met gepaste humor.  

‘When the Rock’

‘When the Rock’.Beeld rv

“Oh Willie is on his own now”, zong Arno in ‘Willie Willie’ over de ei zo na gelijknamige Scabs-gitarist. Willy Willy heeft iets vroeger dan Arno het tijdige voor het eeuwige ingeruild, maar het is wel een fijne gedachte dat de iconische snarendrijver sinds zaterdag niet langer on his own hoeft te zijn. Bij leven en welzijn had die als mede-Oostendenaar overigens altijd een goede band met Arno. Minder bekend dan het verhaal van ‘Willie Willie’ is dat Willy Willy zijn kunsten ook eens uitleende aan Arno. Voor de gitaarpartijen van ‘When the Rock’ deed Arno een beroep op diens rock-’n-rollvaardigheden. Willy Willy kreeg een cassette toegestopt met de instructies: “Ik wil dat je speelt zoals George Harrison en Prince.” Niet de minsten, maar hij slaagt in dat opzet. Pas later zal Arno bekennen dat die song zijdelings gaat over het bittere einde van T.C. Matic. Het liedje gaat evenwel meer over een man die iets te vroeg zijn midlifecrisis lijkt te moeten uitzweten en vermoedt dat het leven hem niets meer kan bieden: “Hij denkt dat hij alles gezien heeft en probeert zich noodgedwongen te schikken in zijn leven. De oorspronkelijke tekst luidde: ‘When the rock lost the roll, like a man who lost his balls.’ Maar dat vond ik te cru. Het is een depressief liedje, maar het gaat niet over mij. Ik heb nog te veel honger naar het leven.”

‘Vive ma liberté’

‘Vive ma liberté’.Beeld rv

Op een vergadering met zijn Franse platenfirma wordt Arno koudweg gevraagd: waarom schrijf je eens geen hit in het Frans? Arno antwoordt laconiek dat hij geen hits maakt. “Wanneer ik een song schrijf, is een hit het laatste waar ik aan denk.” Maar wanneer hij thuis de televisie aanzet, speelt toevallig de Top 50. Hintjens vraagt zich af waarom geen enkele single in die lijst terug te vinden is in zijn platenkast. “Ik vroeg me zelfs af of er misschien iets mis was met mij. Iedereen houdt blijkbaar van die liedjes en ik niet. Ik zag er een kerel playbacken, en ik heb een hekel aan playback. Ik analyseer die hele Top 50 en stel vast dat die gasten over eender wat zingen. En ineens zat het in mijn hoofd: “Je chante une chanson de n’importe quoi.” Door die playbackende kerel te zien vroeg ik me af: welk geluid zouden mijn hersenen maken als ik aan niets denk? En zo is ‘Vive ma liberté’ ontstaan. (lacht) ‘Je chante une bête chanson à la française, avec des mots bêtes et artificiels.’ Ik heb de tekst geschreven onder de invloed van Jaques Lanzmann, die de meeste teksten schreef voor Jacques Dutronc. Ik vond Dutronc altijd méér rock-’n-roll dan wat ik bijvoorbeeld hoorde komen uit de grungescene van Seattle.”

‘Les yeux de ma mère’

‘Les yeux de ma mère’.Beeld rv

Een vakantie in Griekenland loopt niet als gepland: Arno’s zoon krijgt er salmonellabesmetting. De zanger wil een suppositoire in zijn kont steken, maar dat wil kennelijk niet lukken. “Mama moet dat doen”, schreit zijn kind. ‘Jij kunt dat niet, papa.’ Daar komt meteen de zin “elle est la reine des suppositoires” van. ‘Les yeux de ma mère’ vat Arno op als een hommage aan alle moeders. Ook aan de zijne, die hij al op jonge leeftijd moest afgeven. “Ma mère, elle a quelque chose, quelque chose de dangereuse, quelque chose d’une allumeuse, Quelque chose d’une emmerdeuse”, zingt Arno met een krop in de keel. De clip, die in Portugal gefilmd wordt door Tom Barman van dEUS, is al bijna  even legendarisch, met de dan nog piepjonge Marie Vinck. 

Het zal niet de enige keer zijn dat hij zijn moeder – haar dood vond hij traumatisch – probeert te vereeuwigen in een song. In ‘Je ne veux pas être grand’ heeft hij het over de ogen van zijn moeder. “Depuis que je suis sur terre, j’ai les yeux de ma mère, j’ai le reste de mon père.” Die song werd ingegeven door een angstaanval nadat hij met zijn zoon naar diens klas was gegaan en de oude schoolgeur als een meurende madeleine van Proust op zijn systeem had gewerkt. Het is geen wonder dat Arno’s grote held Peter Pan was. Nooit groot worden, dat bleef Arno’s grootste ambitie.

‘Les filles du bord de mer’

‘Les filles du bord de mer’.Beeld rv

Het is niet heel duidelijk wanneer Arno besloot om ‘Les filles du bord de mer’ te coveren. Wat wel vaststaat, was dat de cover ingegeven werd door zijn angst om Nashville aan de ribben te voelen kleven. Voor de opnames van Idiots Savants zakte hij af naar de Amerikaanse hoofdstad van de country. “Maar ik heb een hekel aan country music”, vertelde hij daar later lachend over. “Toen ik naar Amerika vertrok, nam ik een cassette met Belgische muziek mee. Eén enkele cassette: Salvatore Adamo. Hij heeft sensationele dingen geschreven. Op een avond zat ik daar op mijn kamer en ik kon alleen maar denken aan het eten van bij ons: frieten en garnaalkroketten. En plots kwam dat liedje bij me op, ‘Les filles du bord de mer’.” Adamo zong dat met een rollende ‘r’ om het Vlaams te doen klinken. Ik vond dat geniaal, perfect. ’s Anderendaags hebben we dat in één take opgenomen, met het accordeonarrangement en heel de bazaar.” Accordeonist Ad Cominotto had nadien een lichtjes andere lezing van de feiten: “Arno was bang dat de plaat te glad en gelikt zou klinken, en vroeg me of we dat nummer met accordeon konden proberen. Elke dag opnieuw probeerden we dat, maar het lukte niet. Na het werk in de studio bleven we maar proberen. Op een nacht waar heel veel alcohol was gevloeid, lukte het ineens wél.” En de rest is meezingbare geschiedenis. 

‘Je veux vivre’

‘Je veux vivre’, voor het eerst te horen op het album 'Humain incognito'.Beeld rv

Een hufterige kanker legde Arno dan wel het zwijgen op, de ziekte kon hem niet van de spotlights weerhouden. Met zijn zestiende soloplaat Vivre leek hij à la recherche du temps perdu, waarbij hij een prachtige update gaf aan welbekende classics als ‘Putain putain’, ‘Les yeux de ma mère’ en ‘Elle adore le noir’. Maar nog dieper snijden de woorden die hij met doodsverachting in de micro spuwde: “Je veux vivre dans un monde sans pilules / Et où les riches et les pauvres n’existent plus.” Zijn stem klinkt asgrauw, maar zijn overtuiging is springlevend. De plaat doet daarmee wat denken aan het testament van David Bowie of Leonard Cohen. De zwanenzang van een artiest die weet dat de dood hem op de hielen zit, maar die nog een laatste keer voluit wil schitteren. Het kan ook geen toeval zijn dat op diezelfde plaat een song staat waarin Arno een van de bekendste zinnen van Leonard Cohen leent: “There’s a crack in everything / That’s how the light / A new light gets in.” Geen eerbetoon aan de Canadese master of gloom, vertelde hij daarover. Puur toeval: “Mijn grootmoeder zei dat al: J’et een krak in je kop, langs do komt ’t lucht no binn’n.”.