Autobestuurders die geen voorrang verlenen grootste oorzaak van Vlaamse fietsdoden

De verkeersveiligheid van fietsers in Vlaanderen gaat er niet op vooruit. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld). In totaal raakten vorig jaar 8.788 fietsers gewond in het verkeer – het op 2019 na hoogste aantal van de afgelopen tien jaar. Zeventig fietsers overleden.

De grootste oorzaak voor de ongevallen zijn autobestuurders die geen voorrang verlenen. De meeste dodelijke fietsslachtoffers (26) kwamen er door een aanrijding met een personenwagen, veertien keer ging het om een aanrijding met een zware vrachtwagen, twaalf keer om een eenzijdig ongeval. “Anders dan het cliché wil, ligt de voorrangsfout dus meestal bij de tegenpartij van de fietser”, zegt mobiliteitsexpert Kris Peeters. “Daarnaast is ook het aantal eenzijdige ongevallen opvallend. Allicht zal dat soms samenhangen met alcohol- en druggebruik, maar waarschijnlijk is onze belabberde fietsinfrastructuur ook een belangrijke verklarende factor.”

Ook opvallend: het aantal fietsers dat vorig jaar om het leven kwam op een elektrische fiets. In totaal 33 mensen, bijna de helft van het totale aantal doden. “Die ongevallen zijn duidelijk gelinkt aan de ouderdom van de gebruikers”, zegt verkeersexpert Peeters. “Daar moeten we meer aandacht aan besteden. Ouderen moeten leren omgaan met een e-fiets, zeker als ze een lange tijd niet meer gefietst hebben.”

Helaas minder verrassend is dat fietspaden die enkel met markeringen zijn aangeduid nog altijd levensgevaarlijk blijken. Zo’n 2.350 zwaargewonde fietsers, van wie er 22 om het leven kwamen: het merendeel van alle ernstige fietsongevallen vorig jaar, vond plaats op de beruchte moordstrookjes.

Minister Peeters erkent dat er nood is aan een kentering. “Deze cijfers zijn niet goed”, klinkt het. “Het aantal ongevallen op elektrische fietsen is te hoog en is een reden om pro-actief met gemeenten samen te werken. Het is de reden waarom we dit jaar 328 miljoen euro investeren in fietsprojecten. Infrastructuur, sensibilisering en verbeteringen op schoolroutes: daar moeten we op blijven inzetten.”