"Reuzengommers wel verwezen voor juiste feiten", zegt aanklager op proces over dood Sanda Dia

"Ik ben met handen en voeten gebonden, ik kan enkel oordelen over de feiten van de namiddag en avond van 5 december 2018 te Vorselaar", zei een emotionele voorzitster van de rechtbank op het einde van de zittingsdag gisteren. Ze verwees naar de aanklager, die net zijn vordering had afgerond. 

Hij vroeg voor alle Reuzengommers celstraffen en motiveerde die ook. In die motivatie verwees de aanklager naar bijvoorbeeld het geven van papjes, maar ook naar incidenten die de avond vóór het fatale doopritueel aan de blokhut in Vorselaar op 5 december 2018 plaatsvonden. De rechter gaf aan dat ze enkel kon oordelen over wat er op die 5e december in Vorselaar is gebeurd, en niet over die andere feiten, omdat de Reuzengommers daar "officieel" niet voor terecht zouden staan. 

De aanklager gaf daar nu iets meer uitleg bij in een korte juridisch-technische zitting. Volgens de aanklager zijn de Reuzengommers wel voor alle en juiste feiten doorverwezen naar de rechtbank. Bij de aanklacht "mensonterende behandeling" zijn alle feiten "tussen 3 en 6 december 2018, zowel te Leuven, als te Vorselaar" voorzien. Zo staat het officieel in de dagvaarding. Onder die mensonterende behandeling verstaat de aanklager onder meer het toedienen van de papjes, het laten zwemmen in de koude beek en emmers koud water gieten.

Maar wat is het probleem dan? Heeft de rechter dan een fout gemaakt, en niet gezien dat ze wel kan oordelen over alle feiten tussen 3 en 6 december? De reactie van de rechter zou te maken kunnen hebben met de andere aanklachten. Bij "onopzettelijke doding", en "het toedienen van stoffen met de dood tot gevolg", gaat het wel enkel over feiten aan de blokhut in Vorselaar, op 5 december. Die kwalificaties slaan op de proef met de vissaus, waaraan Sanda Dia overleed, en die vond enkel plaats in Vorselaar op 5 december. 

Maar uit een eerdere discussie bleek al dat de voorzitster van de rechtbank de kwalificatie van het "toedienen van stoffen met de dood tot gevolg" misschien wil aanpassen, naar "opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg (zonder oogmerk te doden)". De voorzitster zou er vanuit kunnen gaan dat als ze die aanklacht wil aanpassen, ze enkel over de feiten van 5 december zou kunnen oordelen. Maar volgens sommige advocaten op het proces, en de aanklager, klopt dat niet. Volgens hen kan de rechter dus wel oordelen over alle feiten tussen 3 en 6 december, zowel in Leuven als in Vorselaar. Het is uiteindelijk aan de rechtbank - mocht ze overgaan tot veroordeling - om in een vonnis een juiste formulering te vinden voor de feiten. 

Voor de rest van de week ligt het proces hoe dan ook stil. De advocaten krijgen tijd om standpunt in te nemen over dat eerdere voorstel van de rechter om de aanklacht aan te passen. De advocaten zullen op de verschillende discussies terugkomen wanneer ze het woord krijgen in hun pleidooi. Die zijn voorzien vanaf volgende week maandag.