Direct naar artikelinhoud
Belangrijk nieuwsProces-Fabre

Jan Fabre krijgt 18 maanden cel met uitstel voor geweld en ongewenst seksueel gedrag: ‘Dit is een mijlpaal’

Jan Fabre.Beeld EPA

Kunstenaar Jan Fabre (63) is door de rechtbank in Antwerpen veroordeeld tot 18 maanden cel met 5 jaar uitstel. Een aantal feiten verklaart de rechtbank verjaard. Fabre is veroordeeld voor pesterijen, geweld en ongewenst seksueel gedrag tegenover vijf vrouwen en de aanranding van de eerbaarheid van een van hen. Hij moet hen een symbolische schadevergoeding betalen van 1 euro.

en

Fabre was aangeklaagd door 11 vrouwen. Voor de feiten tegenover één vrouw is hij vrijgesproken. Dat heeft tot gevolg dat alle feiten ervoor, tegen vijf andere vrouwen, verjaard zijn omdat ze in de tijd niet meer voldoende aansluiten bij de overige feiten.

De kunstenaar is volgens de rechter schuldig aan inbreuken op de Pestwet en aanranding van de eerbaarheid. De rechtbank erkent een zogenoemd ‘eenheid van opzet’. “Dat betekent dat de heer Fabre op dezelfde manier is te werk gegaan in het benaderen van jonge danseressen, vaak seksueel getint of beledigend”, zegt persmagistraat Wendy Verhaegen.

Fabre krijgt 18 maanden cel met 5 jaar uitstel. Hij moet dus niet effectief de cel in, tenzij hij in de volgende 5 jaar nogmaals veroordeeld wordt. Hij wordt ook vijf jaar lang uit zijn rechten ontzet en moet een schadevergoeding van 1 euro betalen aan de burgerlijke partijen van de feiten waarvoor hij werd veroordeeld.

Die straf is een stuk lichter dan de effectieve celstraf van drie jaar die het openbaar ministerie vroeg. “Er wordt rekening gehouden met de ernst van de feiten en zijn hiërarchische positie maar ook met zijn blanco strafregister”, zegt Verhaegen.

Fabre zelf was vanmorgen niet aanwezig voor de uitspraak. Zijn advocaten, Manon Gutwirth en Eline Tritsmans, hebben 30 dagen om te beslissen of ze in beroep gaan. Aanvankelijk gingen zij voor de vrijspraak.

“We weten pas of we tevreden zijn als we onze cliënt hebben gehoord, maar vanuit ons perspectief zijn we blij dat de karikatuur die van mijn cliënt is gemaakt is ontkracht door het vonnis”, zegt advocate Manon Gutwirth. 

“De karikatuur die van mijn cliënt is gemaakt, met de sloganeske aantijging ‘no sex, no solo’ klopt niet, daarvan is niks overgebleven in het vonnis”, benadrukt advocaat Tritsmans. 

“Van de sloganeske aantijging ‘No sex, no solo’ is in het vonnis niets overgebleven”, zegt Tritsmans. “Het draconische, demonische beeld dat Jan Fabre een tiran zou zijn die geen enkele tegenspraak zou dulden, is niet weerhouden in het vonnis.”

Lees ook

De zaak-Fabre: als de schone kunsten een kader worden voor vuile manieren

Reconstructie: Hoe de bal in de zaak-Fabre aan het rollen ging: ‘Plots begon hij me te kussen’

‘Hij keek ostentatief naar het bed en vertelde me dat ik wist wat me te doen stond’: 3 getuigenissen over machtsmisbruik Jan Fabre

‘Een mijlpaal’

“We zijn bijzonder tevreden met dit vonnis”, zegt An-Sofie Raes, die de vrouwen vertegenwoordigt die zich burgerlijke partij stelden tegen Fabre. “De rechtbank erkent dat er zich een patroon stelde. Het is een belangrijke erkenning en een mijlpaal, niet enkel voor de burgerlijke partijen, maar ook voor andere slachtoffers die zich misschien afvragen of dergelijk gedrag toelaatbaar is. Hopelijk putten vrouwen kracht uit deze uitspraak.”

Raes had na de uitspraak kort contact met de burgerlijke partijen, ook met de vrouwen van wie de feiten verjaard zijn verklaard. “Door de verjaring spreekt de rechtbank zich niet uit over die feiten”, zegt ze. “De rechtbank zegt dus niet dat het nooit gebeurd is. De erkenning van de andere feiten sterkt toch ook die vrouwen van wie de feiten wel verjaard zijn.”

Fabre kreeg een lichtere straf dan wat het openbaar ministerie vroeg. “De burgerlijke partijen hebben zich niet uit te spreken over de strafmaat”, zegt Raes. “Wat mijn cliënten wilden was het vermijden van recidive, dat Fabre nooit meer dergelijk gedrag zou stellen tegenover jonge danseressen of jonge dames.”

Waarom zijn de feiten tegen 5 vrouwen verjaard?

De rechtbank erkent in deze zaak een ‘eenheid van opzet’, wat betekent dat Fabre telkens op dezelfde manier te werk is gegaan in het benaderen van de vrouwen.

Die eenheid van opzet geldt echter enkel voor de 5 meest recente feiten. Voor de zesde burgerlijke partij acht de rechtbank de feiten niet bewezen.

De dame in kwestie maakte melding van “zijn hand op haar dij” tijdens een theatervoorstelling in Berlijn, maar de rechtbank houdt rekening met de “artistieke vrijheid”, waarbij Fabre regie-aanwijzingen gaf. Dat hij haar na afloop op café vroeg om met hem te dansen, is volgens de rechtbank niet grensoverschrijdend.

Het gevolg van de vrijspraak voor deze vrouw is dat de eenheid van opzet onderbroken wordt. Daardoor is er sprake van verjaring voor de feiten tegenover 5 vrouwen die ervoor plaatsvonden.

Waarover ging deze zaak ook alweer?

De feiten speelden zich af binnen Fabres danstheatergezelschap Troubleyn, waar volgens het Openbaar Ministerie jarenlang sprake was van een toxische werkomgeving. Verschillende voormalige medewerkers legden verklaringen af tegen Fabre en stelden zich ook burgerlijke partij in de zaak. 

Volgens het Openbaar Ministerie heeft Fabre zich ingelaten met een “oneindige lijst” aan publieke vernederingen, het systematisch negeren en afstraffen van mensen, het gebruik van bijnamen op basis van huidskleur of uiterlijk, seksuele avances, ongepaste aanrakingen en het uitnodigen van danseressen op zijn hotelkamer. Fabre zou misbruik hebben gemaakt van zijn machtspositie ten opzichte van jonge danseressen om seks te vragen in ruil voor een grotere rol – “no sex, no solo”. Een volgens een medewerkster ongewenste kus leidde tot de aanklacht van aanranding van de eerbaarheid.

Zelf heeft Fabre altijd ontkend strafbare handelingen te hebben gepleegd. Bij Troubleyn was volgens hem geen sprake van een angstcultuur of machtsmisbruik, maar kwamen de artistieke keuzes tot stand in gezamenlijk overleg. Tot 2018 werd er ook nooit melding gemaakt van de problemen die er volgens de burgerlijke partijen jarenlang waren, klonk het. De verdediging voerde ook verklaringen aan van medewerkers van Troubleyn die wel achter Fabre bleven staan.

Op zijn proces was Fabre de grote afwezige. Door een brief die zijn advocaten voorlazen op het einde van de tweede zittingsdag drukte hij toch zijn stempel. Daarin uitte hij “oprechte verontschuldigingen aan wie zich gekwetst voelt”, al bleven zijn advocaten zeggen dat er niets strafbaars was gebeurd. Ze vroegen dan ook de vrijspraak.