Ongezien hoge inflatie in de eurozone: gaat de ECB nu aan de handrem trekken?

De inflatie in de eurozone stijgt voor de zesde maand op rij naar een nieuwe recordhoogte. Het leven in de monetaire unie is deze maand 7,5 procent duurder geworden, blijkt uit een voorlopige raming van Eurostat.

De prijzen in de eurozone blijven de hoogte inschieten. De inflatie in de eurozone kwam in april uit op 7,5 procent, tegenover 7,4 procent in maart. Net zoals de voorgaande maanden is de torenhoge inflatie voornamelijk het gevolg van de fors opgelopen energieprijzen. Die stijging van die prijzen verliest wel aan kracht. Zo zijn de energieprijzen deze maand gestegen met 38 procent op jaarbasis. In maart werd er nog een stijging opgetekend van 44,4 procent.

Andere producten worden duurder

We moeten wel vaststellen dat de inflatie nu doorsijpelt naar andere producten. De producenten rekenen namelijk een deel van de opgelopen energieprijzen door aan de eindgebruiker. De kerninflatie, waarbij geen rekening wordt gehouden met de voedsel- en energieprijzen, kwam in april uit op 3,9 procent. In maart bedroeg dat cijfer 3,2 procent. Voedsel, alcohol en tabak zijn 6,4 procent duurder geworden, na een stijging van 5,4 procent in maart.

Uit de geharmoniseerde inflatiecijfers blijkt overigens dat slechts in een handjevol EU-lidstaten de inflatie hoger is dan in ons land. De geharmoniseerde inflatie voor België bedroeg deze maand 9,3 procent. Slechts in zes andere landen is het leven nog duurder geworden.

  • Estland: 19 procent
  • Litouwen: 16,6 procent
  • Letland: 13,2 procent
  • Nederland:11,2 procent
  • Slowakije: 10,9 procent
  • Griekenland: 9,4 procent

Volgens Luis de Guindos, de vicevoorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), heeft de Europese inflatie bijna een piek bereikt. De centrale bank verwacht dat de prijsdruk in de tweede helft van dit jaar zal afnemen, hoewel de energiekosten de inflatie naar verwachting relatief hoog zullen houden.

Oorlog in Oekraïne

Zolang de oorlog in Oekraïne voortduurt, zullen de energieprijzen zeer volatiel blijven. Dat werd eerder deze week nogmaals duidelijk toen Gazprom liet weten dat het niet langer gas zal leveren aan Bulgarije en Polen. De gasprijzen schoten meteen de hoogte in.

“De inflatie heeft haar snelle stijging van de afgelopen maanden niet voortgezet, dankzij een adempauze van de energieprijzen. Maar we sluiten niet uit dat die opnieuw kunnen stijgen nu Rusland de gaskraan heeft dichtgedraaid voor Bulgarije en Polen”, verduidelijkt Bert Colijn, econoom bij ING.

De econoom merkt wel op dat de stijgende kerninflatie erop wijst dat de zogeheten tweede-ronde-effecten er sneller zijn dan verwacht. “Aangezien de problemen met de toeleveringsketen langer zullen aanhouden en opnieuw ernstiger zullen worden als gevolg van de Chinese lockdowns en de oorlog, wordt verwacht dat de kerninflatie gedurende het grootste deel van 2022 hoger zal liggen”, klinkt het.

Wat doet de ECB?

De hoge (kern)inflatie dwingt de Europese Centrale Bank (ECB) om in te grijpen. Tot nu toe heeft de toezichthouder nog geen vergaande maatregelen genomen om de inflatie te temperen. Tijdens de jongste rentevergadering zei Christine Lagarde, voorzitter van de ECB, dat een eerste renteverhoging waarschijnlijk voor het vierde kwartaal van dit jaar is. Sommige beleidsmakers sluiten niet uit dat er al een verhoging komt in juli.

“De hoge kerninflatie vergroot de druk op de ECB om snel in te grijpen, ondanks het feit dat deze inflatie nog steeds het gevolg is van problemen aan de aanbodzijde waarop de centrale bank geen vat heeft.”, aldus Colijn.

Hij voegt er wel aan toe dat de situatie voor de ECB anders is dan voor de Federal Reserve, die vorige maand al de rente met 25 basispunten heeft verhoogd. “Hoewel de (Europese) economie zwak blijft en dit zeker geen klimaat is waarin de ECB evenveel kan verhogen als de Federal Reserve, verwachten we niet dat de ECB nog veel langer zal wachten”, klinkt het. “De eerste renteverhoging zou er in september moeten komen, maar juli zou ook in aanmerking kunnen komen als de economische vooruitzichten vanaf nu niet wezenlijk verslechteren.”

(evb)

Meer