In het kader van de begrotingsopmaak begin april maakte de regering een enveloppe vrij van 30 miljoen euro. Bedoeling was die mensen te ondersteunen die met de eigen wagen naar het werk rijden en door de dure prijzen voor diesel en benzine worden geraakt. De sociale partners werd gevraagd om die enveloppe te verdelen. Bonden en werkgevers kregen daarvoor tot eind april.

Maar de vakbonden en werkgevers raken het dus niet eens over de besteding van de 30 miljoen euro. Een bijeenkomst van de Groep van Tien - waar de hoofdonderhandelaars van bonden en werkgevers bijeen zitten - leverde donderdag geen akkoord op.

Voor de vakbonden is de 30 miljoen euro gewoon veel te weinig. Ze  hekelen ook dat de werkgevers zelf geen inspanningen willen doen om hun werknemers te ondersteunen.

De werkgevers ontkennen vrijdag dat ze het overleg blokkeren en wijzen juist in de richting van de vakbonden. De werkgevers hadden immers een concreet voorstel op tafel gelegd om die werknemers te ondersteunen die vandaag geen aanspraak kunnen maken op een verplaatsingsvergoeding en die verder dan 10 kilometer van het werk wonen, klinkt het. Maar dat stuitte op een njet bij de bonden. “De vakbonden kunnen in een crisismoment geen keuze maken voor die groep werknemers die de steun echt nodig hebben”, luidt het op de werkgeversbanken.

Gevolg: de tussenkomst in de verplaatsingskosten laat op zich wachten. De bal ligt nu opnieuw in het kamp van de regering. Die zou vrijdag de sociale partners hebben gevraagd om toch opnieuw rond de onderhandelingstafel te gaan zitten.