Direct naar artikelinhoud
PortretOekraïense vluchtelingen

Oekraïense vluchtelingen over hun nieuwe leven: ‘Het moeilijkste blijft de onzekerheid over wat morgen komt’

Oekraïense vluchtelingen over hun nieuwe leven: ‘Het moeilijkste blijft de onzekerheid over wat morgen komt’
Beeld RV

Een nieuw leven hier opbouwen, of toch zo snel als het kan terug naar Oekraïne? Twee maanden na het begin van de oorlog blijven Oekraïense vluchtelingen hinken op twee gedachten.

Olga Shylenko (34): ‘We hadden alleen kleren, water en zwarte chocolade bij ons’

“Ik denk dat alle Oekraïners hier zich schuldig voelen. Ook ik voel me schuldig dat ik hier een normaal leven kan leiden en dat mijn kinderen gewoon naar school kunnen, terwijl kinderen in Oekraïne hele dagen in kelders moeten schuilen.

“Het begin van de oorlog was onwerkelijk. Lange tijd leek het alsof er niets aan de hand was, want Russische militaire oefeningen aan de grenzen zijn we hier wel gewoon. Maar toen er maar troepen bij bleven komen, wisten we dat er iets zat aan te komen. Toen ik in januari op zakenreis in Zwitserland was, kreeg ik paniekaanvallen. Want wat als de Russen ons aanvielen en ik het land niet meer binnen kon? De gedachte dat ik niet bij mijn tweeling zou geraken was ondraaglijk, dus keerde ik vroeger terug.

Olga Shylenko en haar zonen Matvii en Demian, beiden 8 jaar oud.Beeld ID/ Marc Gysens

“Toen Kiev gebombardeerd werd, heb ik heel snel beslist om een bus richting het westen te nemen. We zijn rechtstreeks tot in Krakau gereden, al duurde dat 55 uur. We hadden alleen kleren, water en zwarte chocolade bij ons. Mijn moeder is daar gebleven. Zij helpt het leger en het ziekenhuis met spullen leveren en kleding wassen. Ook de vader van mijn kinderen is in Oekraïne gebleven. De timing kon niet veel slechter, we waren net aan het scheiden toen de oorlog begon. Hij heeft nooit militaire dienst gedaan, maar nu moest hij het leger in en wordt hij voorbereid om in de Donbas (Oost-Oekraïne, JL) te gaan vechten.

“Ik wil nog steeds zo snel mogelijk terug, maar ik zie in dat dat niet meteen zal lukken. Mijn ex-man zegt dat ik uit Oekraïne weg moet blijven. Dat ik hier een nieuw leven kan starten en dat ik hier de beste kansen heb om de kinderen veilig te houden. Toch heb ik nog steeds dagelijks nachtmerries en paniekaanvallen. Want mocht er iets met mij gebeuren, hebben mijn kinderen helemaal niemand meer hier.” 

Oleksandra Khaninova (38): ‘Hier kan ik het meest voor mijn landgenoten betekenen’

“Ik kom uit Charkiv, een stad die van in het begin van de oorlog zwaar gebombardeerd werd. Na zes dagen luchtaanvallen zijn we in een wagen gestapt met andere stadsgenoten, we wisten niet eens waarnaartoe. Dat was niets te vroeg. Net toen we aan een tankstation waren, vloog een enorme bom vlak boven ons en landde op het centrale Vrijheidsplein van de stad. Wij stonden nauwelijks een straat verder.

Oleksandra Khaninova.Beeld Tim Dirven

“Ik heb geprobeerd om mijn moeder te overtuigen om mee te gaan, maar daar was geen beginnen aan. Zoals wel meer mensen van haar generatie is ze verknocht aan haar huis. Ze heeft er een hond en een mooie tuin met eigen tomaatjes die ze voor geen geld in de wereld wil verlaten. Toch blijft het wringen, want in Charkiv gaan de gevechten gewoon door.

“De mensen met wie ik meereed, kenden nog vrienden in België. Ik heb zelf een andere gastfamilie gezocht, en ik had het niet beter kunnen treffen. Ze werken in de sociale hulpverlening in Antwerpen en ze vroegen me mee. Al snel werkten we samen aan een ontmoetingsplaats voor Oekraïense vluchtelingen (Luckie_Ant op Instagram, JL), waar vluchtelingen informatie kunnen krijgen, waar we hen helpen om een gastfamilie te vinden, waar ze taallessen kunnen volgen of welkom zijn voor een koffie en een babbel. Inmiddels krijgen we mensen van alle kanten over de vloer, ook Russen. Het doet deugd om te leren dat velen van hen met evenveel afschuw naar deze oorlog kijken.

“Ik denk het de beste beslissing was om tot hier te komen. In Oekraïne werkte ik als psycholoog, en op een bepaalde manier zet ik dat werk hier voort door Oekraïners op te vangen en te helpen met hun integratie. Dat is gewoon een deel van mij. Oekraïne ligt in puin, dus denk ik dat ik hier blijf. Hier heb ik het gevoel dat ik iets kan opbouwen en het meest voor mijn landgenoten kan betekenen.”

Yuliya Myronenko (38): ‘Bij elke luchtaanval schudde ons huis heen en weer’

“Het is hartverwarmend te voelen hoe hard de Belgische bevolking met ons meeleeft. Jullie beseffen ook dat Oekraïne niet het einddoel is van Poetin, en dat het ons allemaal kan overkomen. Ik had bovendien al een connectie met België. Ik ben schrijver en mijn uitgever woont in Gent. Dat kwam handig uit, want zonder haar hulp was ik hulpeloos geweest.

Schrijfster Yuliya Myronenko.Beeld Wouter Maeckelberghe

“We hadden de pech dat wij vlak tegen een militair vliegveld in de buurt van Kiev woonden. Vanaf het begin van de oorlog bestookten de Russen dat gebied met bommen. Bij elke luchtaanval schudde ons huis heen en weer, een schuilkelder was er niet. Op de negende dag van de oorlog dropten de Russen bommen in ons dorp. Meer dan tien huizen werden volledig vernietigd en vele mensen stierven. De dag erna zijn we vertrokken, en maar goed ook. Vandaag vallen er nog steeds bommen.

“Met mijn man en mijn dochter reden we tot de grens met Roemenië. Mijn man moest achterblijven om in het leger te gaan. Ikzelf trok met mijn dochter van dertien met de trein verder naar Boekarest, waar ik twee weken kon logeren bij vrijwilligers. Dat was een vreselijke periode. Omdat we corona hadden, konden we nergens naartoe. Ik was ook in shock na alle bombardementen. Zelfs ontbijt maken of mijn gezicht wassen lukte amper, omdat het zo'n chaos was in mijn hoofd. Gelukkig belde mijn uitgever met de boodschap dat ik naar België kon komen, en dat heb ik dan maar meteen gedaan.

“Zowel mijn dochter als ik volgen lessen Nederlands, al willen we nog steeds zo snel mogelijk terug naar Oekraïne. Het moeilijkste blijft de onzekerheid over wat morgen komt. Gelukkig ben ik al opnieuw in staat om te schrijven. In Gent ben ik begonnen aan een theaterstuk over de oorlog. Misschien voer ik het hier wel op, maar nog liever zou ik het stuk zo snel mogelijk in mijn thuisland laten zien.”