Direct naar artikelinhoud
AnalyseBart Eeckhout

Hét gerucht dat de Wetstraat in de ban houdt: hebben Bart De Wever (N-VA) en Conner Rousseau (Vooruit) een deal?

Partijvoorzitters Bart De Wever (N-VA) en Conner Rousseau (Vooruit)Beeld Kristof Ghyselinck / PhotoNews

Met een sterk rechts-conservatief blok de macht in Vlaanderen domineren en vanuit die positie de Franstaligen dwingen tot een ‘definitieve’, confederale opdeling van het land: dat is de droom van N-VA-voorzitter Bart De Wever. Zal Conner Rousseau (Vooruit) hem helpen die droom te verwezenlijken? 

We moeten het eens hebben over hét gerucht dat de Wetstraat-verslaggeverij in de ban houdt. Is er een deal tussen Bart De Wever en Conner Rousseau om in 2024 de as van nieuwe coalities in Vlaanderen en België te vormen? VRT-collega Bart Verhulst meent zelfs al de naam van de nieuwe minister-president te kennen: Zuhal Demir, oog­appel van De Wever en goede maatjes met Rousseau, met wie ze een hang naar aandachtspolitiek en ook wel een afkeer van de ‘woke’ groenen deelt. Want valt het niet op dat De Wever en Demir de Vooruit-voorman deze week meteen ter hulp kwamen na de Molenbeek-heisa, terwijl vele van zijn eigen partijgenoten zich het vel van de lippen beten? En zo wordt elke schermutseling in het geel-rode frame geprangd.

Zou het kunnen, zo’n entente? In Antwerpen draait de coalitie van N-VA, Vooruit en een toefje Open Vld gesmeerd rond. De rolverdeling is helder: burgermeester De Wever is de baas, Vooruit is blij dat ze hun eigen tuintje (Stadsonderwijs, Sociale Zaken) mogen bewerken. Zo zou het ook in Vlaanderen kunnen gaan, weliswaar veeleer met CD&V als derde partner. Dat Vooruit De Wever de kans biedt om eens af te rekenen met Open Vld, na het ‘verraad’ van Egbert Lachaert en Alexander De Croo, is een aardige plus. Omgekeerd is Rousseau het type socialistisch leider dat macht boven ideologie plaatst. Johan Vande Lanotte en Frank Vandenbroucke zullen hem niet tegenspreken.

ELCHARDUS

Er ligt, zo men wil, zelfs een ideologisch cementlaagje tussen beide partijen. In het veelbesproken boek Reset probeert socioloog Mark Elchardus gemeenschapsdenken in te bedden in het nationalisme, als alternatief voor het neoliberalisme. Er gaat geen media-optreden voorbij of Bart De Wever citeert, haast woordelijk, ­Elchardus, en dan met name de kritiek op de zogenaamde ‘juristocratie’ of op de globale ‘intellectuele elites’ die met hun ‘postmoderne verontwaardiging’ de neus ophalen voor de zorgen van de kleine man.

Of ook Conner Rousseau Reset gelezen heeft, is (erg) onzeker, maar intuïtief zit hij wel op hetzelfde spoor. Nog los van de uiterst betwistbare stelling dat het Molenbeekse straatbeeld ‘niet Belgisch’ aanvoelt, laten de ideeën van Rousseau zich kennen als een behoorlijk klassieke, ja zelfs conservatieve en paternalistische variant van het socialisme. Of het nu gaat over verslaafde moeders die geen kinderen mogen krijgen, jonge vrouwen die geen hoofddoek zouden mogen dragen, ouders die verplicht op taalcursus moeten of kinderen verplicht naar de crèche: telkens is het de staat (de gemeenschap) en niet de mens (het gezin) die vertrouwd wordt om jonge mensen op te voeden.

De Wever sloot al eerder intense bondgenootschappen met tegenstanders. Het belette niet dat hij ze nadien genadeloos trachtte te vermorzelen.Beeld Joel Hoylaerts / Photonews

Belangrijker is dat een deal met de socialisten Bart De Wever politiek goed uitkomt. In De afspraak op vrijdag schetste hij vorige week het bredere toekomstplaatje. Daarin ziet hij zijn partij als kern van een rechts-conservatief blok waarin ook de grootste brokken van Open Vld en CD&V hun plaats krijgen. Met zo’n dominante formatie, naar het voorbeeld van de Beierse CSU, en een akkoord met de belangrijkste overblijvende tegenstrever in het centrum, kan je de lakens in Vlaanderen voor lange tijd uitdelen.

De Wever heeft helemaal gelijk: een dominante rechts-conservatieve partij als onvermijdelijk middelpunt van de Vlaamse politiek zou niet meer dan logisch zijn. N-VA is niet langer zeker dat ze, op haar eentje, aan die vraag kan voldoen. Ook bij CD&V en Open Vld wordt, met iets meer wanhoop, nagedacht over een herverkaveling op rechts. Twee sporen liggen open: een alliantie met N-VA of een alliantie tégen N-VA (en het VB).

Zover zijn we nog niet. Het overwicht van N-VA en De Wever zou groot zijn in zo’n for­mule. De emotionele weerstand om als kneusje in een groter geheel te stappen blijft sterk bij twee partijen die aan het begin van de eeuw nog zelf de ambitie koesterden om de grote Vlaamse volkspartij te worden of te blijven. Een nieuwe traumatiserende stembusuitslag in 2024 kan het onmogelijke evenwel snel onvermijdelijk ­maken.

LOOPBRUG

Er is nog iets dat Conner Rousseau de N-VA te bieden heeft: een loopbrug naar de PS. Wat na de vorige verkiezingen net niet gelukt is – een Groot Akkoord tussen N-VA en PS, met Vande Lanotte en Rousseau als bemiddelaars – zou na 2024 wel kunnen. Dat de Franstalige deelregeringen de begroting niet meer rond krijgen, kan een hefboom zijn voor onderhandelingen over een confederale staatshervorming.

Ziedaar de droom van De Wever: vanuit een hegemonisch blok in Vlaanderen Franstalig België dwingen tot een definitieve opdeling van het land. Vooralsnog ziet de werkelijkheid er wat grijzer uit. Bijvoorbeeld omdat bij de Franstaligen behalve de verzwakkende socialisten niemand in zo’n schema wil stappen.

Het plaatst de Vlaamse socialisten wel voor een dwingende vraag. Hoever willen zij mee op pad met De Wever om zijn ambitie te helpen waarmaken? Hoewel velen dit ‘Antwerpse ­scenario’ mogelijk achten, blijven de snaveltjes dicht. Dat Rousseau de partij eindelijk weer wat doet opveren en het vooruitzicht van verankerde machtsdeelname is een balsem op vele ­wonden.

Toch is een gewaarschuwd partijvoorzitter er twee waard. De Wever sloot al eerder intense bondgenootschappen met tegenstanders. Het belette niet dat hij ze nadien, na een spaak gelopen coalitie of onderhandeling, genadeloos trachtte te vermorzelen. Onder meer bij zijn partijgenote Caroline Gennez kan Rousseau nagaan hoe dat toen ging. In 2009 meende Gennez dat ze bij de vorming van de Vlaamse regering met generatiegenoot De Wever een betrouwbare partner had. De idylle eindigde een jaar later, toen de federale formatie in het slop zat, met een geniepige N-VA-campagne tegen haar.