Direct naar artikelinhoud
GetuigenisOudermishandeling

‘Ik heb mijn moeder pijn gedaan. Maar een kind stelt een gedrag niet zomaar’: Tessa (31) over oudermishandeling

Tessa, een van de getuigen uit deze derde reeks. ‘Ik was een kind dat hulp nodig had, maar niemand ­antwoordde.’Beeld Tine Schoemaker

Wat als je vernederd, geschopt of bestolen wordt door je eigen kind? Het derde seizoen van Als je eens wist verzamelt verhalen over oudermishandeling. ‘Vaak wordt het probleem toevallig ontdekt.’

“Ik was een rustig, braaf kind, tot mijn papa stierf. Ik was zeven jaar en toen zijn de problemen ontstaan”, vertelt Tessa (31). Als ze kwaad werd, sloeg ze met de deuren, gooide ze met spullen of verwondde ze zichzelf. “Dan sloeg ik bijvoorbeeld met mijn hoofd tegen de muur. Die agressie naar mijn moeder en zus toe - soms fysiek, vaak verbaal - is geëscaleerd toen ik tussen mijn twaalf en vijftien jaar misbruikt werd door de toenmalige vriend van mijn moeder.”

Voor Tessa’s moeder overheerste machteloosheid, onbegrip en verdriet. “Af en toe werd het haar te veel. Ik kreeg vaak huisarrest. Ze probeerde ook met mij te praten, maar dat was onmogelijk.” Tessa werd naar een psycholoog gestuurd, die haar zei dat ze aan haar gedrag moest werken. “Het probleem, zo vond iedereen, lag bij mij. Ik moest me leren te gedragen en tot tien tellen als ik kwaad was. Op den duur geloof je dat ook, dat je een slecht kind bent.” 

Schaamte

Tessa is een van de stemmen uit Als je eens wist, de reeks van Hilde Van Mieghem die het, na kindermishandeling en partnergeweld, over kinderen die hun ouders mishandelen heeft. Het is een nogal onzichtbaar thema: in 2020 noteerde de politie zo’n tweeduizend klachten over fysieke, emotionele of financiële controle of dwang, maar niemand weet hoe vaak oudermishandeling werkelijk voorkomt omdat het niet specifiek wordt bijgehouden of onderzocht. 

“Ouders zijn ook zeer voorzichtig om mishandeling te melden omdat er veel schaamte over bestaat”, weet Willem Beckers, die zich als psychotherapeut bij de Interactie-Academie specifiek richt op kind-oudergeweld. De gezinnen met wie hij werkt variëren: hij begeleidt zowel gezinnen met lagereschoolkinderen en adolescenten als ouders met thuiswonende (jong)volwassen kinderen. 

Hilde Van Mieghem, maakster van de documentairereeks.Beeld © VRT Geert Van Hoeymissen

“De rode draad is dat die gezinnen in een gedragspatroon zijn beland, en de redenen daarvoor zijn velerlei: mogelijk spelen bij het kind ontwikkelingsproblemen, kunnen de ouders niet voldoen aan de noden van hun kind of is er sprake van trauma’s”, zegt Beckers. De omgeving bestendigt het geweld vaak door het te minimaliseren of de ouders te stigmatiseren.

“Bij volwassen kinderen zien we soms dat ze om een of andere reden niet vertrokken raken in het leven. Ze slagen er niet in om op eigen benen te staan en zijn afhankelijk van hun ouders.” De frustraties daarover kunnen uitmonden in agressie. “Door hun isolement ervaren die gezinnen dat gedrag op den duur als normaal. Ze missen buitenstaanders als toetssteen.” 

Wanhoop

Als vrederechter en bewindvoerder ziet Dieter Vanoutrive vaak dossiers waarbij oudere mensen mishandeld worden door hun kinderen. “Dat komt best vaak voor, in alle sociale milieus, en doorgaans sleept het al heel lang aan voor het uitkomt.” Een minderheid zijn kinderen die zijn opgegroeid in een gewelddadig gezin en later hun bejaarde ouders op dezelfde manier behandelen. “Wat ook gebeurt, is dat een dementerende ouder lastig wordt en het kind de mantelzorg niet aankan. Uit wanhoop gaan ze hun ouder opsluiten, vastbinden of slaan.”

Vanoutrive kan in bepaalde omstandigheden het slachtoffer bijvoorbeeld laten onderbrengen in een woon-zorgcentrum. “Je kunt erover discussiëren of dat de ideale oplossing is, maar dan is de ouder toch in veiligheid. Al willen ze dat niet altijd. Ik hoorde van een collega het verhaal van een moeder die door haar inwonende zoon verbannen was naar de onverwarmde garage en met doorligwonden in haar eigen uitwerpselen lag. Ze was razend omdat ze door de bewindvoerder uit huis gehaald werd en is in hongerstaking gegaan.” 

Vaak draait het ook om geld, merkt Vanoutrive. “Kinderen die het geld van hun ouders pakken of hen onder druk zetten om het aan hen te geven. Ik ken een zoon die, als zijn moeder weigert hem geld te geven, in haar huis pillen slikt en dreigt met zelfmoord. Soms zit daar een drugsproblematiek achter, soms speelt er een persoonlijkheidsproblematiek of een moeilijke voorgeschiedenis, soms is het gewoon hebzucht. En vaak wordt dat probleem per toeval ontdekt, door een alerte huisarts of buur.” 

‘Het blijft mijn kind’

Het is mogelijk via de vrederechter je meerderjarig kind uit huis te zetten, maar in de praktijk zetten weinig mensen die stap omdat ze hun kind niet op straat willen zetten. Vanoutrive: “Of een week later nemen ze hun zoon of dochter die huilend voor de deur staat en belooft om het nooit meer te doen weer in huis, waarna de miserie opnieuw begint. Heel vaak horen we: het blijft wel mijn kind.”

Ook daardoor komen ouders moeilijk naar buiten met hun problemen. Zelfs al is het thuis onveilig, ouders zijn heel ongerust over het welzijn van hun kind. “Ze willen gezien worden als ouders die het opnemen voor hun kind en willen daarbij hulp en steun”, zegt Beckers. “Er is echt nood aan een meersporenbeleid waarbij het kind niet enkel bestraft wordt en de patstelling zo wordt vergroot.” 

Tessa vertelt dat ze zelf wel besefte dat haar gedrag problematisch was, maar ze wist ook wat erachter zat. “Over de dood van mijn vader werd niet gepraat. Ik was een kind dat hulp nodig had, maar niemand antwoordde.” Uiteindelijk werd Tessa naar een instelling gestuurd, waar ze goed geholpen is. Ook de relatie met haar moeder is inmiddels hersteld. “Dat heeft tijd gekost. Ik weet dat ik mijn moeder pijn gedaan heb, maar een kind stelt zo’n gedrag niet zomaar. Vaak zit er veel meer achter en is het een schreeuw om hulp.” 

Als je eens wist, vanaf 3 mei op Canvas