camera closecorrect Verwijs ds2 facebook nextprevshare twitter video

kunst

Centre Pompidou schatplichtig aan Russische oligarch

Het Centre Pompidou ontving 1,3 miljoen euro van Vladimir Potanin, de rijkste man in Rusland en een nauw contact van Poetin.

dinsdag 3 mei 2022 om 12.27 uur

Een werk van Blue Noses uit 2005. ‘Rommel’, aldus de Russische minister. rr

Het Centre Pompidou is in verlegenheid gebracht voor nauwe banden met Vladimir Potanin, een vertrouweling van de Russische president Vladimir Poetin en volgens Bloomberg de rijkste man in Rusland en een van de vijftig rijksten ter wereld. De krant Le Monde onthult dat het museum een collectie Russische kunst kon opbouwen dankzij de steun van de Stichting Potanin. Zo kon het Centre Pompidou zo’n 550 kunstwerken verwerven sinds het begin van de samenwerking in 2015. Een deel is geschonken door de Stichting Potanin zelf; een ander deel door een veertigtal donateurs, onder wie private verzamelaars en erfgenamen van kunstenaars.

Veel van die werken waren te zien in de expo Kollektsia!, die liep van september 2016 tot april 2017. Bij die gelegenheid kwam de Russische minister van Cultuur Vladimir Medinski incognito op bezoek. Hij zou destijds aanstoot hebben genomen aan een foto van het Russische kunstenaarsduo Blue Noses uit 2005, waarop twee soldaten elkaar tongzoenen in een berkenbos. Er was ook een reproductie te zien van Lenins mausoleum, opgetrokken uit dominostenen – een werk van Joeri Avakumov uit 2008. ‘Gelukkig zijn we van al deze rommel af!’ zou Medinski hebben gezegd, aldus Le Monde.

Geen kleingeld

De stichting van Potanin financierde de catalogus van de expo en het transport van alle kunstwerken. Daar kreeg het Centre Pompidou zo’n 604.000 euro voor. Maar de voorbije vijf jaar werden de banden alleen inniger. Pompidou kreeg van zijn Russische partner in totaal ruim 1,3 miljoen euro. Komend najaar ging daar nog 586.000 euro bij komen, maar de betaling van dat bedrag werd opgeschort door het museum vanwege de oorlog in Oekraïne.

Dat scheelt een slok op de wodka, gezien het Parijse centrum jaarlijks beschikt over ‘slechts’ 1,8 miljoen euro voor kunstaankopen. Het Centre Pompidou voert aan dat het naar eer en geweten heeft gehandeld en dat Potanin in 2007 nog werd geridderd in Frankrijk. Bernard Blistène, die tot 2021 het museum leidde, stelt dat de diplomatieke diensten van Frankrijk destijds groen licht gaven.

De nauwe banden met diplomatieke kringen in het Westen lijken Potanin goed van pas te komen. Hoewel de rijke Rus in nauw contact staat met Poetin staat hij niet op de sanctielijst van de VS, de EU en het Verenigd Koninkrijk. Alleen Canada en Australië hebben sancties tegen hem uitgevaardigd.

Potanin verdiende zijn fortuin allereerst als bankier. Toen de Russische staat onder Boris Jeltsin kampte met enorme schulden, beloofden zeven jonge bankiers die op te dweilen, in ruil voor enkele cruciale takken van de nationale economie. Als brein achter dit plan werd Potanin benoemd tot eerste vicepremier en kreeg hij een belang van 36 procent in het kapitaal van Norilsk, waarna hij snel wereldleider werd in de exploitatie van nikkel en palladium. Toen Poetin in 2000 president werd van Rusland, werd de macht van de oligarchen beteugeld. Twee decennia later zijn slechts twee van de zeven oorspronkelijke bankiers over – de anderen zijn gevangengenomen, verbannen of ‘hebben zelfmoord gepleegd’, aldus Le Monde.

Oligarchen overal

De onthulling van Le Monde brengt het Centre Pompidou des te meer in verlegenheid omdat in de VS en het Verenigd Koninkrijk verschillende musea wel al stappen ondernamen tegen hun verwevenheid met oligarchen. Potanin was twintig jaar lang mecenas van het Guggenheim in New York, maar verloor bij de inval in Oekraïne zijn plekje in de raad van beheer. In 2011 schonk hij maar liefst 5 miljoen dollar aan het Kennedy Center in Washington, dat daarmee een ‘Russian Lounge’ opende vol Russische kunst, waaronder nieuw werk van Valery Koschliakov. Na de inval in Oekraïne werd de zaal zonder veel poeha plots herdoopt tot ‘Opera House Circles Room’.

Een andere prominente Russische zakenman, Petr Aven, moest zich terugtrekken als mecenas van de Royal Academy of Arts in Londen. De Royal Academy stortte prompt de schenking terug die hij had gedaan voor de komende expo gewijd aan Francis Bacon. Het Tate in Londen verbrak dan weer de relaties met diezelfde Aven en met Viktor Vekselberg, nadat beiden op de Europese sanctielijst waren beland.

Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport