In deze grafiek zetten we links de uitslagen per partij bij de Vlaamse verkiezingen van 2019, rechts de peilingresultaten.
Voor alle partijen geldt dat ze niet al hun kiezers uit 2019 hebben kunnen vasthouden. Bijna één op de vijf kiezers (23 procent) is al geswitcht van partij. Maar achter dat gemiddelde gaan duidelijke verschillen schuil.
Dat bewijst meteen CD&V, waar meer dan een derde van de kiezers (37 procent) andere oorden opzoekt. De grootste groep daarvan trekt naar de N-VA, maar, en dat is opvallender, ook aan Vooruit verliest de partij.
Veel mensen gaven in De Stemming aan op CD&V te stemmen uit gewoonte, maar een belangrijk deel breekt met die gewoonte. Omgekeerd kan die partij amper kiezers weglokken bij andere partijen. Het resultaat is logischerwijze een electorale krimp.
Ook bij Open VLD lekken de stemmen weg langs alle kanten, ook hier weer in de eerste plaats naar Vooruit en de N-VA. De liberalen verliezen ook stemmen aan Groen, maar snoepen er ook weer af van die partij, waardoor het verlies beperkt blijft. Tel daar de extra stemmen bij die van bij de CD&V komen, en Open VLD kon het bloeden nog stelpen. Maar de cijfers tonen een partij waar te veel kiezers potentieel uitwaaieren.
De enige traditionele partij in goede vorm is daardoor Vooruit. Al zitten ze ook met een lek, namelijk richting het linksere PVDA. Bijna een op de tien socialisten kiest ondertussen voor de marxisten.
Maar omgekeerd kunnen ook de socialisten marxisten bekeren. En het overblijvende verlies wordt meer dan gecompenseerd dankzij een forse instroom van bij Groen en in mindere mate CD&V en Open VLD. Opvallend, Vooruit kan ook mensen charmeren die in 2019 op marginaal kleine partijen stemden zoals Dier/Animal of de Piratenpartij. Uiteraard gaat het daarbij over erg kleine electoraten.
Kijken we dan naar de PVDA, dan valt op dat de partij toch wel breed rekruteert. Zelfs bij de N-VA, CD&V en Vlaams Belang ruilen mensen hun stem voor de PVDA. De potentiële concurrentie zit vooral bij Vooruit en Groen.
Na CD&V heeft Groen de meeste moeite om stemmen bij te houden, met een wel heel duidelijk lek richting Vooruit. Dat dichten wordt de eerste opdracht van de nieuwe voorzitters die de partij zoekt. Omgekeerd kan de partij veel moeilijker socialisten overtuigen. Dan lijken liberalen en PVDA’ers nog makkelijker de weg naar Groen te vinden.
Komen we dan bij de twee grote partijen in deze peiling: N-VA en Vlaams Belang. Die blijven elkaars grootste concurrent. Staan ze in de peiling nek aan nek rond de 23 procent, dan betekent dat voor de N-VA wel verlies tegenover 2019, terwijl Vlaams Belang op forse winst staat. En die winst van Vlaams Belang gaat inderdaad vooral ten koste van de N-VA, dat bijna 14 procent van zijn electoraat ziet wegtrekken naar die partij. Geen enkele partij zit met zo’n groot lek richting een concurrent. Opvallend, ook Vooruit en zelfs de PVDA zijn partijen waar kiezers dreigen heen te lopen. Samen met Vlaams Belang zijn het alle drie partijen die hoog inzetten op het koopkrachtthema. Als de N-VA nog stand houdt tegenover 2019, dan vooral dankzij de instroom van CD&V-kiezers.
Eindigen we tot slot bij Vlaams Belang. Dat is een haast oninneembaar fort van bijzonder trouwe kiezers. Meer dan negen op de tien van hen blijft bij zijn stem uit 2019, een ongelooflijk hoog percentage. Er zijn dus amper verliezen aan andere partijen. De tijd dat de partij leeggezogen werd door de N-VA ligt al even in het verleden. Het is nu vooral de N-VA die verliest aan het Vlaams Belang.