Roelof ten Napel wint De Grote Poëzieprijs met "Dagen in huis"
De Nederlandse dichter Roelof ten Napel wint De Grote Poëzieprijs met "Dagen in huis", een bundel gedichten die de voorbije twee jaar lijkt samen te vatten, zonder dat het woord corona valt.
De Grote Poëzieprijs is - qua geldprijs - de grootste van de Lage Landen; de winnaar krijgt 20.000 euro. Dit jaar gaat de onderscheiding naar de Nederlandse dichter Roelof ten Napel voor zijn bundel “Dagen in huis”.
De winnende bundel biedt “troost en houvast”, vindt de jury. “Zonder dat het woord corona ook maar één keer valt, worden de laatste twee jaar erin gevat.” Nog uit het juryverslag: "De gedichten in deze bundel zijn lyrisch maar helder, tijdloos én actueel en daarnaast zowel meditatief als speels."
De Nederlandse auteur Roelof ten Napel (°1993) schreef eerder al de dichtbundels "Het woedeboek" en "In het vlees", die ook al op de longlist en de shortlist van De Grote Poëzieprijs stonden, en voorts ook twee romans, "Het leven zelf" en "Een zoon van".
“Dagen in huis” haalde het van vier andere poëziebundels op de shortlist, waarvan twee van Vlaamse dichters: "Aarduitwrijvingen" van Charlotte Van den Broeck en "Vervoersbewijzen" van Tijl Nuyts, die twee maanden geleden de Herman de Coninckprijs in de wacht sleepte.
Een gedicht uit de winnende bundel "Dagen huis" van Roelof ten Napel:
Wat nog onaf verschijnt
Het was nog donker toen ik wakker werd
op de tast de keuken vond,
mijn glas begon te vullen.
Wat ik daar zag bood zich ter vergelijking aan,
al wist ik niet waarmee -
zoals hoe water licht vangt, 's nachts,
je weet niet waarvandaan.
