Direct naar artikelinhoud
AchtergrondFangirls

Ze maakten een einde aan skinny jeans, en ze beslissen wie de volgende superster wordt: de impact van de fangirl

Fans van Taylor Swift tijdens ‘The 1989 World Tour’ in Tampa, Florida. Beeld Getty Images via AFP

The Beatles en Harry Styles danken hun carrière aan hen en ze vullen al decennialang de zakken van platenbonzen. Waarom wordt er dan zo neerbuigend gedaan over fangirls en waar blijft de erkenning voor de invloed van deze tienermeisjes met al hun cultureel kapitaal?

Het is uiteraard op eigen risico. Maar mocht u na het lezen van bovenstaande intro uw twijfels hebben, is hier een prima lakmoesproef. Spreek in uw stamcafé of platenzaak enkele oude culturo’s aan – u weet vast wie ik bedoel – en aanschouw hoe hun gezichten vertrekken wanneer u hen confronteert met de volgende stelling: ‘The Beatles waren een boyband.’

Wetenschappelijk gezien is er niets mis met die uitspraak. John, Paul, George en Ringo waren tussen de 15 en 18 jaar oud toen ze een groepje vormden om liedjes te zingen over handjes vasthouden en verliefd worden. Jongens dus, die in een bandje zaten. Hun geweldige oeuvre verandert niet door hen als dusdanig te bestempelen. Maar de perceptie ervan wel. Want boybands waren tenslotte iets voor tienermeisjes, fangirls. En daar wil je niet mee geassocieerd worden. Toch?

Fangirls

De beelden die het woord fangirl oproept, staan in ons collectieve geheugen gegrift. Korrelige zwart-witopnames van jonge vrouwen die voor dranghekken staan te schreeuwen omdat hun favoriete artiest net geland is. Jonge vrouwen die flauwvallen voor het podium, die hun longen aan gort krijsen en hun handen voor het gezicht slaan. In de muziekpublicaties van die tijd werd de begeestering voor het viertal uit Liverpool smalend omschreven als “Beatlemania”, maar er werd al langer neergekeken op tienermeisjes die hun muzikale idolen op enthousiasme ontvangen. 

Voor The Beatles werd er met evenveel dedain bericht over “Sinatrauma”, dat de hordes schreeuwende tienermeisjes beschreef die Ol’ Blue Eyes opwachtten voor een show. In 1812 was het de dichter Lord Byron die zodanig veel (jonge) vrouwelijke aandacht oogstte dat popcultuuranalisten de commotie omschreven als “Byromania”, een woord waardoor dichter Heinrich Heine zich liet inspireren om in 1844 “Lisztomania” te gebruiken om de “complete krankzinnigheid” te vatten die plaatsvond telkens pianist Franz Liszt ergens een optreden gaf.

Cover van ‘Rolling Stone’

Vandaag zijn Liszt, Sinatra of The Beatles gerespecteerde namen om uw vinylcollectie mee aan te vullen, maar destijds werden de artiesten aanvankelijk op minachting onthaald door hun associatie met “gekke fangirls”. Net zoals dat op de arbeidsmarkt gaat, waarbij bepaalde functies meer of minder aanzien vergaren naargelang hoeveel vrouwen ze uitvoeren, vertaalt zich dat ook naar de cultuurwereld: pas toen mannen openlijk deze artiesten begonnen te appreciëren, vergaarden ze hun status. Of waarom Harry Styles pas zijn Rolling Stone-cover kreeg toen hij niet meer in een boyband (One Direction, KS), zat. Maar niet voor tienermeisjes hem hadden uitverkoren om die succesvolle solocarrière aan te kunnen gaan.

Het is frappant hoe jonge vrouwen erin slagen steevast te bepalen, en vervolgens te bestendigen wat de moeite waard is om te consumeren. In een enkele virale video kunnen ze een einde maken aan de tien jaar lange regeerperiode van de skinny jeans, lanceren ze nieuwe woorden, pushen ze onbekende artiesten en zorgen ze ervoor dat een film een franchise kan worden.

Fans van The Beatles in 1965.Beeld SZ Photo

De discrepantie tussen het serieuze, op cultureel én economisch vlak haast aardverschuivende werk dat deze tienermeisjes verrichten en hun sociale status is dan ook gigantisch. Hoe dit komt en wat de muzieksector eraan kan doen, was vorige week het onderwerp van een kritisch panelgesprek ‘As Told By’ in muziekcentrum Trix.

“De negatieve connotatie die fangirls met zich meedragen, komt omdat het om een groep gaat van mensen die op twee assen van de intersectie van machtigen en minder machtigen in de maatschappij in een slechte positie zitten”, weet Annebeth Bels, researcher aan de Antwerp Management School die een doctoraat schreef rond het mediagebruik van tienermeisjes. “Zowel op vlak van leeftijd als op vlak van gender hebben ze een maatschappelijk ondergeschikte positie, en daar horen dan meteen vooroordelen bij.”

Seks en samenzijn

Dat jonge mensen doorgaans niet serieus genomen worden, blijkt duidelijk uit de manier waarop er over de klimaatmarsen werd bericht en over het non-beleid dat eruit volgde. Afgelopen weekend zei professor Eric Corijn nog in deze krant hoe jongeren wel op Vooruit zouden stemmen, maar enkel vanwege de sneakers van de partijvoorzitter, niet vanwege het programma. Zo worden ze doorgaans benaderd: als jonge snaken wier brein nog niet volledig ontwikkeld is en die dus nooit op een échte diepgaande manier van een cultureel product kunnen genieten. Dit werkt, uiteraard, tweeledig: als tieners zich erdoor aangesproken voelen, dan zal het wel geen hoogwaardige kunst zijn, een idee dat zich ook doortrekt naar films en literatuur, hoewel het niveau van deze youngadultproducten vaak echt niet moet onderdoen. Ter vergelijking: Vijftig tinten grijs (van E.L. James) is een boek voor volwassenen, De glazen stolp (van Sylvia Plath) eentje voor tieners.

Dit misprijzen wordt versterkt door misogynie geworteld in het idee dat vrouwen die hun emoties uiten, gepathologiseerd moeten worden en zeker niet serieus genomen mogen worden. Of waarom volwassen mannen op een voetbalmatch “toegewijde supporters” genoemd worden en tienermeisjes op een Little Mix-concert “hysterische fans” zijn, hoewel het beiden een bende emotionele mensen in een stadion betreft.

Baarmoeder

Het adjectief hysterisch is op zich ook al ontzettend gegenderd en etymologisch gelinkt aan het Griekse woord voor baarmoeder ‘hystera’. De eerste die het gebruikte, was Hippocrates. Hij beschreef hiermee de onregelmatige bloedstroom bij vrouwen van de baarmoeder naar de hersenen. In de middeleeuwen dacht men zelfs dat bij hysterie de baarmoeder in het lichaam rondzwerft op zoek naar een kind, vandaar dat het ook bijna uitsluitend voor vrouwen wordt gebruikt. Dat dit woord ook veel naar boven komt bij het beschrijven van fangirls, versterkt de notie dat deze jonge vrouwen slechts een oppervlakkige appreciatie hebben voor de artiestfen op het podium. Dat ze in hen gewoon projecties van hun seksuele ontluiking zien, en niets anders. Op die manier wordt er zelfs binnen fanclubs op grond van gender gereageerd: jongens die fan zijn van Lord of The Rings zijn geeks, meisjes kijken alleen maar omdat ze geilen op Orlando Bloom. Het is een moegetergde realiteit dat je als vrouw niet kan rondlopen met een band- of voetbalshirt zonder dat een man je vraagt om vijf B-sides uit 1972 op te noemen om je sérieux te testen.

En dan speelt er nog het cultuursnobisme. De vraag of er op de smaak van tienermeisjes wordt neergekeken omdat ze luisteren naar popmuziek, of dat er op popmuziek wordt neergekeken omdat tienermeisjes ernaar luisteren, is een kip-of-eikwestie. Maar de uitkomst blijft dat popmuziek, vooral gemarket op jongeren met universele jongerenthema’s, ook heel lang als minderwaardig en oppervlakkig werd beschouwd in vergelijking met (klassieke) rock of indie. “We zijn permanent op zoek naar een argument om de waarde van een populair – en populistisch – product te kunnen negeren, omdat het blindelings omarmen ervan zou betekenen dat het marktonderzoek en de Simon Cowell-achtige figuren erachter ons opnieuw hebben bedrogen”, schrijft muziekjournaliste Brodie Lancaster voor het Amerikaanse muziekwebzine Pitchfork, ironisch genoeg de publicatie die in 2014 weigerde om Taylor Swifts album 1989 te recenseren (net zoals ze ook haar voorgaande albums negeerden) maar enkele maanden later wél Ryan Adams’ cover van de plaat een recensie gunde.

‘Authenticiteit’

“Het dedain tegenover popmuziek steunt heel hard op het idee van ‘authenticiteit’”, zegt Bels. “Authenticiteit wil door de heersende machten in de cultuursector vooral zeggen dat je je muziek niet mag maken vanuit een commercieel oogpunt, maar dat je echt een artistieke betrachting hebt. Terwijl die authenticiteit een sociaal construct is: onderzoek heeft aangetoond dat de manier waarop tienermeisjes authenticiteit percipiëren niet meer steunt op de variabele commercialiteit, maar meer op of ze zichzelf herkennen in het werk van die artiest. Voor hen is Swift dus veel authentieker dan een underground indiebandje.”

Vandaag krijgen alle studioalbums van Swift een plek (en opvallend veel sterren) op Pitchfork. Dit is geheel in lijn met de tijdgeest waarin popmuziek wat meer aanzien krijgt. Muzikanten als Dua Lipa en Billie Eilish krijgen pronkplekjes op festivalaffiches en hun albums worden op een serieuze manier besproken. Dat komt, zegt muziekcoördinator bij MNM Manu Lammens, omdat de filter van de (gespecialiseerde) media zoals Pitchfork voor een groot deel weggevallen is. “Artiesten zoals Olivia Rodrigo hebben de pers niet nodig om een publiek te bereiken dankzij apps als TikTok en Spotify. Tienermeisjes zijn altijd al smaakmakers geweest: zoals je zelf aanhaalt – ze hebben The Beatles een zetje gegeven, maar vandaag is hun numerieke kracht heel erg gegroeid, en dat betekent ook dat hun smaakpatronen dominanter zijn geworden in onze cultuur. Media moeten nu veeleer inpikken op artiesten die al gemaakt en gesmaakt zijn, dan dat ze zelf nog die macht in handen hebben.”

Honderden fans schuiven aan bij de pop-upshop van Taylor Swift in 2019.Beeld Avalon.red

Dat bevestigt Kimberley Haesendonck, die als International Project Manager bij Sony Music onder meer de solocarrières van One Direction-leden vertegenwoordigt. “Je merkt ook in de sector dat popmuziek vandaag meer geapprecieerd én gerespecteerd wordt, niet alleen op commercieel, maar ook op artistiek vlak.” Ook fangirls worden door de business met open armen ontvangen. “Tienermeisjes zijn een heel fijne doelgroep om mee te werken. Ze zijn enthousiast en loyaal, en werken heel ondersteunend. Enkele weken geleden was ik aanwezig bij Louis Tomlinson in de Lotto Arena. De supportact was een bandje waar niemand in de zaal al van had gehoord, maar ze vermeldden terloops hun optreden in een kleine Antwerpse zaal dit najaar. Die show, waar op dat moment nog geen tickets voor waren verkocht, was na de doortocht van Tomlinson in twee dagen tijd uitverkocht.”

De wetenschap lijkt deze anekdote te bevestigen. Een studie uit 2004 bewees dat meisjes tussen de 13 en 17 jaar 15 procent meer geld uitgeven aan online muziek dan jongens van dezelfde leeftijd. Meisjes zochten ook dubbel zoveel informatie op over hun favoriete bands, concertdata en interviews.

Passieve consumenten

“Als je er de populaire media op nagaat dan zouden fangirls passieve, kritiekloze consumenten zijn. Alleen, dat klopt niet”, schrijft muziekjournaliste Hannah Ewens in haar boek Fangirls. “Fangirls bespreken en bekritiseren wel degelijk de muziek van hun favoriete bands en bepalen mee de agenda’s en de setlist van de artiesten waar ze fan van zijn. En wat lijkt niemand te vermelden: fangirls weten verdomd veel van hun favoriete artiest.” Soms meer dan muziekjournalisten, geven deze laatsten grif toe. Ewens beschrijft in haar boek hoe vaak ze beroep heeft moeten doen op een fandom wanneer ze een artikel over een bepaalde band of artiest moest schrijven. Legendarisch rockcriticus Jessica Hopper verwoordde het zelfs als: “Replace the word fangirl with the word expert and see what happens.”

Is het toevallig dat het vooral vrouwelijke muziekjournalisten zijn die een lans breken voor piepjonge vrouwelijke fans? Vermoedelijk niet. Ze kennen de mechanismen waarmee vrouwen – en zeker vrouwen van kleur – nergens serieus worden genomen, ongeacht hun leeftijd. Ze worden ondermijnd op het werk, in de spreekkamer van de dokter, in hun eigen huiskamer en in politieke debatten over beleid dat bepaalt over wat er met hun lichaam gebeurt.

Het probleem is overal, maar het is vooral acuut wanneer meisjes jong zijn, omdat dit mee hun ideeën over zichzelf en de wereld vormgeeft. Zeggen dat ze emotioneel, oppervlakkig, onbesuisd en niet-doordacht zijn, zijn dezelfde soort argumenten die werden gebruikt om vrouwen uit stemhokjes, jobs en politieke functies te weren. Het voortdurend kleineren van belangen van tienermeisjes versterkt de boodschap dat ze er niet toe doen en dat hun behoeften inherent minder belangrijk zijn. Het is belangrijk en logisch dat ze daartegen in opstand komen via hun eigen kanalen.

Zoals Alexis Cheney voor Vox noteerde: Wanneer ze tienermeisjes gillen tijdens een optreden, gillen ze niet omdat ze knappe jongens op het podium zien. In hun gegil vieren ze zichzelf, hun vrijheid, hun jeugd, hun kracht.

Als je immers constant het zwijgen opgelegd wordt, lijkt schreeuwen vaak nog de enige optie.

Beluister het volledige panelgesprek van Trix, waarin ook De Morgen-journalist Katrin Swartenbroux zetelde, vanaf 10 mei op de podcast As Told By op Spotify.