Direct naar artikelinhoud
AnalyseEnergie

En plots steekt Nederland ons voorbij als zonnepanelen-kampioen. Hoe komt dat?

En plots steekt Nederland ons voorbij als zonnepanelen-kampioen. Hoe komt dat?
Beeld Getty Images

Nergens komen er sneller zonnepanelen bij dan in Nederland. Hoewel België tot voor kort veel meer installaties telde, heeft ons buurland ons in geen tijd voorbijgestoken. Wat kunnen we leren van de noorderburen?

Voor gezinnen met zonnepanelen is het deze dagen dubbel genieten. Dankzij het vervroegde zomerweer kunnen ze nu al een zomerkleurtje opdoen én zien ze hoe de teller van hun zonnepanelen records breekt. Dankzij een jarenlang rijkelijk subsidieklimaat liggen er heel wat zonnepanelen in ons land.  Volgens het nieuwste rapport van Solar Power Europe 2022 telt ons land nu 599 watt aan vermogen door zonnepanelen. Daarmee moeten we slechts vier landen laten voorgaan: Australië, Nederland, Duitsland en Japan. 

Maar als je de evolutie van de productie van zonne-energie bekijkt, valt iets op. Waar België ooit koploper was in Europa, zien we nu hoe landen als Duitsland en Nederland veel meer zonne-energie produceren. Vooral in Nederland gaat het hard. Terwijl bij onze noorderburen in 2017 slechts 3 procent van de elektriciteit door zonnepanelen werd opgewekt, is dat vandaag bijna 10 procent. “Nederland is veel later van start gegaan met zonnepanelen”, zegt André Jurres, energie-expert en CEO van Volt Energy. “Maar sinds 2017 geeft de regering er veel meer subsidies voor, ook voor grootschalige projecten. Bovendien zijn die installaties vandaag sowieso veel goedkoper dan tien jaar geleden, waardoor het voor Nederlandse bedrijven erg interessant is om er nu in te investeren.”

Met horten en stoten

In België gaat de productie van zonne-energie sinds 2012 met horten en stoten vooruit. Dat heeft volgens energie-expert Ronnie Belmans, adviseur bij EnergyVille, alles te maken met de oversubsidiëring in het verleden. “De Vlaamse regering onder minister-president Kris Peeters (CD&V) heeft met subsidies gegooid om zonnepanelen van de grond te krijgen, ook naar bedrijven toe.” Het gaat onder meer over de groenestroomcertificaten die voor twee decennia lang beloofd werden. Die zetten heel wat bedrijven ertoe aan om snel in zonnepanelen te investeren, maar op de langere termijn bleken ze wel erg gul. “Die beloftes waren onverstandig en konden achteraf maar moeizaam weer afgebouwd worden”, zegt Belmans.

Sinds 2012 zijn de groenestroomcertificaten stelselmatig afgebouwd. Bij bedrijven daalde de vraag naar zonnepanelen. Veel gezinnen gingen wel onverminderd door met zonnepanelen plaatsen. Maar in de jaren daarna zouden meerdere tegenslagen volgen. Zo besliste de regering om vanaf 2015 zonnepaneleneigenaars met een terugdraaiende teller prosumententarief te laten betalen, een bijdrage voor het gebruik van het elektriciteitsnet. Ook in Wallonië leidde de invoering van dat prosumententarief tot jarenlange discussies. 

In Vlaanderen ging het bij de invoering van de digitale meter helemaal mis. In 2019 kwam de Vlaamse regering tot een akkoord om ook mensen met een digitale meter nog vijftien jaar lang te laten profiteren van het oude systeem met de terugdraaiende teller. Volgens die regeling zouden mensen hun digitale teller virtueel zien terugdraaien als ze meer elektriciteit produceren dan ze verbruiken. Er volgde een rush op zonnepanelen, omdat het voor vele Vlamingen de laatste kans was om van de terugdraaiende teller te genieten. De ophef was dan ook groot toen het Grondwettelijk Hof in 2021 die regeling vernietigde. 

“Veel bedrijven die met zonne-energie bezig zijn, lijden onder die voortdurend veranderende regels en negatieve aandacht”, zegt Dirk Van Evercooren van ODE, de sectororganisatie voor duurzame energie in Vlaanderen. “Dan moeten ze mensen ontslaan, gaat er kennis verloren en moeten ze weer schade inhalen. Wat we nodig hebben, is een duurzaam en stabiel investeringsklimaat waaruit bedrijven vertrouwen kunnen putten.”

In die zin betreurt Ronnie Belmans de beslissing van Demir om te snijden in de eerder beloofde subsidies aan zo’n tweehonderd bedrijven met zonnepaneelinstallaties. Onder meer havenondernemer Fernand Huts, die zelf massaal in zonnepanelen investeerde, waarschuwde al dat er tal van rechtszaken kunnen volgen. “Hoe dom die subsidies ook waren, terugkomen op eerder gemaakte beloftes doe je niet. Dit stop-and-gobeleid creëert alleen maar meer wantrouwen.”

Toch kunnen er ook vragen gesteld worden bij de Nederlandse aanpak. Het Nederlandse elektriciteitsnet kraakt onder de enorme toename van zonneparken. Om het stroomnet te ontlasten, mogen nieuwe grote zonneparken in Nederland voortaan slechts de helft van het maximumvermogen op het net kwijt. “Zonneparken subsidiëren op de begane grond is in dit deel van de wereld eigenlijk weggegooid geld, want die stroom kan zelden meteen verbruikt worden”, zegt Jurres. “Nu al kun je op heel wat plekken geen nieuwe installaties meer bijbouwen omdat het netwerk zo verzadigd is.”

Geen enkele energie-expert pleit er dan ook voor om de subsidies voor zonnepanelen weer op te schroeven. Zonnepanelen zijn nooit goedkoper geweest en de huidige energieprijzen maken het al helemaal een interessante investering. Aangezien de vraag naar zonnepanelen verdrievoudigd is, moet u vandaag soms drie maanden wachten op installatie. “Veeleer dan extra subsidies moeten er dus vooral meer investeringen gebeuren om zonne-energie te delen met buren of om energie op te slaan in zonnebatterijen”, zegt Van Evercooren. “Daar valt nog het meeste winst te boeken.”

Een man installeert zonnepanelen op een dak in het Nederlandse Vlaardingen.Beeld ANP