Direct naar artikelinhoud
AnalyseRectorverkiezingen VUB

Hoe de VUB ‘een eigen smoel’ kreeg onder de universiteiten: ‘Ooit wilden ze ons bij UGent inlijven’

Als universiteit in de hoofdstad weet de VUB best een divers studentenpubliek aan te trekken. De nieuwe rector staat straks aan het hoofd van een uit de kluiten gewassen universiteit met schaamteloze ambitie.Beeld Tim Dirven

Rector ad interim Jan Danckaert of geneeskundedecaan Dirk Devroey: wie de nieuwe rector van de VUB ook wordt, hij heeft grote schoenen te vullen. Vriend en vijand roemen voorgangers Caroline Pauwels en Paul De Knop. Welke universiteit treft de winnaar straks aan?

September 2011. Toenmalig rector van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) Paul De Knop verslikt zich in zijn koffie bij het lezen van de kranten. In een dubbelinterview in De Morgen laat Paul Van Cauwenberge, zijn collega-rector aan de UGent, zich ontvallen dat enkele opleidingen aan de VUB enkel bestaan bij gratie van zijn universiteit. “Wij houden ze in leven.”

Het interview veroorzaakt een storm. Het toont hoe er vroeger werd neergekeken op de VUB. De Knops voorganger Ben Van Camp moest zich al bezighouden met dat soort aanvallen, maar ook hij mag van tijd tot tijd de borst nat maken om het bestaansrecht van zijn universiteit te onderstrepen. “Men keek toen een beetje medelijdend naar ‘dat universiteitje uit Brussel’”, zegt Eddy Van Gelder, van 2003 tot 2020 voorzitter van de raad van bestuur van de VUB.

Het is sowieso een tijd waarin de concurrentie tussen universiteiten moordend is. Eerst en vooral door de associatievorming, waarbij universiteiten zoveel mogelijk hogescholen aan zich proberen te binden. De VUB slaagt er enkel in de Erasmushogeschool aan zich te binden, ten koste van de KU Leuven, die de andere instellingen in de hoofdstad weet te verleiden. Daarnaast verandert de overheid de financieringsvoorwaarden voor universiteiten op zo’n manier dat ze concurrentie tussen de instellingen aanwakkert: wie meer geld wil, moet op zoek naar extra studenten.

“Ik weet nog dat bij het begin van mijn rectorschap, in 2008, Luc Van den Bossche (oud-minister, destijds voorzitter van de Associatie Universiteit Gent, PG) van zins was om de VUB in te lijven bij de UGent om zo de grootste universiteit van Vlaanderen te maken”, zegt De Knop. “Daar heb ik mij tegen verzet. Ik heb gezegd: ‘Wij hebben recht van bestaan: wij zullen groeien, dat zal u zien.’”

De Knop kreeg gelijk. Sinds 2008 groeide de VUB stelselmatig van 9.000 studenten naar meer dan 20.000 vorig academiejaar (zie kader). Als er  iets is waar De Knops doortocht in de Sigaar - de bijnaam voor het langwerpige en ellipsvormige rectoraatsgebouw in Elsene - voor herinnerd wordt, dan is het om zijn bouwnijver om die groei bij te houden. “Dat is de verdienste van Paul De Knop: hij had die visie en heeft zich - tot op de dag van vandaag eigenlijk - vastgebeten in het infrastructuurbeheer van de universiteit”, zegt oud-voorzitter Van Gelder. “Niet voor niets noem ik hem vandaag nog altijd ‘Paul den bouwer’ als ik hem tegenkom (anderen spreken van Paul Beton als bijnaam, PG). Je zou kunnen zeggen dat hij letterlijk de bouwstenen heeft gelegd waar Caroline (Pauwels, PG) nadien op heeft voortgebouwd.”

Brussel

In 2016, vlak nadat Caroline Pauwels zo goed als uit het niets verkozen raakt als rector van de VUB, blijkt uit een bevraging bij 3.000 studenten, professoren en personeelsleden dat de universiteit zich wat hen betreft vooral op de ‘V’ van vrijzinnig moet richten, niet op de ‘B’ van Brussel.

Het is het tegenovergestelde van wat Pauwels voorstelt: volgens haar moet de hoofdstad het laboratorium van de universiteit worden. “Van in het begin was het Carolines overtuiging dat we studenten moesten onderdompelen in de stad. Vergeet niet dat ongeveer 70 procent van onze personeelsleden en studenten niet in Brussel woont: zij pendelen uit de rand”, zegt Lynn Tytgat, verantwoordelijke voor we.KONEKT.brussels, het project dat de banden tussen stad en universiteit moet aanhalen.

Jan Danckaert op de Plein Campus van de Vrije Universiteit Brussel, in Etterbeek.Beeld BELGA

Dus verschuiven de opening van het academiejaar of diploma-uitreiking van de campus in Elsene naar het stadscentrum. Studenten en proffen trekken de hoofdstad in voor lessen. Studenten politieke wetenschappen krijgen les in het Vlaams en federaal parlement, de opleiding filmgeschiedenis leeft zich uit in de archieven van Cinematek en studenten communicatiewetenschappen krijgen een inkijk in de interne werking van de Ancienne Belgique en Koninklijke Bibliotheek van België. Ook de banden met de Franstalige broeders van de ULB worden aangehaald: in 2020 vieren beide instellingen hun respectievelijk 40ste en 185ste verjaardag samen.

Intussen is het omarmen van de hoofdstad een evidentie geworden op de VUB. Dat zeggen de twee kandidaat-rectoren, Jan Danckaert en Dirk Devroey: die lijn wordt doorgetrokken. Ook de vele samenwerkingen die Pauwels opstartte, willen ze verderzetten. Pauwels tuurt immers graag over het muurtje. Ze gaat even vlot partnerschappen aan met andere universiteiten - met de UGent en UAntwerpen voor het Hannah Arendtinstituut of met vijf andere Europese universiteiten voor het EUtopia-project - als buiten de academische wereld.

Een voorbeeld daarvan is Mindblowers: samen met de KVS organiseert de VUB elk jaar aan het begin van het academiejaar een avond waarbij wetenschappers en kunstenaars samen de handen in elkaar slaan rond een voorstelling. “We stelden de vraag wat de rol van de mens is in de technologische revolutie”, zegt professor fiscaliteit Michel Maus (VUB) over Homo Roboticus, waar hij aan meewerkte. “Daarover hebben we een essayboek geschreven en een voorstelling georganiseerd in de Munt. Daarmee traden we op in Parijs, New York en Kinshasa. Het was voor mij het meest boeiende verhaal dat ik al mocht schrijven aan de VUB.”

Dirk Devroey.Beeld Tine Schoemaker

“Zonder Caroline geen Brussel-verhaal, dat is duidelijk”, zegt Tytgat. Ook buiten de universiteit is die erkenning er. Michaël De Cock, artistiek directeur van de KVS, met wie ze vaak samenwerkte zag de VUB “toch een grote stap in de richting van de stad zetten. Onder Pauwels werd de universiteit het tegendeel van een ivoren toren: ze ging met twee voeten in de stad staan.” Ook UGent-rector Rik Van de Walle erkent haar rol daarin. “Ik voel mij niet te beroerd om dit publiek te zeggen: Caroline Pauwels heeft op dat vlak bakens verzet. Haar visie op diversiteit, inclusie, stedelijkheid heeft de mijne mee beïnvloed.”

Eigen smoel

Wat ook meteen opvalt bij Pauwels’ aanstelling: dat ze zich als een vis in het water voelt in de media. De professor communicatiewetenschappen is jarenlang een graag geziene gast in kranten en tv-studio’s. De aandacht die ze daar krijgt, gebruikt ze om een boodschap van inclusie, diversiteit en - ondanks haar kankerdiagnose - onversneden positiviteit uit te dragen.

Zo slaagt ze erin om de VUB “een eigen smoel te geven”, zoals menig VUB’er dat zegt. En op die manier het vuur in eigen instelling te laten branden. “Je kan daar hele lange visieteksten over schrijven, het is iets anders dan ze zo naar buiten te dragen”, zegt Karen Celis, prof politieke wetenschappen aan de universiteit. “Die externe communicatie had intern een enorme weerslag: ze creëerde een trotse VUB-gemeenschap die zich ook naar de buitenwereld zo profileerde. Tegelijk creëerde de boodschap ‘hier staan we voor’ ook verwachtingen, intern in de instelling. Het legde de lat hoog.”

Caroline Pauwels. Als rector is jarenlang een graag geziene gast in kranten en tv-studio’s. De aandacht die ze daar krijgt, gebruikt ze om een boodschap van inclusie, diversiteit en positiviteit uit te dragen.Beeld BELGA

Of zoals Pauwels’ adviseur en rechterhand Patrick Stouthuysen het zegt: “Ik denk dat we voordien veel meer in onszelf gekeerd waren dan nu. Die cultuur van ‘wij tegen de rest’ uit de beginjaren en de bijbehorende calimeroreflex speelden nog in de laatste dagen van het rectoraat van Paul De Knop. Caroline heeft daar altijd afstand van willen nemen.”

De Knop is het daar niet helemaal mee eens. Hij zegt dat hij die calimerohouding zelf al bestreed. Wel erkent hij de verdienste van Pauwels. Hij vindt het veelzeggend dat “Caroline geciteerd werd tijdens de laatste rectorverkiezingen in Leuven. De boodschap daar was dat de KU Leuven als grootste universiteit moest proberen om terug meer in de pers te komen.” Hoewel Devroey tijdens de coronacrisis verschillende keren in de media komt, is er eigenlijk niemand die verwacht dat een van de beide kandidaten dat op dezelfde manier zou invullen als Pauwels.

Uitdagingen

Wie het ook wordt, de nieuwe rector staat straks aan het hoofd van een intussen flink uit de kluiten gewassen universiteit met schaamteloze (internationale) ambitie. Al is het niet zo dat de nieuwe rector op zijn lauweren kan rusten: er zijn wel degelijk uitdagingen.

Zo zorgt de fikse groei ervoor dat de universiteit stilaan uit zijn voegen barst. De zoektocht naar gebouwen blijft een constante. Bovendien klagen proffen en personeel in verschillende richtingen over een hoge werklast: er is te weinig personeel om de studentengroei op te vangen. En de groei brengt fundamentele vragen met zich mee. “Een van onze unieke factoren is altijd geweest dat wij konden lesgeven in kleine groepen, met een direct contact met de lesgever”, zegt Celis. “Dat wordt moeilijker.” Maus: “Vroeger gaf ik mijn gsm-nummer altijd aan mijn studenten. Daar ben ik nu toch voorzichtiger in geworden.”

Dat de groei uitdagingen met zich meebrengt, hebben ook beide kandidaat-rectoren in het snotje. Niet voor niets staat een optimalisatie van de interne werking vooraan in hun beider programma’s. Faculteiten zijn het al jaren gewoon om administratie op hun eigen manier aan te pakken, wat tot een onoverzichtelijk kluwen leidt. Dat moet gestroomlijnder.

Het goede nieuws is wel dat de groei de kwaliteit nooit in de weg heeft gestaan van het onderwijs: de VUB is de laatste jaren enkel gestegen op de internationale rankings. Dit jaar nog kreeg ze een positieve instellingsreview. Enkel wat onderzoek betreft, moet de VUB nog iets te vaak de duimen leggen tegenover de andere universiteiten. “Daar is het beeld gemengd”, zegt Stouthuysen. “Op een aantal punten scoren we goed, maar andere zijn toch een aandachtspunt. Voor een stuk heeft dat te maken met de kleine staf waarmee we onderwijs moeten realiseren: dat betekent ook dat er vaak minder tijd over is voor onderzoek.”

Dat erkent Danckaert. “We gaan er wel op vooruit inzake het binnenhalen van onderzoeksmiddelen, maar we kunnen inderdaad nog een tand bijsteken.” Zelf ziet hij mogelijkheden door faculteiten meer samen te laten werken. “In de faculteit Letteren of Wijsbegeerte zijn er mooie voorbeelden waarbij onderzoekers elkaars voorstellen screenen voor ze worden ingediend. Zo worden ze beter en maken ze meer kans om geselecteerd te worden.”

Diversiteit

Als universiteit in de hoofdstad weet de VUB - wellicht meer dan andere universiteiten, al is dat moeilijk te vergelijken - best een divers studentenpubliek aan te trekken. “Momenteel hebben we 47 procent studenten studenten die niet (enkel) een Vlaamse of Belgische identiteit hebben”, zegt Celis. “Volgend jaar ronden we misschien de kaap van de 50 procent.”

Hassan Al Hilou, zelf oud-VUB’er en trekker van Capital vzw, ziet steeds meer Brusselaars naar de VUB trekken. “Al is de vraag nu niet wat de instroom is, wel hoe het met de uitstroom zit. De diversiteit die binnen de universiteit zit: hoe kunnen we die behouden? De waarheid is dat studenten vaak geen gelijke kans hebben om te groeien.”

Na het omarmen van de hoofdstad is dat nu inderdaad dé uitdaging waar de VUB voor staat: de diversiteit van achter de studiebanken naar de voorkant van de aula trekken. Devroey schuift het naar voren als een van zijn grote aandachtspunten. “We moeten meer met de secundaire scholen samenwerken om leerlingen beter voor te bereiden op universitaire studies”, zegt hij. “We merken toch dat Brussel weinig studenten aanlevert: het grootste deel van onze studenten komt van buiten Brussel. Terwijl er 1,2 miljoen inwoners in Brussel wonen, vaak heel jonge mensen. Maar daarvoor moeten ze de correcte opleiding hebben gekregen: daar hebben we nog een grote maatschappelijke rol te spelen.”

Al valt vooral op hoe de twee programma’s gelijklopen. Beide kandidaten benadrukken dat ze het beleid van De Knop en Pauwels willen consolideren en uitbouwen. Het herwaarderen van het (humanistische) karakter van de VUB komt bij alle twee terug. Dat de studenten die wegblijven uit de aula’s sinds corona tot reflectie over het onderwijs nopen, hebben ze ook beiden beseft. En het belang van welzijn van het personeel komt ook in de twee programma’s terug.

Waar verschillen de twee dan wel van elkaar? “Ik denk dat ik meer inzet op inspraak, van alle geledingen, en daadkracht”, zegt Devroey. Danckaert ziet “inderdaad weinig grote verschillen in de krachtlijnen, wel in de concrete voorstellen”.

Het zal vooral wachten zijn op de debatten donderdag en vrijdag om te zien hoe de twee zich tegenover elkaar verhouden. De eigenlijke verkiezingen volgen in juni: tussen maandag 6 juni en maandag 20 juni kunnen personeelsleden en studenten van de VUB en het UZ Brussel hun stem uitbrengen.