Direct naar artikelinhoud
SportBoulderen

Klimmen tot je erbij neervalt: nieuwe sporthype boulderen verovert het land

Een boulderaar baant zich een weg door ‘The Cave’, een horizontale klimmuur die alleen voor de meest behendige klimmers weggelegd is.Beeld Joris Casaer

‘Als je een fout maakt, lig je er ook écht.’ Klinkt heftig, en toch willen steeds meer beginnende en ervaren klimmers in Twisterhouding tegen een wand gaan hangen. Is boulderen – naast padel dé sporthype – ook een goeie work-out? Journalist Jorn Lelong zocht het voor u uit. 

Ik ben in de boulderzaal Rhino in Gent om me te wagen aan wat samen met padel gerust de grootste sporthype van het moment genoemd kan worden: boulderen. Het is een klimdiscipline waarbij je een parcours moet afleggen op rotsblokken (boulder betekent rotsblok) of een klimmuur. Dat doe je zonder touw zoals bij lengteklimmen, maar wel met een vangmat.

Boulderen werd lange tijd gezien als training voor het bergbeklimmen. Al in de 19de eeuw waren de rotsen van Fontainebleau, ten zuiden van Parijs, een geliefd oefenterrein voor alpinisten die hun evenwicht wilden bijschaven. Maar net zoals muurklimmen groeide ook indoor boulderen de laatste jaren uit tot een volledig op zichzelf staande sport, die inmiddels ook olympisch geworden is. “Bovendien is boulderen toegankelijker dan muurklimmen”, zegt eigenaar Koen Baekelandt. “Er is geen brevet voor vereist en behalve klimschoentjes en wat kalk voor je handen heb je ook geen materiaal nodig. Omdat er routes voor elk niveau zijn, kan je bovendien zonder enige ervaring meteen van start.”

Samen puzzelen

Waar boulderen vroeger doorgaans alleen als extra optie werd aangeboden in klassieke Vlaamse klimzalen, worden nu aan de lopende band boulderzalen uit de grond gestampt. Alleen al sinds 2020 kwamen er zalen bij in onder meer Gent, Kortrijk, Vilvoorde, Herentals en Stekene. In Antwerpen openen straks drie gloednieuwe boulderzalen de deuren. Zeker in de grote steden is het er ’s avonds razend druk. “Wij krijgen nu tussen tweehonderd en driehonderd mensen per dag”, zegt Baekelandt. “En er komen nog altijd klimmers bij.”

Het is dan ook niet moeilijk om al boulderend mensen te leren kennen. Nadat ik vier keer halverwege dezelfde route blijf steken, wijst Klaas (31) me erop dat ik beter eerst mijn rechterbeen hoger til voordat ik mijn armen weer verplaats. “Ik heb dat ook maar van mijn broer hoor, hij is een ervaren klimmer.” Voor je ’t weet, raak je aan de praat, kijk je van elkaar af en blijf je doorheen je sessie samen op zoek gaan naar de beste manier om een boulder te beklimmen. Dat gaat trouwens zo tot op het allerhoogste niveau. Zelfs tijdens wereldkampioenschappen of de Olympische Spelen zie je klimmers vooraf samen ­overleggen hoe je een ‘boulderprobleem’, zoals dat heet in het jargon, het best aanpakt.

Onze man leert boulderen.Beeld Joris Casaer

“Boulderen is echt puzzelen”, zegt Baekelandt. Een boulderparcours is maximaal vier en een halve meter hoog en bestaat dus uit niet meer dan een achttal passen. Daarom heeft boulderen ook iets weg van een denksport. Je visualiseert beneden hoe je de boulder aanpakt en hoopt dan dat je kracht en souplesse volstaan om hem zo uit te voeren. Want tijd om halverwege na te denken is er zelden. “Soms moet je je vanuit een statische positie verplaatsen, soms moet je je net lanceren om ergens te geraken. Die nuances zoeken maakt het net leuk.” 

Soms hebben boulderaars een week nodig om een nieuw probleem op te lossen. Daar doen ze niet moeilijk over. “Wij passen de muur om de twee maanden aan, en sommigen hebben die hele periode nodig. Dan spreken ze van een ‘projectje’. Als het niet lukt, is het belangrijk om niet gefrustreerd te raken. Dan doe je even een andere en probeer je hem later nog eens. Je leert dat steeds beter te relativeren.”

Tarzan doet Twister

Van een moeilijke boulder die halverwege een sprong vereist heeft Jonas (32) een projectje gemaakt. “Ik ben echt een keikop daarin. Dan doe ik die dertig tot veertig keer na elkaar. Als het dan niet lukt, hou ik me even met iets anders bezig. En op een dag voel je je gewoon goed en klauter je opeens naar boven. Dat geeft geweldig veel voldoening.”

Omdat er zo veel ­verschillende boulders zijn, liggen dat soort succes­ervaringen voor iedereen in één en dezelfde zaal binnen handbereik. Ook dat is boulderen: train je in boulder­zaal Rhino in Gent, dan sta je op een avond misschien gewoon naast ­Hannes Van Duysen (17), wereldkampioen bij de jeugd en goed op weg om de Spelen in Parijs te halen. Alsof tijdens je zondagsritje opeens Remco Evenepoel naast je zou komen fietsen. 

Hoe sympathiek ook, het is ook erg confronterend. Snel merk ik hoe de vermoeidheid toeslaat en hoe elke poging om mijn ‘projectje’ te tackelen vruchtelozer wordt. Waar ik bij muurklimmen of via ferrata nog op een harnas als reddingsboei kan rekenen, beperkt het besef dat ik bij boulderen alleen op mijn (nogal gebrekkige) coördinatie kan rekenen ook mijn durf. Dus las ik een typische boulderpauze in: een groepje mensen op een zitbankje vervoegen om ons collectief te vergapen aan de echte acrobaten des huizes. We zien hoe een boulderaar als een Tarzan aan zijn vingertippen hangt terwijl hij zijn hiel op een smalle greep ter hoogte van zijn hoofd plant. Snel volgt de andere voet, verplaatst hij zijn handen en maakt hij met veel zwier een sprong naar het eindpunt, waarna hij zich laat vallen en met een brede grijns de groep weer aankijkt. Iets verderop hangt zijn trainingspartner aan de overhellende ‘grot’ in een omgekeerde Twisterpositie waar ik zelfs op de begane grond niet aan zou beginnen. In dit gedeelte van de boulderzaal zijn ontblote bovenlijven de norm, ook enig ‘flexen’ is niet vreemd aan de sport.

“We beseffen dat dat soms intimiderend kan zijn voor mensen die hier pas komen”, zegt Koen Demuynck (52) van Black Box Boulder in Kortrijk. “Omdat we tijdens de coronaperiode geen kleedkamers hadden, hebben klimmers nog altijd de gewoonte om zich gewoon in de bar om te kleden. Dan zeg ik weleens: is het oké als ik mijn cola opdrink in uw kleedkamer? (lacht) En in de zaal grappen we al eens dat je alleen je shirt mag uittrekken als je moeilijkheidsniveau 7A of hoger haalt. Maar dan komen ze met excuses als: ‘Het klimt veel makkelijker zonder.’ Aan dat soort dingen zie je dat de bouldercultuur in ons land nog wat volwassener moet worden.”

Toch kun je er moeilijk omheen: menig boulderaar heeft een musculatuur die in de crossfitzaal niet zou misstaan. Je hebt er dan ook een zeldzame combinatie van lenigheid, explosieve kracht en coördinatie voor nodig. Zo toont een studie uit het Iranian Journal of Public Health dat een work-outregime met boulderen tot betere prestaties bij push-ups, pull-ups, sit-ups en fietsproeven leidt. Niet verrassend gaat ook de grijpkracht in je handen er aanzienlijk op vooruit. En omdat tijdens intensieve sessies ook je hartslag omhooggaat, is het ook een prima cardiotraining. 

Als de vermoeidheid toeslaat, wordt elke poging om mijn ‘projectje’ te tackelen vruchtelozer.Beeld Joris Casaer

Volgens kinesist Joren Nijs, die bij team Move to Cure van Lieven Maesschalck soms boulderaars begeleidt, is het een uitstekende work-out voor je hele lichaam. “Je hebt veel grijpkracht nodig vanuit de armen en handen, maar net zo goed moet je je goed met je benen kunnen afduwen.” Aangezien geen enkele bouldermove precies dezelfde is en je telkens een andere houding moet aannemen, spreek je bovendien telkens andere spieren aan. Dat is veel beter dan dezelfde spieren eindeloos trainen, een val waar beginnende fitnessers al eens in trappen. “Bij elke beweging worden je buik en rug aangesproken. Zeker voor mensen die de hele dag door veel zitten, is dat goed. Ook voor wie een rugblessure had, kan het een goede sport zijn om die spieren weer op te bouwen.”

Eerst leren vallen

Zoals bij elke sport zijn aan boulderen natuurlijk ook risico’s aan verbonden. “Was je hier gisteren geweest, dan had je het zelf gezien”, zegt Demunyck. “Iemand die zich van vier meter hoogte liet vallen, op haar voeten terechtkwam en dan meteen haar armen zette: elleboog gebarsten. Anderen verstuiken hun enkel of halen hun schouder uit de kom. Daarom geven we in onze beginnerscursussen eerst mee hoe je moet doorrollen als je op de grond terechtkomt. Eigenlijk zou iedereen eerst moeten leren vallen voor ze met klimmen beginnen.”

Omdat het zeker ’s avonds steeds drukker wordt in boulderzalen, brengt ook dat soms gevaarlijke situaties met zich mee. “Ik probeer zoveel mogelijk overdag te komen”, zegt Rein (29). “Vooral bij beginnende boulderaars moet je opletten, soms kijken ze niet uit waar ze vallen. Voor je ’t weet heb je allebei een blessure.”

Toch is overbelasting verreweg de grootste lichamelijke klacht. Na twee dagen op rij gloeien mijn onder­armen, kan ik mijn vingers maar matig strekken en voel ik spieren in mijn rug waarvan ik tot voor deze week niet wist dat ze bestonden. “Zoals bij alles is het belangrijk om langzaam op te bouwen en goed op te warmen”, zegt Nijs. “Dat is met name voor de pezen belangrijk. Waar klimmers relatief snel spiermassa kunnen opbouwen, duurt het langer om de pezen te versterken. Dus kunnen er blessures ontstaan omdat die pezen opeens meer kracht moeten overzetten.”

Handtherapeut Paul De Buck ziet dan ook vaak dezelfde blessures voorbijkomen. “Het gaat vooral om peesontstekingen of gescheurde ligamenten, waardoor je toch al snel enkele weken out bent. Zeker in het begin is het belangrijk om niet te veel grepen te doen waar je slechts met één of twee vingers aan vasthangt, want die zijn erg belastend voor je pezen.”

Al in de 19de eeuw was Fontainebleau een geliefd oefenterrein voor alpinisten. Vandaag trekken klimmers uit heel Europa erheen voor de meer dan 20.000 boulderroutes op natuurlijke rotsen.Beeld Joris Casaer
Eerst leren vallen
Beeld Joris Casaer

Bij kinderen is het dan weer opletten voor de groeischijven in hun handen. Toch is boulderen volgens Joren Nijs ook een prima sport voor kinderen in volle groei. Zeker omdat uit onderzoek blijkt dat de motorische vaardigheden van kinderen er alsmaar op achteruitgaan door een gebrek aan beweging. “Zolang ze pijnvrij zijn en ook andere beweging hebben, zijn er weinig risico’s. Kinderen met een sedentaire leefstijl riskeren meer lichamelijke klachten.”

Misschien nog het grootste voordeel aan boulderen is dat het een prima work-out is die niet als een training aanvoelt. “Ik ben het beginnen te doen om kracht te winnen voor het lengteklimmen, maar inmiddels vind ik boulderen eigenlijk leuker”, zegt Eveline (30). Hoewel boulderen aanvankelijk vooral een mannenaangelegenheid was, vinden ook steeds meer vrouwen de weg naar de sport. In studentensteden als Gent bestaat makkelijk een derde van het publiek uit vrouwelijke klimmers. “In de cursus leerde ik een groepje kennen met wie ik nog steeds afspreek. Zoals je ziet, zitten we vaak ook neer. Maar zodra ik de muur opga, smijt ik me volledig en vergeet ik al de rest.”

Kuur tegen depressie

Verschillende studies hebben inmiddels aangetoond dat acht weken boulderen, meer nog dan andere fysieke activiteiten, zelfs symptomen van depressie gevoelig kan verminderen, Niet zo gek, zeggen fervente boulderaars. Vraag er tien waarom ze wekelijks de veel te nauwe klimschoenen aantrekken, en negen keer vallen de woorden ‘in het moment zitten’. Net omdat je weet dat je bij een mogelijke misstap meteen drie meter lager kunt liggen, verkeer je je tijdens het boulderen zonder veel moeite in ‘flow’, een begrip dat toegeschreven wordt aan de Hongaars-Amerikaanse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi. Toen hij in de jaren zeventig duizenden mensen vroeg wanneer ze zich het gelukkigst voelden, vertelden ze telkens over een mentale staat waarin ze uiterst geconcentreerd waren, zich uitgedaagd voelden, alle bewustzijn van ‘zelf’ en ‘tijd’ vergaten en na afloop het gevoel te hebben gegroeid te zijn. Net die ‘flow’ vinden we in de overprikkelende maatschappij vandaag veel moeilijker. “Als ik ga lopen, denk ik nog altijd aan mijn werk of aan de boodschappen die ik moet doen”, zegt Demunyck. “Maar tijdens het boulderen kun je maar aan één ding denken. Als je hier halverwege aan je boodschappen of iets anders denkt, lig je er sowieso.”

Het zou me de rest van de namiddag nog vaker overkomen. Toch heb ik de smaak van het boulderen te pakken. Over een paar weken trek ik zuidwaarts naar boulderwalhalla Fontainebleau om te zien of ik in de natuur sneller die flow vind. Maar eerst eens nog dat projectje in Gent tot een goed einde brengen.

In de Gentse Rhino Bouldergym kan je voor 12 euro een hele avond klimmen. Voor een beginners­cusus betaal je 60 euro, rhinobouldergym.com. Ook in Black Box Boulder in Kortrijk betaal je 12 euro per beurt. Een abonnement is er vanaf 45 euro per maand, blackboxboulder.be