Vorig jaar 863 onrustwekkende verdwijningen, 680 vermisten levend teruggevonden

Ten opzichte van 2020 waren er vorig jaar 10 procent meer verdwijningen. Het waren er wel nog 9 procent minder dan in 2019, voor het uitbreken van de coronacrisis. “Bij verdwijningscijfers is het steeds moeilijk om concrete oorzaken van tendensen te bepalen”, klinkt het. “De coronapandemie en -maatregelen kunnen het lagere aantal verdwijningen in 2020 wel deels verklaren, alsook de stijging in 2021 door soepelere maatregelen.”

Tegenover 2020 zijn er vorig jaar wel dubbel zoveel lichamen in het water aangetroffen (20). “Die verdubbeling is te wijten aan de verwoestende overstromingen in Wallonië in juli, die 41 mensenlevens eisten”, klinkt het. “De Cel Vermiste Personen coördineerde de zoekacties naar de slachtoffers. In samenwerking met het Disaster Victim Identification Team, de Directie Hondensteun, de Federale Gerechtelijke Politie Luik en de lokale politiezones vond de Cel Vermiste Personen 39 lichamen terug.”

Sinds de oprichting in 1995 behandelde de Cel Vermiste Personen 30.231 dossiers van onrustwekkende verdwijningen. Daarvan raakten 29.434 dossiers of 97,3 procent opgelost, waardoor 25.869 vermisten levend werden teruggevonden. In de overige 3.565 gevallen ging het om een overlijden.

“Bij verdwijningen zijn er niet echt trends, want elke verdwijning is anders. Maar het gaat altijd om iemand die gemist wordt”, aldus Alain Remue, diensthoofd van de Cel Vermiste Personen. “Daarom doen we ons uiterste best om een vermiste zo snel mogelijk terug te vinden. We werken systematisch verder, met veel partners en op veel fronten, af en toe in de spotlights, vaak in de schaduw. Het is soms een werk van lange adem, maar met resultaat.”

Momenteel zijn nog altijd 797 mensen onrustwekkend vermist. In 2021 is de Cel Vermiste Personen, onder leiding van de parketten en in samenwerking met het Disaster Victim Identification Team, gestart met ‘Operatie Kerkhof’. Daarbij worden niet-geïdentificeerde lichamen op begraafplaatsen in heel België opgegraven om een DNA-staal af te nemen. Sinds de start van de operatie in West-Vlaanderen zijn 35 dossiers behandeld of nog in behandeling. Bij twee gevallen is er een positieve identificatie. Intussen zijn negen dossiers in Leuven en acht dossiers in Limburg in voorbereiding.

“Mensen die met een vermist familielid te maken krijgen, maken verschrikkelijke momenten van onzekerheid en gemis door”, aldus Van Quickenborne. “Op deze Internationale Dag van de Vermiste Kinderen wil ik van de gelegenheid gebruikmaken om de mensen van de Cel Vermiste Personen te bedanken voor hun dagelijkse inzet om families opnieuw te herenigen, net zoals alle andere actoren die meezoeken naar vermiste medeburgers en kinderen.”

Om verdwijningen sneller op te lossen, bracht de minister vorige week een ministeriële omzendbrief uit, met een gedetailleerde beschrijving van de taken die moeten gebeuren bij elke verdwijning. Die moet de procedures tussen alle partners verfijnen. In de omzendbrief staan ook de procedures rond het gebruik van media en sociale media en opsporingsmethodes via open bronnen op het internet expliciet beschreven. “Iedereen laat namelijk sporen achter op het internet en sociale mediaplatformen”, klinkt het. De richtlijn heeft voorts ook betrekking op de slachtofferhulp en op de wetenschap rond opsporingsmethodes. De vorige richtlijn dateerde al van 2002.