Direct naar artikelinhoud

Nederland wil bloed chauffeur Sierre opnieuw onderzoeken, maar "stalen zijn vernietigd"

Bij het ongeval vielen 28 doden: 22 kinderen, de 2 chauffeurs en 4 begeleiders.

De vraag naar een bijkomend onderzoek van de bloedstalen van de chauffeur die aan het stuur zat van de bus die in 2012 in het Zwitsere Sierre verongelukte, is zonder voorwerp omdat deze ondertussen reeds vernietigd zijn. Dat blijkt uit het antwoord van minister van Justitie Koen Geens op een schriftelijke vraag van Wouter De Vriendt (Groen).

Enkele nabestaanden zijn er al jaren van overtuigd dat het geen ongeluk was. Ze denken dat de chauffeur destijds opzettelijk de bus met Belgische en Nederlandse schoolkinderen tegen de tunnelwand reed, omdat hij suïcidaal was door antidepressiva.

In oktober vroegen ze de Nederlandse premier Mark Rutte om een bloedmonster op te vragen. De Nederlandse ambassadeur in Bern heeft dat verzoek bij de Zwitserse autoriteiten neergelegd, maar die zien geen reden om mee te werken, omdat het onderzoek is afgerond."

Omdat het Zwitserse onderzoek officieel is afgerond, proberen we nu via juridische weg aan het bloedmonster te komen", zei een woordvoerster van het ministerie van Buitenlandse Zaken vrijdag. "Dit is een uiterste poging om antwoord te krijgen op de vragen van nabestaanden in Nederland."

"Onderzoek definitief afgesloten"

Daarbij richtte Nederland zich vorig jaar tot ons land, met het verzoek de vraag naar bijkomend onderzoek naar het busongeval te steunen, met als doel het bekomen van een bloedstaal voor verdere analyses. Net zoals premier Charles Michel eind vorig jaar al deed, laat ook Geens weten dat dit niet kan omwille van het principe van de scheiding der machten.

Dit verzoek was ook de aanleiding voor de vraagstelling van Wouter De Vriendt (Groen) aan minister Geens. In zijn antwoord wijst Geens op het feit dat het Zwitserse hoogste gerechtshof op 27 juli 2015 reeds een vraag tot bijkomende onderzoeksdaden afwees in een beroep dat ingesteld was tegen een soortgelijke beslissing in die zin van het kantongerecht van Wallis op 24 maart 2015. "Hierdoor is het onderzoek definitief afgesloten met de gemotiveerde sepot-beslissing door de Eerste Procureur van dit kanton op 30 juni 2014", aldus Geens.

"Het bekomen van een bloedstaal van een derde voor de beoogde onderzoeken is ook in strijd met zowel de Zwitserse als de Belgische DNA-wetgeving. De vraag is bovendien zonder voorwerp nu blijkt dat de na het ongeval genomen bloedstalen, met het afsluiten van het in het kader van de autopsie uitgevoerde toxicologisch onderzoek, vernietigd werden", aldus Geens.

Premier Charles Michel liet in december al verstaan aan de Stichting Busramp Sierre dat het gezien de scheiding der machten niet mogelijk is om tussenbeide te komen bij de Zwitserse gerechtelijke instanties.

Minister Koen Geens (CD&V).